maandag 28 november 2011

Contact!

Er wonen duizenden mensen in mijn iPhone. Mensen die ik heel goed ken, maar ook vage bekenden. Of mensen waarvan ik alleen het gezicht ken van een foto. Mensen die mij in een beperkt aantal tekens vertellen waar ze aan denken, wat ze doen en wie ze zijn. Waar ze uithangen, vaak en vooral.

Soms belt een van die mensen mij op of ik hem/haar, al gebeurt dat stukken minder dan een jaar of tien geleden. Vaker stuurt zo iemand een bericht, meestal via Whatsapp. Maar ook sms en zelfs e-mail zijn nog altijd in zwang.

Op mijn iPhone vechten Facebook, Twitter en Instagram om aandacht. Foursquare hobbelt er een beetje achteraan. Op Facebook zitten de mensen die ik 'echt' ken of waarmee ik veel heb getwitterd. Dit zijn vrienden, bekenden, bekenden van vrienden en vice versa, maar ook familie of fervente Twitteraars waarvan ik er een aantal inmiddels ook 'in real life' heb gezien.

In het begin was dat best onwennig. Staat er ineens een Dennis voor je neus die in 3D en in schaal 1:1 weliswaar sprekend lijkt op zijn twitter-avatar, maar IRL een stuk beweeglijker is. Of toen ik voor het eerst bij Bas op bezoek ging in het UMC. Rol je ineens een ziekenhuisbed door de gangen van het hospitaal, op weg naar de rookruimte. Met in dat bed iemand die je op Twitter al heel vaak heb gesproken, maar in deze setting toch een vreemde voor je is. De keer dat ik met zangeres Krause naar de Parade ging. Dat ex-collega Wesley en ik uit eten gingen en daar pas constateerden dat we elkaar bij Wanadoo eigenlijk nooit hadden gesproken. Naar de boekpresentatie van Marianne Zwagerman, waar de een na de ander op me af kwam: 'Hé, ben jij @jbartelds?' En zo zijn er dit jaar vele ontmoetingen geweest met de meest uiteenlopende figuren, waaraan ik inmiddels warme contacten heb overgehouden.

Facebook is dan een handig follow-up-platform. Daar deel je toch meer de dingen die wat persoonlijker zijn dan op een flapuit-medium als Twitter. Dat is tenminste hoe ik Twitter gebruik, naast het pluggen van blogs als deze. Wat vervolgens weer reacties oplevert, vaak uit onverwachte hoek en altijd leuk om te krijgen.

Foursquare is meer een dingetje om tips te vergaren. Voor wie het niet kent: je checkt ergens in en deelt dit vervolgens met je vrienden op Facebook en/of je followers op Twitter. Wat ik niet doe: mij gaat het alleen om de wachtwoorden voor gratis Wifi en eventuele andere voordeeltjes. Er zijn mensen die wél alles delen, soms vanuit een ´kijk mij eens hip bij Trouw staan'-mentaliteit, soms uit pure verveling. Die laatsten zijn het ergst. Die checken in bij ieder viaduct, elke bushalte, bij pompstations en verkeersknooppunten. Pure timeline-vervuiling is het. Uit pure irritatie krijgt zo'n figuur meestal meteen een block.

Mijn laatste ontdekking is Instagram, een appje waarmee je foto's kunt bewerken en die van anderen kunt 'liken'. In het begin likete ik de wolkenluchten en zonsondergangen nog, nu focus ik me meer op leuk uitziende types met al even leuke, persoonlijke foto's. Het grappige is dat sommige Instagram-followers nu ook met me twitteren en zelfs de eerste Facebook-contacten zijn alweer aan het ontstaan.

Hoewel ik meer op Twitter zit dan Facebook, heeft die laatste mijn absolute voorkeur. De app rammelt af en toe, maar hoe leuk is het dat je na tien jaar ineens weer bij Sonja en Stefan op de bank zit na een hernieuwde FB-kennismaking? Of dat ik kan volgen waar goede vriend David nu weer uithangt voor z'n werk? En de idiote opmerkingen van mijn tweejarige nichtje, die ik niet hoef te missen vanwege de updates van mijn zus uit Ierland?

Ten slotte dit: een kerstkaart die ik op mijn zeventiende stuurde naar klasgenootje Paula en die ze vorige week via Twitter als een boomerang terugbezorgde. Dat ik dat ding ooit gemaakt had was ik compleet vergeten...

maandag 21 november 2011

Theaterpubliek

Ik kom nog wel eens in het theater. Nu valt het misschien in Amsterdam niet zo op, want daar is het theaterpubliek nog redelijk gemêleerd. Een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam en een optreden van Claudia de Breij trekken aardig wat jongeren. Maar ga je naar iets obscuurs van een miniscuul gezelschap, een voorstelling van een minder bekende cabaretier of naar de schouwburg in Amstelveen, dan vallen een paar dingen meteen op.

1. Bijna iedereen is oud. Mensen schuifelen met hun looprek via de rolstoelingang naar binnen. Vaak vallen ze na tien minuten al in slaap, waarna ze af en toe verschrikt opveren bij geschreeuw of lawaai afkomstig van het podium. Om je heen hoor je het gereutel van verterende maaltijden en onophoudelijk gerochel. Of keihard gesnurk, van de bejaarde achter je die overal stoïcijns doorheen slaapt.

