donderdag 28 oktober 2010

Alles hat ein Ende, nur die Wurst hat zwei

Zo is het maar net. Een waarheid als een koe die klopt als een bus.

woensdag 27 oktober 2010

Net niet verschenen boeken

Een van de beste cartoonisten die ik ken is Gummbah. Z'n humor is onnavolgbaar grappig en genadeloos grof. Wat hij ook te kakken zet: homo's, gehandicapten, smurfen of 'gewone' mensen, ik schiet bijna altijd in een kramp van het lachen.

In zijn laatste boek brengt Gummbah een serie zelfverzonnen net niet verschenen boeken bij elkaar. De auteurs van die nepboeken hebben de idiootste namen, net als de titels: Mieke Kuitschoot, met het boek 'Op het kerkhof der waanzin waaien winden het hardst. Of Kelvin Hesse, met 'Het grapje dat moest kunnen'. 'In Net niet verschenen boeken' staat telkens de (wanstaltig lelijke) cover links, met rechts een pagina uit het boek. Dat kan een verhaalfragment zijn, of een gedicht. Of een serie verhalen van één zin, waaruit ik deze citeer:

Terend op een verzonnen verzetsverleden reeg Remco de koffiemeisjes bij bosjes aan zijn boekhouderslul.





Meesterlijk. Meer op Gummbah.nl. En hieronder nog wat oude Gummbah-cartoons.







dinsdag 19 oktober 2010

Katja en haar lasercomputer

Eens, lang geleden, maakte Katja Schuurman reclame voor een computermerk genaamd Laser. Dat resulteerde in een reeks hits, waarin Katja net deed alsof ze een relatie aanging met de computer, met allerlei tenenkrommende teksten tot gevolg die vijftien jaar later nog steeds door m'n hoofd spoken.

Het begon met 'Maar nu heb ik er één', waar Katja's sexy, hese (lees: beperkte) zangstem voor het eerst solo te horen was. Hierin zingt ze dat haar oude computer een beetje sloom en traag werd, maar gelukkig kreeg ze er nu een die precies weet hoe het moet, die er altijd voor haar is en die alles voor haar doet.



Iets jongs, moderns en ook nog heel veel snellers. Tja. Dat kan beter, moet Laser Computer gedacht hebben. Ze kwamen op de proppen met Wereldmeid, een ballad waarin Katja zingt dat haar computer haar veranderd heeft van een provinciaal tutje in een vrouw van deze tijd, een meid die alles durft, een echte wereldmeid. En al in 1996 was Katja haar tijd al ver vooruit door haar Lasercomputer te gebruiken als een TomTom avant la lettre: "ik wist echt heg nog steg, maar hij weet de weg. Hij maakte me vrij, hij gaf de wereld aan mij." En: "Hij laat me alles zien, hij is voor mij een tien." Dat is toch om jaloers op te worden? Zo'n vriendje willen we allemaal wel!



Hoorden jullie dat inbelmodem, helemaal in het begin? Mooi hè? Het was een jaar later dat Katja op zoek ging naar een nieuwe Laser. Ze had hem al een tijdje in de gaten en wist: die hoort gewoon bij mij. En toen was het zover: "Ik zag je, ik wou je, ik heb je, ik hou je, naar jou heb ik zo lang gezocht. Ik ben totaal verkocht." Katja droeg in die tijd haar haar in slierten met paarse en rode linten erin. Een beetje luizig misschien, maar nog steeds sexy.



Het mooiste compliment dat je een computer kunt maken komt uit dit lied: "Jij bent zo goed gebouwd!"

