zondag 24 juli 2011

Amy

Eigenlijk had ik een blog willen schrijven over hoe belachelijk ik Shakira vind… Met haar onmogelijke dance moves en bizarre songteksten vermaakt ze me al jaren en ik hoop dat ze dat nog jaren blijft doen. Net zoals ik had gehoopt dat Amy Winehouse het nog jaren zou volhouden. Dus daarom nu een blog over Amy. Die van Shakira houden jullie tegoed.

Bij elke keer dat Wino weer eens dramatisch in het nieuws verscheen, dacht ik: die krabbelt er wel weer bovenop. De dag bijvoorbeeld dat ze met haar toenmalige echtgenoot Blááááke (zo gilde ze zijn naam tijdens concerten) op bebloede balletschoentjes de straten van Camden afschuimde, beiden duidelijk gewond in het gezicht. Amy miste een tand en haar armen zaten vol krassen. Een maand of wat later zat Blake in de bak en nodigde Amy voorbijgangers uit in haar appartement. De Rolling Stone tekende het verhaal op van een zogenaamde fan, die een aantal dagen en nachten doorbracht in Amy’s ‘drugs den’. Tenminste, zo herinnerde ik het me. Het verhaal dat ik bedoel is hier te lezen.

Het was 2006 of 2007. In die tijd ging er geen week voorbij of de tabloids en gossipsites schreven over het verval van Amy Winehouse, Britney Spears en Whitney Houston. Vooral over Brit deden de wildste verhalen de ronde. Zo zou haar manager de zangeres stelselmatig drogeren met zware pijnstillers. Ze zou zichzelf totaal verwaarlozen, haar twee kinderen mishandelen, het bed induiken met paparazzi en ’s nachts de gekste toeren uithalen. Haar dagelijkse uitstapjes naar Starbucks werden op de voet gevolgd door hordes fotografen. Vanaf de dag dat ze haar hoofd kaalschoor was het alsof Britney vogelvrij werd verklaard. Een incident waarbij ze een auto met een paraplu te lijf ging werd breed uitgemeten. Pas na een interventie van haar familie kwam ze tot rust, achter de gesloten deuren van een psychiatrische instelling. Maar ook daar lekten een aantal bizarre foto’s uit, waarop Britney topless was te zien. Op haar hoofd een raar roze pruikje.

Brit is langzaam weer opgekrabbeld en nu lijkt het beter met haar te gaan. Maar het blijft een ordinair stuk trailer trash dat bij tijd en wijle in haar oude gewoontes lijkt te vervallen. Hoe anders is het gegaan met Whitney Houston. Ooit begon ze haar carrière als een vroom, ietwat onnozel gospelzangeresje dat geen idee had van wat er in de wereld om haar heen gebeurde. Bekijk het volgende fragment maar eens, waarin een ladderzatte Serge Gainsbourg zijn handen niet van haar af kan houden en roept ‘I want to fack her.’


Serge Gainsbourg vs. Whitney Houston

Afijn, Whitney bleef jarenlang braaf, totdat ze zanger Bobby Brown ontmoette. Aanvankelijk kreeg ze er wat street credibility door, met als hoogtepunt het album ‘My Love is Your Love’ uit 1998. Daarna ging het bergafwaarts met Whitney. Ze werd betrapt met diverse soorten drugs, ging gekleed in pyjama in het holst van de nacht peuken halen bij een tankstation en werd bij de Grammy’s verwijderd omdat ze onsamenhangende wartaal uitsloeg. Het verval van Whitney werd genadeloos vastgelegd in de reallifesoap rond haar echtgenoot, Being Bobby Brown. Hierin zien we twee trainwrecks die het erg fijn hebben samen, maar al snel is duidelijk dat er iets niet helemaal klopt. Vlak daarna komt een tante met een serie foto’s op de proppen waarop Whitney’s crack-parafernalia zijn te zien. Een interview met Diane Sawyer waarin Whitney beweert dat ‘crack is whack’, doet weinig goeds voor haar imago. Een comebackalbum flopte en tijdens de bijbehorende toernee werd Whitney uitgejouwd omdat ze haar stem meer kwijt dan rijk was.

