woensdag 30 maart 2011

Freak like me - zal ik me opgeven?

BBC3 zendt een serie uit waarin mensen zich van hun meest intieme kant laten zien. En het gaat niet eens over seks. Nee, in Freak Like Me komen rare gewoontes en gebruiken aan bod. Zo was er een stel dat elkaars vingernagels eet. Een jongen die vuilnisbakken inspecteerde op voedsel en dat opat. Een meisje dat een glas water een dag liet staan en het pas dronk als er een laagje stof op zat. Een man die zich volledig uitkleedde als hij naar de wc ging. Of deze kerel:



BNN zendt het programma nu ook uit en is op zoek naar Nederlandse kandidaten voor een eigen versie. Natuurlijk ga je dan nadenken of je zelf over dergelijke idiote gewoontes beschikt. Ik kon er niet één verzinnen. Die ik met de mensen zou willen delen althans. Maar hoe dieper ik nadacht, hoe meer ik er tegenkwam. Dit is de leukste.

Heel lang heb ik gedaan alsof ik gefilmd werd. Wanneer ik alleen thuis was, werd ik me ineens heel erg bewust van een fictieve camera, die me observeerde. Elke handeling en houding werd geregistreerd, dus daar gedroeg ik me dan ook naar. Af en toe wendde ik me dan tot die denkbeeldige camera en gaf ik uitleg over wat ik deed of waar ik aan dacht. Voor de tv, met een hand onder de kin om de woorden kracht bij te zetten, met het hoofd een beetje schuin naar links: 'Ik vind dat die panda dat heel knap doet, met die bamboe. Interessant, hoe hij zijn eten met beide handen vasthoudt.' Waarop een instemmend knikken volgde.

Liep ik naar de keuken, dan ging dat theatraal. Ik speelde dat ik mank was vanwege een ernstig auto-ongeluk. Of dat ik over een catwalk liep om de laatste mannenmode te showen. Eenmaal in de keuken pakte ik weer de camera en zei ik dingen als: 'Ik ben een tikje nerveus. Madonna komt zodadelijk op visite. Nu weet ik dat zij geen vlees eet, dus zal ik een ei voor haar bakken.' Waarop ik wederom heel theatraal de koelkast openzwaaide, een ei pakte en in een pannetje deed met de mededeling: 'Koken is wellicht verstandiger. Madonna eet vast geen bak- en braadproducten.'

Ik heb me destijds nooit opgegeven voor Big Brother, maar heel even hebben we serieus overwogen om het programma op gezette tijden bij ons thuis na te spelen. Iedere dinsdagavond zouden we een stuk of twaalf mensen uitnodigen, die dan vanaf twee rijen stoelen konden volgen wat er bij ons thuis gebeurde. Dat zou per definitie dramatische situaties opleveren. Ik, die de krant las. Mijn vriend, die vanaf de bank naar de tv schreeuwde. Ik, die daar weer op reageerde. Niet als mezelf, maar op de theatrale wijze die ik mezelf aanmat wanneer ik zogenaamd gefilmd werd. Het is er gek genoeg nooit van gekomen.

Net doen alsof ik gefilmd word. Het is alweer jaren geleden, de laatste keer kan ik mezelf niet eens herinneren. Misschien wordt het tijd voor een experiment. Als ik het nog kan, geef ik me op voor de Nederlandse Freak Like Me.

zaterdag 19 maart 2011

Parken en pleinen

Vandaag wil ik het hebben over de pleinen in Amsterdam. Die zijn er namelijk bijna niet. Niet in de zin van grotestadsplein zoals we die kennen in steden als Brussel of Barcelona, met aan vier kanten huizen en een betegeld hart, liefst voorzien van terrassen. Ja, we hebben het Leidseplein en het Thorbeckeplein, maar daarvoor moet je maar net in de stemming zijn.

We maken een rondje door de stad, te beginnen op het Waterlooplein. Dit is in wezen niet meer dan een kaalgeslagen vierkant, dat overdag nog enigzins dragelijk is vanwege de markt. Het had dan ook beter WaterlooMARKT kunnen heten. Even verderop ligt het Frederiksplein. Dat is net als het daarnaast gelegen Weteringcircuit een verkeersknooppunt. FrederiksCIRCUIT had me daarom niet gek geleken.