Aan alles komt een eind. Niet lang daarna ging Katja weer analoog en ruilde ze haar Lasercomputer in voor de oude, vertrouwde Gouden Gids. Jammer vond ik dat. Technisch gezien was dat toch een stap terug. Toch fijn dat ene Robert de moeite heeft genomen net zolang met zo'n loeizware gids rond te zeulen tot hij Katja in het echt tegenkwam:

maandag 18 oktober 2010

De klysma-fontein van Leigh Bowery



Hoe val je op tijdens een bruiloft vol sketches, liedjes, stukjes en alfabetten? Met een klysma-act, dachten wij. En dan niet de suffe kliedertoestand waarmee Patty Brard zich ooit voorgoed voor schut zette, maar het échte werk. Die week ervoor had ik een verhaal gelezen over Leigh Bowery, het Britse clubfenomeen dat in de jaren tachtig de aandacht trok met zijn klysma-fontein. Men neme een liter Histor Levend Wit en een trechter. Vervolgens beklim je het podium van een dancing of middelgroot theater, buigt voorover met de rug naar het publiek en tadaa: spuiten en sproeien maar.

Uiteraard hebben we de act niet opgevoerd. Maar toen ik vorige week vertelde over Leigh Bowery, bleek niemand uit mijn gezelschap ook maar een vermoeden te hebben wie of wat Leigh Bowery was. Leigh Bowery dus. Levend kunstwerk dat taboes doorbrak. Leigh, die door Boy George ooit werd omschreven als 'moderne kunst op pootjes', brak in januari 1985 door met zijn eigen clubnight, genaamd Taboo. Al snel groeide deze avond uit tot de Britse tegenhanger van New York's Studio 54. Bowery was niet alleen bedenker van de avond, maar ook performance artist, fashion designer, acteur en model.



Gaandeweg de eigthies ging Bowery zich steeds extravaganter kleden en gedragen. In wezen is Lady Gaga kattenpis vergeleken met de bizarre, kolossale outfits waarmee deze artiest zich continu bleef vernieuwen. Begin jaren negentig scoorde hij zelfs nog een klein hitje in Nederland met de single Useless Man, met Minty als de 'sickest band in the world': ook nu kon Bowery het niet laten bij tijd en wijle het podium onder te schijten - alles in het teken van de kunst. Zijn podiumact bestond daarnaast uit een live-bevalling. Natuurlijk kreeg Bowery aids. In zijn nadagen toonde hij zijn moddervette lijf als naaktmodel en trouwde vlak voor zijn dood in 1994 met zijn hartsvriendin, Nicola Bateman.

Hoewel Bowery zelf vaak riep: 'The only reason I'm here is to make an entrance', heeft hij aardig wat wapenfeiten op z'n naam staan. Zo was hij regisseur van de baanbrekende video voor Massive Attack's Unfinished Sympathy. Verder bedacht hij podiumdecors voor U2 en verschillende modecollecties, waaronder eentje genaamd 'Pakis from Outer Space'.



Op zijn sterfbed sprak Leigh Bowery voor het laatst zijn zieke gevoel voor humor uit. 'Tell them I've gone pig farming in Bolivia', en toen was het klaar. Begin deze eeuw kwam er een musical uit over zijn leven, Taboo geheten. Boy George, op dat moment ook niet meer de slankste, leek als twee druppels water op Leigh.

Hier een tribute-site met enorm veel foto's en video's.

donderdag 14 oktober 2010

Het lullige bergje van Hurts

Eerlijk gezegd vind ik de muziek van Hurts net even te gelikt. Het duo maakt pop in de stijl van Duran Duran's Save a Prayer en soortgelijke midtempo ballads, met een nogal stroperig zingende zanger. Het is wel aardig, maar gelukkig maken de video's van Hurts een hoop goed.

De nieuwe single Stay is net als de voorgangers supergestyled. Grappig detail: in de jaren tachtig probeerden bands indruk te maken door hun muziekinstrument te bespelen bovenop een berg. Het liefst een berg die op het eerste gezicht onbedwingbaar leek. Hurts doet dat nu ook, al steekt hun bergje nogal sneu af bij die van Jon Bon Jovi in Blaze of Glory of Slash' beklimming in November Rain (was het November Rain? Whatever. Het was in ieder geval zo'n over the top episch Guns 'n Rosesnummer).

dinsdag 12 oktober 2010

Solliciteren

Er zijn honderden boeken, websites, onderzoeken, psychologische voorbereidingstests, do's & don'ts en weet ik wat al niet als het gaat over solliciteren. Die zijn vrijwel allemaal gericht op de sollicitant en niet op de werkgever. Eerder dit jaar heb ik volop gesolliciteerd. Uiteindelijk ben ik prima terechtgekomen, maar wat zou ik sommige van die potentiële werkgevers graag nog eens spreken. Om ze sollicitatieles te geven.