Beide dames lijken inmiddels weer wat controle over hun levens te hebben. Dat dachten sommigen ook van Amy Winehouse. Ze zag er minder verrot uit, had zelfs wat kleur op de wangen. In juni deed ze weer eens een wankele poging tot optreden, waarvan ik de beelden jullie hier zal besparen. Want wat was het een aanfluiting… Geruchten gingen dat Amy bezig was met een nieuw album, en dat ze langzaam uit het drugsdal klauterde waarin ze de afgelopen jaren was neergekletterd. Maar Amy bleek geen negen levens te hebben, zo merkten we zaterdagavond. Hoe ze precies aan haar einde is gekomen weet nog niemand. Maar dat er drank en drugs in het spel waren is denk ik wel duidelijk. Toch denk ik dat het min of meer ‘per ongeluk’ is gegaan. Dat ze nog één keer compleet los wilde gaan, wat haar fataal is geworden. Of het was gewoon een notoire junk die zover was afgetakeld dat ze aan haar longemfyseem is bezweken. Who knows. Het is in ieder geval een ontzettende waste of talent. Met de komst van Amy Winehouse lag de lat voor zangeressen een stuk hoger. Zonder Amy geen Adele of Duffy. Ze gaf samen met Mark Ronson de popmuziek een nieuwe impuls met de retrosoulsound op haar tweede album, Back to Black. Ooit riep ik dit album uit tot een van de beste van de jaren 00, en dat vind ik nog steeds.

Zo begon het. Een bratty zangeresje dat zingt over Fuck Me Pumps.


Drag-dwerg La pequena brengt een bizar eerbetoon aan Rehab, de track waarmee Amy wereldwijd doorbrak.


Those were the days: samen met Pete Doherty aan de crack, met een nestje babymuizen. De ultieme ‘don’t try this at home’-video?


Het ultieme hoogtepunt uit Amy’s korte carrière: You Know I’m No Good.

maandag 18 juli 2011

Vakantie in een huisje

Lekker weg in eigen land. Dat kan op talloze manieren. Laten wij nou net iets hebben bedacht waardoor we nooit, maar dan ook nooit meer bij een particulier in een huisje willen...

Het was nog in de tijd dat lang niet alles op internet stond. Wanneer we nu iets zouden boeken, willen we tenminste dertig mogelijkheden bekijken en zeker zoveel foto's van accomodaties voorbij zien komen. Maar in 2003 vertrouwden we nog blind op de pagina's met mini-advertenties in de Volkskrant.

Aan de telefoon klonk ze precies zoals we hadden verwacht van iemand die huisjes verhuurt naast een boerderij in het Overijsselse Holten. We verdachten haar er zelfs van haar accent extra aan te zetten voor net dat beetje extra couleur locale. Of de bungalow nog vrij was, in het derde weekend van juni. 'Ja hooooowa.' Of we zelf voor handdoeken moesten zorgen. 'Neeeeee hoooowa.' Beddengoed? 'Ooooook nie.' Dus alles is geregeld? 'Jaaa hoooowa!'

Voor de zekerheid hadden we er alvast bij gezegd dat er twee mannen in het huisje zouden overnachten. Maar ook dat was 'geeeeeen prooooobleeeem hooooowa!' Toch keek de uitbaatster enigzins verschrikt toen we eenmaal waren gearriveerd. Ze strompelde naar buiten op van die witleren klompen (strövels genaamd). Ietwat ongemakkelijk ging ze ons voor. De bungalow bleek zich te bevinden in een hoek van een boerderij, dus niet 'vlakbij de bossen' zoals de advertentie had beloofd. Het uitzicht: een weiland vol koeien zoals je dat 90% van de tijd vanuit de trein gewend bent.

Gehaast liet de vrouw zien hoe het gasfornuis werkte (net of we van plan waren daar te gaan koken) en maakte zich als een haas uit de voeten. Daar zaten we dan. In een bedompt hok met donkerbruine kurkmuren. Langs de ene wand een keukenblok waarvan de deuren half uit de voegen hingen. Het keukengerei bestond uit gietijzeren en tinnen potten en pannen, die gehavend en gedeukt uit de kastjes kletterden. Dan de zithoek. Twee verschoten bankstellen van donkerbruin ribfluweel, een houten schommelstoel met kromme spijlen en een salontafel met een ingelegd marmermozaiek. Oranje vitrages en bruine gordijnen maakten het geheel af. In een pitrieten lectuurmand lagen halfverscheurde Libelles en kruiswoordpuzzelboeken. We hebben werkelijk ons best gedaan iets te vinden dat er nog een beetje toonbaar uitzag, maar nee: zelfs de plinten van het huisje waren lelijk!