Het allerergst is het Museumplein. Dit is een enorme vlakte middenin de stad. Best mooi, als er gras groeit, maar noem het dan MuseumVELD. Of MuseumVLAKTE, want gras en de gemeente Amsterdam: dat gaat niet goed samen. Overigens is er ook een Amstelveld in de stad, dat gek genoeg volledig bestraat is. Geen sprietje gras te zien. Het AmstelPLEIN dus. Net als de Noordermarkt. Dat is ook een plein. NoorderPLEIN, als ik zou mogen kiezen.

We gaan verder naar het Raamplein, dat al jaren fungeert als parkeerplaats: de naam plein totaal onwaardig. Met een sprong belanden we op het Alexanderplein. Een grote poort moet de trambaankruising die het plein eigenlijk is nog enige allure geven. Ik heb medelijden met het Alexanderplein en noem het dus liefkozend AlexanderPLATZ, naar z'n Berlijnse voorbeeld van typisch Oost-Duitse schoonheid (ja, soms vind ik lelijk gewoon mooi!).

Struikelend vervolgen we onze weg, over de onmogelijke keitjes op de Dam. Vorig jaar mei lazerde Beatrix nog bijna van haar hakken toen ze het op een lopen moest zetten tijdens het Damschreeuw-incident. De Dam lijkt in alles nog het meest op een plein, maar toch mijd ik deze plek vanwege die onbegaanbaarheid. Zelf woon ik vlakbij het Rietlandpark. Nee, ik weet dat dat geen plein is, maar het is zeker ook geen park! Het is wederom een hectisch verkeersknooppunt waar twee tramlijnen, zo'n beetje alle spoorlijnen en het autoverkeer vanuit de Piet Hein-tunnel samenkomen. Het enige parkachtige bevindt zich op ooghoogte: een in basaltblokken verpakt grasveld met her en der een populier er overheen gedrapeerd. Dit is geen park, maar kunstmatig vormgegeven nepnatuur in het RietlandKNOOPPUNT.

We eindigen onze barre pleinentocht op het Rembrandtplein. Ook hier ligt sinds kort een grasmat te verpieteren. Het is werkelijk te treurig voor woorden als je ziet wat hier gebeurd is. Het plein had al nooit een hart, maar nu er een grote modderbak van is gemaakt lopen zelfs toeristen er met een boog omheen. Het had de Grote Markt van Amsterdam kunnen worden, maar nu zitten we opgescheept met een halfbakken RembrandtPLANTSOEN.

woensdag 16 maart 2011

Playlist: Terence Trent d'Arby



'Sweetheart, listen,' sprak hij zacht, doch dwingend. Het waren z'n allereerste woorden. Ik hapte meteen toe. Nog voor hij zich van z'n parlando intro had gekweten was ik verkocht. Terence Trent d'Arby was mijn eerste echte muzikale ontdekking.

De bovenste woorden zijn afkomstig van If You Let Me Stay, de eerste single van een in 1987 volstrekt onbekende zanger. Maar wat had ie een prachtige geslepen soulstem, die het ene moment suikerzoet klonk en het volgende hees en rauw. If You Let Me Stay was een song in de oude soultraditie, compleet met koortjes en scheurende instrumenten. Daarna volgden klassiekers als Wishing Well (met die gortdroge fluit na het refrein, of wat was het!), het aanstekelijke Dance Little Sister en Sign Your Name, een ballad die 24 jaar na dato nog altijd even fris klinkt.





Terence was met z'n strakke jeans, dito hemdje, leren jack en alpinopet een stijlicoon. Ook droeg hij pakken met bolerojasjes, iets waar ik ook nog een tijdje in gelopen heb. Z'n lange haar in vlechtjes, nu en dan samengebonden in een staart. Verder had Terence een body om jaloers op te zijn en in iedere videoclip een ander schatje. Vaak was dat een meisje met een jarentachtigbob, zo eentje waarvan we toen vonden dat dat tuttig stond. Maar terugkijkend denk ik: wow, stijl en klasse! Tot besluit kon Terence ook nog eens waanzinnig dansen en speelde hij piano, gitaar, saxofoon, gewoon alles wat je hem in z'n handen duwde.