Zo zat ik bij een klein adviesbureau, dat het nodig vond mijn cv vanaf het allerprilste part-time baantje tot aan mijn voorlaatste functie door te vlooien. Maar erger nog: eerst kwamen er allemaal trivialiteiten aan bod. En dat allemaal op zo'n vreselijk opgewekt toontje:
'Vertel eens, wat ben jij voor mens?'
'Ik beschik over een uitermate vlotte persoonlijkheid. Ben ruimhartig, collegiaal, weet mijn keuzes helder toe te lichten dan wel te verdedigen, ben pro-actief, hands-on en betrokken. Maar ook flexibel als het moet en informeel wanneer de situatie het toelaat. Ik denk dat de termen dynamisch en spontaan de lading ruimschoots dekken.'

Toevallig zijn in dit uiteraard fictieve antwoord alle woorden verwerkt die sollicitanten irritant vinden, maar door werkgevers het vaakst in vacatureteksten worden gebruikt. (bron: persbericht van TMG, waarin het nieuwe vacatureplatform 360inc.nl wordt aangekondigd).

Terug naar dat adviesbureau. Nadat mijn hobby's de revue waren gepasseerd (lezen, theater, concertbezoek, reizen en andere politiek correcte antwoorden als K3 playbacken of met een infrarood lichtje op bejaarde voorbijgangers schijnen) en mijn thuissituatie was besproken (waarbij ik snikkend kond deed van mijn jarenlange kinderwens, maar bij gebrek aan in-house-baarmoeder de wanhoop zó nabij ben dat ik in staat ben tot kidnap, etc. etc. etc. (ook niet echt gebeurd trouwens)), kwam dan eindelijk mijn cv aan bod.

'Ik zie dat je hier een gat hebt van drie maanden. Ik vind het erg intiem om te vragen, maar ik moet het toch doen. Je bent toch niet uit de running geweest vanwege, ehhh..., criminele activiteiten?' 'Nou', had ik moeten zeggen, 'Ik heb drie maanden in de bak gezeten omdat ik nogal een kort lontje heb als het gaat om het beantwoorden van impertinente vragen.'

En dat mens dan een keiharde hoek moeten geven.
Maar zo ben ik niet (zie alinea twee).

(Ps. toen ik de bovenstaande foto zocht kwam ik het volgende tegen:
Bullshit Job Interview Questions and Answers)

maandag 11 oktober 2010

Madonna - vintage Mitsubishi commercial

Oooh, the eighties!

Een beter milieu begint bij jezelf

Of specifieker: bij je eigen toiletgebruik. Gisteravond werd weer eens gepleit voor plassen onder de douche. Tijdens het Vara-programma 'Zet het milieu op 1' werd het voetzeiken gepropageerd omdat je daarmee één keer doortrekken zou uitsparen. Mooi niet dat het werkt: het duurt namelijk een volledige doorspoelbeurt-hoeveelheid water om die gele kleur weer weg te krijgen - iets wat wel zo fris is voor degene die na jou onder de douche moet.

Jaren geleden alweer liet ik me rondleiden door het hoofdgebouw van de Verenigde Naties in New York. Ook daar werd volop over het milieu gesproken. Onze gids, een uitwisselingsstudent in Japanse klederdracht - er liepen ook studenten in Laplandse, Hongaarse of wat voor klederdracht dan ook, het was maar net wie je trof, vond het nodig ons een versje te leren over waterbesparing bij het toiletbezoek. Het ging als volgt:

If it's yellow,
Let it mellow.
If it's brown,
Flush it down.


Daarna mochten wij het versje opzeggen, in de hoop (!) dat we de opdracht in onze oren zouden knopen. Ik vond het maar smerig. Net zoals de meesten onder ons, want zeg nou zelf: je gaat toch niet zitten kakken in een pot vol pis? Die trek je dus eerst door, en daarna nóg eens, want dat moet volgens het 'flush-it-down' principe. Bovendien: de toiletjuf van de VN was er duidelijk niet blij mee toen ik mijn plasje lekker liet mellowen.