Van de drie nachten zijn we er twee gebleven. Het bed was namelijk klam en bovendien behoorlijk doorgezakt. Bovendien werkte de verwarming voor geen meter. Van uitslapen of uitrusten kwam al helemaal niets, aangezien er iedere ochtend vanaf een uur of zeven met donderend geraas op het land gewerkt werd.

Toen we een ochtend te vroeg afscheid namen van de klompenvrouw, vergat ze - waarschijnlijk van opluchting - te vragen waarom we nu al weggingen. En of het bevallen was. Het zei denk ik al genoeg dat het gastenboek vol jubelverhalen op 'onze' pagina opvallend leeg is gebleven. Nee, een dergelijk primitieve huisjesvakantie kan ik werkelijk niemand aanraden...

zondag 17 juli 2011

De week van de wansmaak

Eerder schreef ik over gruwelijke zomervakanties. Normaal gesproken plan ik mijn reizen graag om de voorgeschreven vakantieperiodes heen, zodat het er in ieder geval niet stikt van de schreeuwende kinderen. Het risico dat je daarbij loopt, is dat je tussen de bejaarden zit. Zo bleek bijvoorbeeld tijdens een weekje Spanje. We hadden heel bewust de costa's vermeden waar ouden van dagen tot ver in juni overwinteren. Het hielp slechts weinig. Overwinterende bejaarden zitten overal...

Via via hadden we een huisje geregeld in Rojales, een klein dorpje niet ver van Alicante. Het was een typisch Spaanse nederzetting met een kerkje en een plein, wat huisjes, een bakker, een slager en een Spar. Ons huisje bevond zich even buiten het dorp, in een betonnen enclave. Toen we de parkeerplaats op reden, kregen we al een vaag vermoeden van hoe de week eruit ging zien. Over de achterbalkons hingen roodbruinverbrande zestigplussers. Verveeld staarden ze vanonder hun wasgoed naar de lucht, op zoek naar een wolk. We waren de enigen met een Spaans kenteken. De rest van de auto's was afkomstig uit Nederland, Duitsland en hier en daar Groot-Brittannië. De meeste auto's zaten onder een dikke laag stof: een teken dat ze al wekenlang niet van hun plaats waren geweest.

We arriveerden nogal laat. We hadden geen proviand meegenomen, maar gelukkig was er een restaurant binnen de muren van de enclave. Vlak voor sluitingstijd bleken de Nederlandse uitbaters gelukkig nog bereid ons een maaltijd voor te willen zetten. En wat voor één! Mijn bestelde bami bleek te bestaan uit met ketjap overgoten spaghetti, een zak soepgroenten en gekookte kip. Tuurlijk, een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Maar het evenementenbord bij de voordeur had ons eigenlijk al moeten alarmeren.

Dit stond erop:

Woensdagavond: Bingoavond!
Donderdag: Nederlandse meezing-karaoke!
Vrijdag: Vang je eigen visdag!
Zaterdag: Tante Jannie's verjaardag!

Eronder soortgelijke borden voor de Duitse en Engelse cliëntèle, maar het was duidelijk dat de Nederlanders hun stempel hadden gedrukt op het lokale uitgaansleven.

De dagen erna besteedden we onder meer met hangen aan het zwembad (erin zwemmen werd getolereerd, maar niet van harte: je zou het middagdutje van de Duitse buurvrouw zomaar kunnen verstoren). Ook pakten we de auto, op zoek naar authentieke Spaanse dorpjes met dito restaurants. Dat laatste viel nog niet mee. Alle etablissementen die we aantroffen, waren overgenomen door Duitsers en Nederlanders. Traditionele tapas of een schaal paëlla? Ho maar. Schnitzels konden we krijgen, of een garnalencocktail. Carpaccio met ananas. Ook op de kaart: 'aardappel, groente en vlees.'