Terence was goooeeeed! Z'n debuutalbum was mijn allereerste muziekaanschaf ever. Het cassettebandje ligt nu ergens versleten in een doos. Z'n tapes heb ik natuurlijk allang vervangen door cd's en nog altijd is hij een prominente gast op mijn iPod.

Wat alleen zo jammer was: al in het begin van z'n carrière werd Terence zo gigantisch bejubeld dat ie naast z'n schoenen ging lopen. Tegen iedereen die het wilde horen (of niet) riep hij hoe goed hij was. Z'n volgende album zou een ultiem meesterwerk worden waar helemaal niemand meer omheen kon. Hij noemde dat album Neither Fish Nor Flesh, en dat was een titel die de lading volledig dekte. Inderdaad: een paar lekkere tracks, maar verder was het een overgeproduceerde janboel zonder kop of staart. Ja, hij bespeelde weer zo'n beetje alle instrumenten zelf, van saxofoon tot kazoo, timpani of sitar. En zingen kon ie ook nog. Maar ik vond er niet veel meer aan...

Er volgde nog een aantal middelmatige albums, waarna Terence zijn naam veranderde in Sananda Maitreya. Hij maakt nog steeds muziek, maar niets kan tippen aan dat veelbelovende debuutalbum, Introducing The Hardline, According To Terence Trent D'Arby. En die draai ik dus nog steeds, want het is een van de beste albums in m'n collectie.

dinsdag 15 maart 2011

Als god innerlijk belangrijk vond, dan had hij ons wel binnenstebuiten geschapen

Echte schoonheid zit van binnen, zegt men. Onzin natuurlijk. Het gezegde luidt niet voor niets: 'Als god innerlijk belangrijk vond, dan had hij ons wel binnenstebuiten geschapen.' Of je het leuk vindt of niet: in eerste instantie gaat het altijd om de buitenkant. Al-tijd. Om een bekende oneliner van Marijke Helwegen te citeren: 'You'll never get a second chance to make a first impression.' Of dat in haar geval een aanbeveling is? Ik denk van niet. Maar wat ze duidelijk probeert te maken: het uiterlijk is het eerste dat je van iemand ziet.

En daarom is iedereen onzeker over zijn eigen uiterlijk. Ook de mensen die zeggen van niet. Ik weet zeker dat er mensen zijn die zichzelf ongelofelijk knap vinden en ongegeneerd op zichzelf geilen als ze in de spiegel kijken. Maar ook die mensen worden ouder en vrezen de eerste rimpels en verzakkingen. Gelukkig valt er een hoop te verdoezelen met kleding en eventueel make-up. Maar soms gaat het ook gruwelijk mis. En daar moet ik dan weer erg om lachen, hoe gemeen dat soms ook is.

Even met de billen bloot. Toen ik tijdens mijn middelbareschooltijd m'n mat had laten permanenten, tekenden mijn klasgenootjes een raket op het schoolbord met een afropruik erboven. Die raket was mijn neus. Nu had ik mezelf nog nooit en profiel bekeken (wie doet dat nou op z'n veertiende? Trouwens, je kunt je ook afvragen: wie permanent er nou zijn mat op z'n veertiende? Of: waarom hééft iemand überhaupt een mat?) maar bij thuiskomst ging ik aan de slag met twee spiegels. En verdomd. Ik had een veel te grote neus. Later bleek die neus juist een asset te zijn (achter mij in de Albert Heijn, drie gniffelende Duitse meisjes: 'An der Nase eines Mannes...', ja ja), maar ik was voor het leven getekend.