Ik wil best aan het milieu denken, maar ik ga er níet onhygiënisch voor worden.

vrijdag 8 oktober 2010

Het verhaal van Kriebeltje

Eens, lang geleden, carpoolde ik met twee collega's van Amsterdam naar Vianen en weer terug. We werkten destijds bij het immer hectische World Online en een rit van en naar het kantoor duurde regelmatig drie kwartier tot een uur. Chauffeur Bart trakteerde ons in het begin op smooth jazz of allerlei freaky shit van Frank Zappa uit de seventies, maar dat ging al snel vervelen. Vanaf dat moment was de opdracht: hoe gekker, slomer of crappier de muziek, hoe beter.

Een periode van totale filegekte brak aan. Op de heenreis blèèèrden we mee met Baccara, de terugweg ging van start met Luv'. Al snel kenden we het repertoire van alle wanstalige damesgroepjes uit ons hoofd en schalde het over de Nederlandse snelwegen: 'You're very welcome in Waldooooooooooolalaaaaaaa', Ooohooo Ahaaaa you're such a casanooooooovaaaaa'. Of we kreunden mee met Baccara's Yes sir, I can boogie ('boogie woogie, all night loooooong'). Even tussendoor: het leukste Baccara-lied is The Devil Sent You to Lorado, vanwege de schrikeffecten van de zangeressen. Na deze zin slaken de dames een bang gilletje: 'Because he knew that you were there (Huuuh!) (Waaah!). Kijk zelf:



Het gaat in dit verhaal niet over Baccara, maar om Kriebeltje. Hoofdredacteur Henk verkondigde op een sombere dag dat zijn neef geen leven had als gay in het homovijandige Israël. Om aan zijn hel te ontsnappen kon de neef bij zijn oom aan de slag. Er werd een mooie functie voor hem verzonnen en ze leefden nog lang en gelukkig. Maar toch niet helemaal...

Even terug naar onze autoavonturen. Chauffeur Bart zat in zijn vrije tijd in een band en vervoerde alle muziekinstrumenten in de kofferbak van zijn enorme Volvo. Het duurde dan ook niet lang voordat we met z'n drieën helemaal losgingen: sambaballen, tamboerijn, het woodblock en de triangel zorgden ervoor dat onze muzikale vreugde tot het kookpunt steeg. En toen kwam het verzoek van Henk. Of zijn neef mocht meerijden.

Het mocht.

De eerste drie dagen hielden we het bij een enkele triangel-tingel of een stiekem klopje op het woodblock. Ook de muziek werd aangepast aan onze nieuwe gast: enkel en alleen nog Nederlandse meuk, zodat hij snel aan onze cultuur zou wennen. Denk hierbij aan de Dolly Dots, Frizzle Sizzle, Linda, Roos & Jessica en Bonnie St. Claire. Het duurde maar even voordat de neef zijn eerste tamboerijn vasthield en al snel was hij de gangmaker van het gezelschap. Sterker nog: hij hield niet meer op met herrie maken.

Na een tijdje begonnen verschillende dingen op te vallen. Z'n haar - nou ja haar, een kale kop met een comb-over - zat altijd slordig. Hij droeg iedere dag hetzelfde, ietwat smoezelige pak. Ook had hij elke dag hetzelfde plastic AH-tasje bij zich met daarin zijn werkspullen. Langzamerhand begon het een beetje mossig te ruiken als de neef bij ons in de auto stapte. We werden er eigenlijk een beetje kriebelig van - et voilà: zijn bijnaam was geboren.

Vanaf toen veranderde er iets. Zodra Kriebeltje op de sambaballen dook probeerden we hem af te remmen. Kriebeltje niet teveel laten bewegen, luidde het nieuwe devies. Maar hij was niet te stoppen: vanaf de achterbank smeekte Kriebeltje kirrend om Baccara als chauffeur Bart een kalmerende jazz-cd had opgezet. En daar gingen we weer...