Het bontst maakten de toeristen het in het plaatsje Torrevieja. Terwijl enkele oudere Spanjaarden zichzelf en hun paarden in traditionele klederdracht in optocht door het dorp joegen, lagen de Westerse bejaarden te bakken op een omheind stuk strand. Middenin het dorp, wel te verstaan. Hoe dat eruit zag: lillend blotemensenvlees, bijeengehouden door minuscule stukken textiel. Topless oma's die hun zeemleren decolletés inwreven met walmende zonnecrèmes. Bierbuiken op badslippers.

Geen van allen keurde de Spaanse folklore een blik waardig. De meesten staarden verdwaasd naar een denkbeeldig punt aan de hemel, sommigen naar een sportpagina in de Telegraaf of een tabloid. En dat heet dan vakantievieren. We hebben er kostelijk om gelachen, maar dit was eens en nooit weer.

vrijdag 15 juli 2011

De trut en de neger

Meteen toen ze door een uitgang de tram binnenglipte zag ik het al: dat is een vervelend oud wijf. En ja hoor. Braaf inchecken deed ze dan nog wel, maar toen ze op een drafje een lege plaats inpikte waar een andere, nog veel oudere dame langzaam naartoe stommelde, wist ik het: dit was een trut.

Ze zat aan de andere kant van het gangpad, schuin tegenover me. Haar gele haar hing in vette slierten over de kraag van haar vaalrode windjack. Ze droeg een rugzak in eenzelfde onbestemde kleur, waarvan de rits halfopen hing. Ze had bij zich 1) een fles bio-vruchtensap, 2) een donkerbruine inklapplu in dito hoes en 3) een in zwart/wit uitgevoerde brochure waarin een veganistische kookcursus werd aangeprezen. Aangezien ik volzit met vooroordelen, had ik een instant hekel aan het mens.

Vanachter haar met regendruppels bedekte sjempotglazen loerde ze om zich heen. Haar bergschoenen had ze breeduit in het gangpad geparkeerd en om de zoveel tijd slaakte ze geïrriteerd een zucht. Tja, dacht ik. Áls je al zo lelijk bent, zorg dan ieder geval voor een fatsoenlijke presentatie. Dat maakt het allemaal net even wat sympathieker. Maar het kon het kreng waarschijnlijk weinig schelen hoe ze op anderen overkwam.

Halte Leidseplein. Het werd tijd om uit te stappen. Ik hield me staande in het gedrang door met één hand de stang naast de uitgang vast te pakken, terwijl ik met de andere mijn ov-chipkaart uit m'n broekzak probeerde te vissen. Toen stond het kreng op en probeerde onder mijn arm door te kruipen. Ik wankelde maar hield mijn poot stijf. 'Laat me d'r es langs!', bitste het kreng. 'Mevrouw, het is hier druk. Ik val bijna om', zei ik terug. Toen het kreng weer, op luide toon: 'HORK!'

Dit kan leuk worden, dacht ik nog. Scherp zijn. 'Mevrouw, u bent brutaal.' Meestal werkt die tactiek: volwassenen, die een stuk ouder zijn dan ik, aanspreken op een toon alsof het kleine kinderen zijn. Maar het kreng was niet van haar stuk te brengen. Ze riep nog een keer: 'Laat me er langs, hork!' 'Mevrouw, als ik een hork ben, dan bent u een stuk chagrijn.' 'Ik ben helemaal niet chagrijnig. Volgens mij heb je het over jezelf.' Ik keek haar quasi-geamuseerd aan en zei: 'Wedden dat ik niet chagrijnig ben?' Waarop zij antwoorde, waarschijnlijk hintend op mijn - in haar ogen - totale gebrek aan manieren: 'Je bent in ieder geval een stuk jonger dan ik.' Tijd voor revanche. 'Ja inderdaad. Dat is duidelijk te zien. Nou, daag.'

Ze zei nog netjes 'Daag' terug ook. Dat het ook heel anders kan, bleek een dag later. Wederom stond ik in een volgepakte tram vol natgeregende mensen. Het was net als die dag daarvoor een gedrang van jewelste. Bij het uitstappen stond plots een strakgestylede neger van een jaar of dertig naast me. Boven ons loeide de verwarming alsof het januari was. Hij bracht z'n mond naar mijn oor en fluisterde met iets te veel lucht: 'Heet hè?'.