Ik besloot toen dat mijn gebrek voldoende reden gaf om andere mensen te mogen uitlachen vanwege hun onvolkomenheden. En dan niet iemand die kaal is, te dik of gewoon gehandicapt, maar mensen die er alles aan doen hun gebreken te maskeren. En dat dat dan nét niet lukt! Zo kende ik een jongen die licht gaf in de discotheek omdat ie z'n acnéputten dichtkitte met pasta en er daarna een laag pancake overheen poederde. Of een meisje dat er sexy probeerde uit te zien in een gaatjespanty, maar als ze ging zitten leek ze net een rollade. Een dame in een kanten doorkijkgeval, maar wél met een huidkleurige bh eronder. Je zag de mannen uren naar haar tepels zoeken.

Dat zijn de uitzonderingen, maar ook in het gewone straatbeeld valt er genoeg te beleven. Je hebt van die types die hardnekkig aan alle modes willen meedoen. Kleine, korte meisjes die er op hun veel te grote, dikke uggs uitzien alsof ze in een poel drijfzand zijn weggezakt. Eigenlijk iedereen in een te krappe skinnyjeans: zo'n ding doet niets voor je figuur: ben je te dik, dan puil je eruit. Ben je te dun, dan zien je benen eruit als twijgjes. De huidige uilenbrillenmode. Die grote, ronde jarentachtigglazen zorgen voor het verkeerde nerd-effect: niet intelligent, maar onnozel. Puberjongens met een vlassig sikje dat heel stoer uit hun kin piept, maar waar je dwars doorheen kijkt. Of bij volwassenen: die pratende kut haalt Frans Duits ook niet bepaald op.

Vaak vraag ik me af: waarom dóe je dat nou! Een beeldschone vrouw met prachtig lang haar, die het gitzwart verft en er een te korte pony in knipt: weg beauty. Die vettige jongens van The Difference uit X-Factor: ze eten óf elke dag patat, óf ze zijn veganistisch. Die wil je toch gewoon een keer een gezonde maaltijd voorzetten? Kom op! Even uitknijpen die puisten, was je haar eens en trek iets aan dat niet vaal en vormloos is. Zo'n Ben Saunders, die geen maat kan houden met tattoos en ijzerwerk. Nu is het leuk, maar over dertig jaar ziet hij eruit als een verlopen Monet-schilderij dat is opgehangen met roestige spijkers.

Het is gewoon een kwestie van een beetje je best doen. Zorg ervoor dat je lichaam een beetje in vorm is, dat scheelt vaak al de helft. Ga voor de verandering eens naar een goede kapper in plaats van een goedkope. Koop kleren die bij je passen en niet omdat ze toevallig mode zijn. Doe vooral geen dingen 'omdat dat nou eenmaal makkelijk is'. Draai dat om: trek iets leuks aan en zorg dat je je dáár comfortabel in voelt!

Een enerverende iPhone-chat over de Backstreet Boys











donderdag 10 maart 2011

Weird, weirder, weirdest music

Allereerst de beste track van het jaar tot nu toe. Joy Division meets Grace Jones in de personen van Bruno Coviello en de geweldige zangeres Shannon Funchess. Wat een strot heeft dat wijf! Ze komen uit Brooklyn en onlangs verscheen een EP met vier tracks. Dark wave, it is. Waarvan dit dus de beste is. Keihard zetten!



Tweede is Starfucker. In de video een vreemd personage dat willekeurig aan een groep mensen likt. Maar wat zijn het voor mensen: saunagangers? En waarom zijn ze zo chagrijnig?



Nummer drie. Die Antwoord met Rich Bitch. Zangeres Yo-Landi schittert in weer een schitterend kunstwerk van deze Zuid-Afrikaanse supergroep. En ik wil ook een levende wc-rolhouder!



Heb je de bovenste drie video's bekeken, dan valt nummer vier in mijn ogen toch een beetje tegen. Lady Gaga begint in al haar weirdheid een beetje door te slaan naar het onzinnige in plaats van het absurde. Toch valt er nog genoeg te genieten met Born This Way. Wederom volledig ontraadseld door Illuminati-deskundige VigilantCitizen.