Op een dag was Bart vrij en geen chauffeur. We zaten met Kriebeltje in de bus. Aangezien er geen muziek was, besloot Kriebeltje dat het tijd was voor een gesprek. Het werd één grote klaagzang. Zijn vriend, een veel oudere man, commandeerde hem rond en gaf hem er ongenadig van langs. Hij woonde in een huis waarvan de eigenaren hem opsloten in zijn kamer als er bezoek was. Ze parkeerden de vuilniszakken op Kriebeltjes bed: aan hem de taak het huis schoon te houden. En hij miste Israël zo: 'I wish I was dead! I wish I wasn't gay! Please let me be normal, I wish I was straight!', druilde Kriebeltje. Maar gelukkig had hij ons nog. De ritjes van en naar Vianen waren voor hem het hoogtepunt van de dag en wij waren zijn redding geweest de afgelopen weken.

De volgende ochtend kwam Kriebeltje weer naar de oppikplaats, voor de ingang van het park. Bij ons rees het vermoeden dat hij daar inmiddels menig nacht geslapen moest hebben. Ja hoor, hij stonk weer een dagje mossiger dan gisteren. En wat had hij er weer een zin in, liefst Luv' vandaag. Zo zaten we opgescheept met een steeds verder verloederende Kriebeltje, die al z'n frustraties hysterisch van zich af sambabalde. Dat laatste stukje geluk wilden, nee kónden we hem gewoon niet ontnemen.

Toen vertrok hoofdredacteur Henk naar het nieuwe hoofdkantoor in Rotterdam. Zijn neef kreeg daar weer een ander zelfverzonnen baantje. De transfer kwam als een geschenk uit de hemel. We hebben nooit meer iets van Kriebeltje vernomen.

woensdag 6 oktober 2010

Die Antwoord - Evil Boy









Ze zetten weer een weird sfeertje neer, onze vrienden van Die Antwoord.
De nieuwe video voor 'Evil Boy' is nogal fallus-gericht.
En laat Lady Gaga dat muizenpak maar niet zien. Hier de video:

Stokrozenplaag


In mijn straat woedt een stokrozenplaag. Of eigenlijk in heel Amsterdam, nu ik er goed op let. Maar speciaal in mijn straat woekert het onkruid alle kanten op. Voor wie niet weet wat een stokroos is: de stokroos is een sprietige, fletsgroene stengel met bobbels erop die een lengte van ruim twee meter kan bereiken. Meestal doet hij dat niet en ligt hij geknakt over het trottoir.

Van de stokrozen die wél hun lengte weten te bereiken, springen na maanden van welig tieren ineens de bobbels open. Eruit tevoorschijn komen slap hangende bloemen in kleuren van versleten gordijnen: lichtpaars, vaalbruin, oudroze, zeg maar de sombere kant van de verfwaaier met pasteltinten.

Waar mensen in verre buitenlanden de stokroos meteen in maart de kop indrukken, koesteren mijn buren hun stengels alsof het zonnebloemen zijn. De een heeft zijn stengel gespalkt met een lat, de ander bindt er wekelijks een iets langer touwtje om zodat zíjn stengel in ieder geval knakbestendig is. Intussen slalommen wij door het woud van stengels over de stoep naar huis.

Hoe het zover heeft kunnen komen? Dat is volledig te danken aan ons ijverige stadsdeel, Oost (toen nog Zeeburg). Om de saamhorigheid in de buurt te bevorderen riep Stadsdeel Oost een bijzonder fenomeen in het leven: de Geveltuintjesdag. Op een zonnige dag in april werden we opgeroepen naar een plein te komen om aldaar stekjes en zaadjes met buren en omwonenden uit te wisselen.

Een jaar of wat geleden kwam de gemeente met tuingerei in de aanslag per huis een stuk stoep afbakenen van veertig centimeter breed, waarbinnen de buren hun versgeruilde stekjes en zaadjes mochten planten. Dergelijke geveltuinen zie je nu overal, maar nergens staan er zoveel stokrozen in als bij ons in de straat. Verschillende overburen hebben zelfs een tuinbank in hun geveltuin gezet zodat ze onder hun stengel van het weer kunnen genieten.