Ik stapte uit. Op een roze wolk zweefde ik naar huis, z'n warme stem na-resonerend in mijn oor.

maandag 11 juli 2011

Nooit meer zomervakantie

En, waar ga jij dit jaar naar toe met vakantie? De meeste mensen gaan er gevoeglijk vanuit dat alle, maar dan ook alle Nederlanders zich en masse verplaatsen tijdens de zomervakantie. Maar ik héb helemaal geen zomervakantie, en die hoef ik ook niet. De zomervakantie is uitgevonden voor gezinnen met schoolgaande kinderen en daardoor voor mij juist reden om op een ander moment vrij te nemen.

Af en toe vergis ik me. Dan is het juli en komt de regen met bakken tegelijk uit de hemel. Een weekje Ibiza, Mallorca of iets anders is dan gauw geboekt, en vooruit: het is maar een uurtje vliegen. Dus dan ook maar met een budget airline als Transavia. Daar gaat het meteen al mis. Want wil je een vakantieweek ten volle benutten? Dan moet je om vijf uur 's ochtends in de op dat moment al ellenlange rij gaan staan voor de bagage drop-off. Een achterhaald systeem is het, dat het inchecken thuis in wezen totaal onlogisch maakt. Waarom niet ook alvast de bagage thuis inchecken, een label printen, aan de koffer vastplakken en aan een mannetje meegeven dat die bagage voor de ingang van de terminal opvangt? In de VS gaat dat al jaren zo en ook al jaren goed.

Afijn, de laatste keer was de bagage-inchecktijd allang verstreken, dus konden we alsnog met twee koffers van terminal één naar terminal drie. Door de douane ermee, die gelukkig een oogje dichtkneep en zo konden de koffers - inclusief liquids - alsnog mee aan boord.

Wachten bij de gate is ook geen pretje bij zo'n vlucht. Terwijl je probeert op te starten met een rustig muziekje op de iPod, is de rest van het vliegvolk al in opperste vakantiestemming. Jonge meiden, steevast gehuld in zo'n te strak rozevelours joggingpak, stuiteren in de trilstand voorbij. Groepen jongeren die om half zeven nog halfdronken zijn van de vorige avond. Bejaarden, die bij de paspoortcontrole hun tas leegkieperen omdat hun boardingpass - die ze de rest van de tijd stevig in hun knuistjes hadden geklemd - ineens onvindbaar is. Eenmaal aan boord is het opstijgen, koffie, cadeauartikelen, landen en dan: applaus! Ja, de mensen doen dat nog steeds.

Geloof me, ik heb vorig jaar ontzettend genoten van dat weekje Ibiza. Waren we echt aan toe en hadden we verdiend, blablabla, maar wat was het overal druk! Stranden lagen vol aangespoelde walvisvormige toeristen (Engelsen natuurlijk), de restaurants puilden uit van de schnitzels vretende, bruinverbrande Duitsers. En de Nederlanders? Die spurtten zoals gewoonlijk overal in hazenpas tussendoor, met in hun kielzog de kinderen die enorme zandverstuivingen veroorzaakten op het strand. Daar lig je dan, met prikkende ogen en een nauwelijks verstaanbare podcast van David Sedaris.

Nee, dat vind ik geen vakantie. Een vakantie moet rustig zijn. Lekker tukjes doen naast het zwembad, zonder een olijke buurman die het betaamt bommetjes te maken. De hele tijd! Zonder kinderen die je om half zeven door de brievenbus van je appartement wakker gillen (vraag: waarom heeft zo'n appartement een brievenbus? Het is echt niet zo dat ik daar de Telegraaf ga zitten lezen, elke dag). Wat overigens wel weer fijn is: Ibiza- en Mallorcagangers haten musea en cultuur. Wil je dus per se rust en/of verkoeling, dan is dat de place to be.

Een vakantie mag ook druk zijn. Zolang die drukte maar niet afkomstig is van medetoeristen, zoals in het overvolle Florence in juli en augustus. Daar staan zelfs wachtrijen voor de brug om de rivier over te kunnen! Daarom hou ik zo van het laagseizoen. Hongkong in februari. Het is er tropisch warm en de Chinezen komen in drommen op je af. Overal stinkt het naar eten. Je krijgt lang niet altijd wat je dacht te hebben besteld. Er wordt nog altijd gerocheld dat het een lieve lust is. Maar dat allemaal kan ik dan weer wél hebben. Sterker nog: liever tien keer dát, dan een meute hossende zomervakantievierders...