Wildplassen met Samantha

Als man heb ik het maar makkelijk. Als je moet plassen, gewoon gulp open en gaan. Nog goed voor de natuur ook, alhoewel... Niet iedereen is even gecharmeerd van een plas in een portiek of tegen een boom, maar het feit dat het kan als de nood het hoogst is: fijn.

Wat dat betreft hebben vrouwen het een stuk lastiger. Zo liep ik alweer jaren geleden met Samantha door Amsterdam. Zo heet ze niet echt, maar het staat wel charmant in de kop: wildplassen met Samantha. Heeft zelfs iets kinky's, iets waarop deze blog binnenkort veel gevonden gaat worden in Google. Hoop ik dan maar.

- Eerst even een anekdote tussendoor: Samantha en ik liepen ooit eens door Utrecht toen zij plotseling moest poepen. Ik wachtte voor het café tot ze klaar was, maar het duurde en duurde... Wat was er aan de hand: het toiletpapier was op. Samantha was met haar broek op de knieën naar het herentoilet gestrompeld, maar wat bleek: het was de bezemkast. En net op dat moment kwamen er mensen binnen. Daar sta je dan, met je ongeveegde damesbillen tussen dweil en bezem. Gelukkig voor Samantha lag daar ook het toiletpapier. Al vond ze het in het donker nog knap lastig... -

Anypee, Samantha en ik liepen dus door Amsterdam. We waren wezen stappen en uit de Exit-bar naar buiten gerold. We waren op weg naar het Centraal Station, op de een of andere manier moest dat via de Nes. En daar hield Samantha het niet meer. 'Ik moet zóóó nóóódig!', kermde ze, daarbij haar dijen stevig tegen elkaar aanknijpend. 'Ik hou het echt niet meer!'

Dan maar een hoekje opzoeken dacht ik, en ik begon mijn jas - zo'n lange, zwarte potloodventers-unit - al open te knopen. Die kon mooi dienen als gordijn. Samantha trok al aan de rits van haar broek toen ze vanuit haar ooghoek een marktkraam spotte. 'Mijn redding!' riep ze en rende naar de kraam, die voor cultureel centrum De Brakke Grond stond opgesteld.

Samantha kroop onder het plastic dat over de kraam was gespannen, ledigde haar blaas en slaakte een zucht van verlichting. Opeens hoorden we nóg een kreet. Onder het andere uiteinde van de kraam was iemand wakker geworden. Grommend krabbelde een aangekoekte zwerver overeind, aan één kant helemaal doorweekt. De Nes liep schuin af, en meneer had het gootje tot rustplaats gekozen.

Intussen bleef Samantha gewoon doorzeiken. 'Ja, zeg, ik ga nou echt niet stoppen! Dat kan ik niet eens! Doe die man weg!' En zo was het dat ik een doornatte zwerver van me af probeerde te houden, terwijl een meter verderop Samantha onder het plastic van een marktkraam al mopperend zat te klateren.

Tja. Soms kan een avond raar lopen.

woensdag 9 maart 2011

Bril

Er gaat een wereld voor me open sinds ik een bril draag. Ineens blijken mensen ook in de verte al een gezicht te hebben. Tot voor kort zag ik alleen de weerspiegeling van het glas en hooguit een schim, maar bij nadere studie blijken er levende mensen in rijdende auto's te zitten! En wat ik ook nooit zag: overal, echt werkelijk overal staan letters op.

Vanmorgen reed ik met de tram naar het werk. Dat doe ik vaker en anders fiets ik dezelfde route. Blijk ik alweer bijna tien jaar lang een compleet plein over het hoofd te hebben gezien. Het Jacoba Mulderplein, dat grenst aan de Sarphatistraat. Ben ik de enige in heel Amsterdam die nog nooit van het bestaan van dat plein had gehoord? Of liever: het nog nooit had gezien?

Even verderop kwam ik langs een HairSpa, whatever that may be. Maar ook in de tram valt vanalles te beleven. Zo zag ik dat er tegenwoordig meisjes rondlopen met een bontkraag in de kleur van hun eigen haar. Vroeger dacht ik: 'Goh, die heeft veel haar', maar dat was dus een kraag. Van bont. Ook hangen er allemaal mededelingen in de tram, de route van lijn tien bijvoorbeeld (ik zat dan ook in lijn tien).