De Geveltuintjesdag heeft de saamhorigheid niet bevorderd. Natuurlijk, we groeten elkaar op straat en nemen pakjes voor elkaar in ontvangst. Maar het komt geen seconde in me op om een buurman of -vrouw te complimenteren met het feit dat zijn/haar stengel nog fier overeind staat en niet geknakt is zoals bij die andere buren. Integendeel: komend voorjaar sluip ik 's nachts de straat op met een onkruidverdelgend gif. Weg ermee!

(Oja, de bovenstaande foto heb ik van Google getrokken. Dit is niet mijn straat.)

dinsdag 5 oktober 2010

Het haarkerkhof

Mijn buurtkapper is ter ziele. De boel is overgenomen door Cosmo en de kappers die mij knipten zijn naar de haarhemel gegaan. Nee, ze hebben niet collectief zelfmoord gepleegd, ze zijn écht vertrokken naar de Haarhemel, de naam van een kapsalon in de Amsterdamse Jordaan. Maar ik ging niet naar de Haarhemel. Aangezien ik graag vroeg geknipt wil worden en niet op ongure tijdstippen een halve stad wil doorkarren, besloot ik de Cosmo een kans te geven.

Maar wat een verschil met voorheen. Het oorspronkelijke, industrieel aandoende beton-met-metalen interieur was vakkundig weggestuukt achter smetteloos witte wanden. De twee lobbesachtige honden die vroeger rond je benen darden waren in geen velden en wegen te bekennen. Bij binnenkomst geen gezellig 'Heeej goedemorgen!', maar een uiterst vriendelijk maar even afstandelijk: 'Goedemojgen meneer, kan ik uw jas aannemen?' En waar ik vroeger bij wijze van spreken mijn eigen koffie uit de automaat tapte, kreeg ik hier niet eens iets aangeboden.

Dat terwijl koffie de eerste levensbehoefte is in een kapsalon, vooral ook om de keel te smeren voor het Belangrijke Eerste Gesprek. Dat komt na een eerste 'Gajenogopvakansie' of 'Nogwatleuksdoenditweekend' meestal wel op gang, maar niet bij de Cosmo-dames. Ze vrágen het wel, maar luisteren vervolgens niet naar het antwoord. Zoals ze ook niet luisteren naar mijn verzoek om 'stgakke haagtjes'. Het grapje landde niet: blijkbaar kijken de dames geen Oh Oh Cherso...

Ik mocht gelukkig nog wel kiezen tussen een standaard knipbeurt met Schwarzkopf-wassing vooraf, of een luxe behandeling met hoofdmassage met een dure shampoo voor extra geld. Ik koos voor het eerste, vooral omdat ik een jaar of vijftien geleden eens zo'n hoofdmassage bij een ander Cosmo-filiaal moest ondergaan. Tien minuten lang werden nek en slapen verveeld betast, terwijl de kapster door haar neusgaten warme adem over mijn voorhoofd blies. Nee dank je. Doe maar gewoon heel snel alles eraf knippen tot ik tevreden ben voor het standaard bedrag.

En of ik tevreden was? Nee. Ik had immers geen koffie op, en thuis zag ik dat ze weliswaar een poging hadden gedaan het haar te temmen met een tondeuse (mijn verzoek om strakke haartjes had ik inmiddels vertaald in een strak jaren vijftig kapsel met een scheiding en opgeschoren zij- en achterkant). Maar strak was het zeker niet. De volgende keer dan toch maar naar de Haarhemel, al had ik het lolliger gevonden als ze deze kapsalon het Haarkerkhof hadden genoemd. Want dat is het in wezen, natuurlijk.

'Mam, weet jij nog wanneer ik voor het eerst een boterham met kaas gegeten heb?'

Soms komen dingen zomaar uit de lucht vallen. Net had ik het deuntje 'Er is zoveel verdriet' van MAM in mijn hoofd. Maar deze is veel leuker: Maternité.