Ook in de Zeilstraat stikt het van de mededelingen. Zo wordt er reclame gemaakt voor de DierenKwijtLijn, een meldpunt dat aan de man wordt gebracht door erbarmelijk kijkende poezen. Een paar deuren verderop zit een beddenwinkel die bedden verkoopt die zestig procent goedkoper zijn dan in de winkel (waar staan die bedden dan? Buiten? Die heb ik dan weer níet gezien). De winkel adverteert overigens met www.slaaperop.nl. Ook leuk.

De keerzijde: wat hebben veel mensen rimpels zeg! En wat kijkt iedereen chagrijnig... Overigens kan dat laatste natuurlijk ook aan de regen liggen.

Kotsen in een coltrui

Hoe we erbij kwamen weet ik niet meer precies, maar tijdens de lunch vandaag ging het ineens over kotsen. Braken. Overgeven. Gelukkig hoef ik nooit te kotsen, tenzij ik hondsberoerd ben en dat komt - ook gelukkig - maar weinig voor. De keren dat ik moest overgeven kan ik me dan ook levendig herinneren.

Het was een kille januaridag. Ik zat bevend op de bank. De col van mijn trui had ik tot halverwege mijn hoofd getrokken, in de hoop het iets sneller warm te krijgen. Nu heb je braakneigingen die zich uren van te voren aankondigen: ergens in je lijf gaan er alarmbellen af die ervoor zorgen dat je op tijd de wc haalt, of een daarvoor alvast klaargezette keukenemmer. Maar er zijn ook kotsbewegingen die zich acuut aan je opdringen.

Daar zat ik dus, in mijn coltrui. Hevig bibberend probeerde ik de controle over mijn lichaam te herwinnen toen er zich vanuit het nergens ineens BAAAAAARRRRFFFFF!!!! een keiharde straal kots via het nietsvermoedende keelgat naar buiten baande. Het was een eruptie van ongekende proporties. Nu hadden we die avond enorm zitten genieten van mijn geroemde spaghetti bolognese, waarop dat steeds zieker worden lichaam van me had besloten dat er nogmaals van genoten moest worden.

Daar zat ik dus. In mijn coltrui, waarvan de - toch al wijde - col er inmiddels was gaan uitzien als zo'n Soep In Zak van Knorr. Voorzichtig voelde ik aan de braakwaterbal, en ja hoor: warm, vloeibaar en inmiddels door de col heen druipend. Nu is er - helaas, zeg ik daarbij - maar één manier om een trui uit te trekken. Juist, over het hoofd. Geloof me: als je net ontzettend smerig hebt gekotst, wil je niet ook nog eens de hele inhoud van je maag over je hoofd uitsmeren. Maar het móest!

Om nog meer ellende te voorkomen (dat wil zeggen: stukjes overgeefsel tussen de plinten van een houten vloer - een ander verhaal in dit genre dat ik vast nog wel eens uit de doeken doe) kneep ik mijn col dicht en strompelde ik naar de badkamer. Daar trok ik de trui uit. Het resultaat: een gezicht vol halfverteerde spaghettislierten, brokjes tomatenprut in het haar en twee met gehaktresten dichtgeplakte ogen. Ook mijn neus zat verstopt, met iets dat ooit had geleken op een champignon. En zuur dat het rook! Van de weeromstuit begon ik opnieuw te spugen, deze keer in de nadruppelende trui die ik nog in mijn handen had.

Zo vierde ik mijn eigen bolognese-orgie. En die trui? Die heb ik nooit meer gedragen.

dinsdag 8 maart 2011

Vrouwenverwendag

Omdat het vandaag Vrouwenverwendag is, wil ik graag een geweldig Koninginnedag-concept met jullie delen. Het is een Layar-app speciaal voor vrouwen die geen zin hebben uren in de rij te staan als ze moeten plassen. Of schijten natuurlijk.