Met nog wat aanvullende informatie:
De single Maternité is terug te vinden op het verzamelalbum La Grande Parade, een plaat die is samengesteld naar aanleiding van de overzichtstentoonstelling van moderne kunst in het Stedelijk Museum in 1985. Op La Grande Parade kiezen artiesten een schilderij uit om daar een compositie over te schrijven. Maternité is gebaseerd op het werk van Pablo Picasso en bevat een sample met de tekst 'Mam, weet jij nog wanneer ik voor het eerst een boterham met kaas gegeten heb?'

maandag 4 oktober 2010

Keanu Reeves over Sad Keanu

Het is een van de leukste internet meme's van dit moment: Sad Keanu. Het heeft niet meer om het lijf dan een foto van de acteur Keanu Reeves die op een bankje zit en niet al te vrolijk vanaf dat bankje naar een punt tussen zijn voeten staart. En die afbeelding wordt nu werkelijk overal in gephotoshopt. Keanu huilend op de fail whale van Twitter, droevig op de rug van een dolfijn, zwaarmoedig tussen tientallen katten, treurend naast The Joker uit Batman... Hier een compilatie met een voor Sad Keanu speciaal gecomponeerd lied:



De acteur kan er wel om lachen, zo is te lezen op DListed:

Seriously, though, this is one of the reasons I think one of the big appeals of you as an actor is that people are always straining to figure out what's on your mind, what you're thinking, why you're sad … There's thousands of people doing this.
Wow. So, what, now they're putting me next to other objects?

Yes! For instance, right now I'm looking at you in some Banksy graffiti, you next to a panda.

That's so funny.

You with a cheerleader, but you don't notice her …

Oh, that's funny. So they like take paparazzi pictures and re-contextualize them? Funny.

Exactly.
Well, it sounds like harmless, good clean fun.

What do you make of how your fandom is changing?

I don't know, I haven't seen it. That one, well, I guess, though, when you think of how bad that stuff can go, that sounds like a pretty good clean fun one to have happening.

Given the options …

Yeah, I haven't seen them. But given the scope and scale of what can happen out there, that sounds like an all right one. It sounds conceptually funny. [Laughs.]

Tandpasta- of prosecco-chips (mét bubbeleffect!)

Op mijn werk krijg ik dagelijks diverse e-mailnieuwsbrieven binnen, die me op de hoogte houden van recente ontwikkelingen in de marketing- en reclamewereld. Die van Distrifood is een van de leukste. Zo krijg je updates over welke supermarkten er die dag in de fik hebben gestaan (de Super de Boer in Coevorden) of zijn overvallen (de Plus in Almelo). Ook leuk zijn de advertorials, zoals deze van Mona:



Let op het prachtige jargon: het onderhanden nemen van vier 'concepten', die 'vernieuwd instromen' en daarmee een 'impuls geven' aan het 'toetjesschap'. In gewoon Nederlands staat hier eigenlijk: iemand heeft vier Mona-pakken leeggeschud in het koelvak, waarna de hele bende is overstroomd. Nou ja, zo had je het kúnnen lezen.

Maar er gebeuren dan ook heel rare dingen in de voedingsindustrie. Fraai zijn alle innovaties die de producenten loslaten op hun klanten. Zo is er yoghurt in knijpverpakking uitgevonden, erg handig voor als je onder de douche wilt ontbijten.

En Lays zit middenin een chipssmaakwedstrijd. Wie stemt op een van de drie smaken Babi Pangang, Patatje Joppiesaus en Mango Red Chili, maakt kans op een jaar lang gratis chips in de winnende smaak op het werk. Moet je je voorstellen: een jaar lang iedere dag babi pangang-chips! Echt, ik zou na twee dagen al over m'n nek gaan van de zoetzure chipsmeur.

Mijn suggesties zijn chips die nu eens niet zout zijn, maar met de smaak van:
- Honingdrop
- Tonijnsashimi
- Radijsjes
- Custardpudding
- Draadjesvlees (met van die vette, zoete jus)
- Cappuccino
- Tandpasta (lekker fris)
- Pistachenootjes
- Werther's Echte
- Prosecco (met bubbel-effect)