Het idee voor de mobiele applicatie kwam tot stand tijdens een brainstorm met een viertal vriendinnen en ziet eruit als volgt. In Amsterdam geven mensen met een huis in het centrum zich op voor deze app. Ze stellen voor twee euro hun toilet beschikbaar. Via de applicatie is met Layar op de mobiele telefoon te zien waar de beschikbaar gestelde toiletten zich bevinden. Je zou zelfs zover kunnen gaan deze app te koppelen aan Foursquare, zodat je kunt zien of iemand heeft ingecheckt. Dan is het toilet dus bezet.

De toileteigenaar vangt per toiletbezoek twee euro. Dat kunnen we nog uitbreiden met sponsoring, door bijvoorbeeld Edet (een jaar gratis toiletpapier), Always of WC Eend. Een praktische en eenvoudig uitvoerbare app, lijkt me.

In het verlengde hiervan: ongeveer twintig jaar geleden bedacht ik een in mijn ogen hilarische commercial voor Always. De inlegkruisjes met vleugels waren destijds net uitgevonden en tegelijkertijd was Sister Act een hit. In de commercial staat een nonnenkoor stijf voor zich uit te zingen. Twee inlegkruisjes met vleugels slaan het tafereel gade vanaf een afstand. Ze vinden het saai wat ze zien en zeggen: 'Dat kan veel vlotter. We gaan wat leven in de brouwerij brengen.' Ze vliegen op de nonnen af en duiken onder de habijten. De nonnen springen verschrikt op, maar zijn daarna verheugd: wat zít dat lekker zeg, met vleugels! Spontaan gaan ze op de Sister Act-toer en barsten ze uit in een swingende versie van I Will Follow Him. Einde commercial.

Geen idee waarom de spot de tv nooit heeft gehaald, trouwens.

Workfailblog

Je kent ze wel, van die briefjes die collega's neerleggen of ophangen om iets duidelijk te maken. Vaak gaan ze over het opruimen van vieze kopjes en opvallend veel over toiletgebruik. De website Workfailblog verzamelt dergelijke uitingen, die vaak een hoop opgekropte frustratie laten zien. Andere zijn gewoon grappig. Hier enkele voorbeelden.






dinsdag 1 maart 2011

Ik en John Lennon

'John Lennon nog steeds populair bij kinderen', lees ik bij marketingblog DutchCoywboys.nl. Dat klopt, want ook ik was vroeger fan van John Lennon. Het ging mij echter niet om de muziek, maar om iets heel anders.

Mijn moeder kende John Lennon namelijk in het écht.

Het was maandag, 8 december 1980. Die dag was ik naar school geweest en bij thuiskomst trof ik mijn moeder aan de keukentafel. Daar staarde ze bedroefd naar de radio, waar zojuist het nieuws was uitgezonden dat John Lennon met vijf kogels was doorzeefd. 'Wat is er, mamma? Waarom ben je verdrietig?' Ze legde me uit dat er een Beroemde Zanger was die nu niet meer leefde omdat hij was vermoord. En dat ze daarom erg verdrietig was.

Met mijn zesjarige voorstellingsvermogen was ik in één klap onder de indruk. Mijn moeder! Kende een Beroemde Zanger! Die ook nog eens op gruwelijke wijze was vermoord! Hóe mijn moeder hem kende deed er niet toe, maar dat er een band bestond was duidelijk: ze was natuurlijk niet voor niets zo verdrietig.

Glunderend van trots vertelde ik iedereen die het wilde weten dat er een Beroemde Zanger - DIE MIJN MOEDER KENDE! - was vermoord. De volgende dag was ik nog zó vol van dit gegeven dat ik de krant spelde op zoek naar informatie over de band tussen John Lennon en mijn moeder. Hoe waren ze bevriend geraakt? Werd ze genoemd? Hadden ze een verleden samen waar ik niets van wist? En als John Lennon een Beroemde Zanger was, dan had ik op z'n minst een Beroemde Moeder!

Ik was behoorlijk teleurgesteld toen ik las dat wereldwijd miljoenen moeders het nieuws op dezelfde wijze hadden ondergaan als die van mij. Maar toch: even voelde ik mij heel bijzonder.