2. De mensen die niet oud zijn, zien er allemaal hetzelfde uit. Het zijn bijna allemaal vrouwen, want mannen gaan liever niet naar toneel. Die vrouwen lijken ook allemaal op elkaar. Ze doen niet aan mode, maar hebben een persoonlijke smaak ontwikkeld. Die houdt het midden tussen lekker praktisch en excentriek. Denk aan een pantalon met iets wijd wapperends erop: een trui in tien groentinten, een blauwgrijze pashmina of een flodderbloes. Het haar: sowieso praktisch, maar wel met iets van verf erin.

3. Er zijn natuurlijk wel een paar mannen. De mannen die met hun vrouw mee moesten houden vaak hun jas aan tot het doek opgaat. Alsof er tot die tijd nog ontsnapping mogelijk is. Alle andere mannen zijn homo en horen bij elkaar.

4. Meestal is er geen pauze. Wordt de voorstelling wel onderbroken, dan begeeft de meute zich en masse naar de bar. Vervolgens is het goed uitkijken geblazen: overal om je heen rammelende kopjes en schoteltjes en mensen die koffie over zichzelf morsen. Of over elkaar. Ondanks de verbouwing is de bar van de Kleine Komedie berucht. Het zal niet de eerste keer zijn dat iemand met een half koffieservies van de twee traptreden lazert.

5. Na de pauze zijn er vaak stoelen leeg. Sommige mensen zijn wakker geworden en naar huis gegaan. Anderen vonden er domweg niks aan. Aan het geroezemoes te horen kent bijna iedereen de acteurs persoonlijk of heeft er een persoonlijke herinnering aan. ‘Halina was zó goed in dat en dat stuk van vijf jaar geleden.’

6. Grote ergernis van zeker de helft van het publiek: degene naast je die de armleuning opeist door er met de elleboog overheen te gaan hangen.

7. Het applaus. Publieksveteranen springen in de houding en scanderen bravo, ongeacht hoe slecht het stuk was. Anderen blijven stug zitten en geven met een afgemeten gezicht aan wat ze ervan vonden: zoals altijd was het weer niks. Maar als het werkelijk geweldig was, worden acteurs of cabaretiers beloond met een minutenlang doordaverend applaus, waardoor de stoïcijnse bejaarde uit punt één alsnog kwijlend wakker schrikt en als een duracelkonijntje begint mee te klappen.

zondag 13 november 2011

Werken bij Joop

Bijna was ik een commerciële mediahoer geweest. Het is alweer een eeuwigheid geleden dat Joop van den Ende TV10 oprichtte. Het was in de tijd dat RTL Véronique net was begonnen en Van den Ende wilde daar een ´Sterrennet´ tegenover zetten. Ron Brandsteder, Jos Brink, Henny Huisman, André van Duin, Sandra Reemer, ja zélfs Harmen Siezen: allemaal gingen ze mee met Joop. Het doel: een volwaardige tv-zender op poten zetten met al wat scoorde op de Publieke Omroep.

Toen ik las dat TV10 ook op zoek was naar minder bekend personeel, aarzelde ik natuurlijk geen moment. Wat had ik mijn sollicitatiebrief graag teruggelezen, want ik heb geen idee wat ik er op 14-jarige leeftijd allemaal heb uitgekraamd. Het was in ieder geval serieus genoeg voor de HR-afdeling van TV10 om mij uit te nodigen voor een gesprek.

Aangezien ik zelf op school zat, handelde mijn moeder het eerste telefoongesprek af. Nee, er stond geen leeftijd in de brief. En ja, 14 jaar was eigenlijk iets te jong voor een medewerker van een nieuwe tv-zender. Bovendien zou het reizen vanuit het oosten des lands mij op die leeftijd zeker gaan opbreken.

En zo werd mijn tv-carrière in de knop gebroken. Als troost kreeg ik nog wel een officiële afwijzing van Mr. Van den Ende himself. Al ben ik die brief inmiddels ook kwijtgeraakt…

zondag 6 november 2011

Loopcam

Leuke app: Loopcam. Hier mijn videoreportage van gisteravond, vanuit het raam van De Ondeugd. De Ferdinand Bolstraat.



 

woensdag 2 november 2011

Beschaving anno 2011

Restaurant Zushi, woensdagavond, een uur of half acht. We zitten aan de ronde bar, met voor ons een lopende band waarop schoteltjes met allerhande sushi voorbij slakkegangen. De barkrukken staan vrij dicht naast elkaar, waardoor lichamelijk contact met een onbekende buurman of -vrouw onvermijdelijk is. Gelukkig zijn de meeste mensen zo beleefd zich te verontschuldigen als ze op de een of andere manier even wat meer ruimte nodig hebben.

Zo niet de 'dame' links naast mij. We noemen haar voor het gemak maar even Mevrouw de Cultuurrelativist. Ze had me al vernietigend aangekeken voordat ik plaatsneem op de lege kruk naast haar. Haar stapel lege schoteltjes staat pontificaal voor mijn neus. Een serveerster zet deze subtiel een eindje naar links, maar met een ferm handgebaar schuitft de Cultuurrelativist ze weer terug in de oude positie.

Luid tetterend zet ze haar gesprek voort. 'Wat een heeeeeerlijk eten hebben ze hier. Ik ga zo DIE daar nemen!' Om haar woorden kracht bij te zetten duwt ze haar arm bijkans in mijn gezicht en priemt met haar vinger naar een schoteltje met gyoza's. 'Echt, moet je zien hoeveel bordjes ik al op heb', giert ze naar haar gezelschap, rammelend met het de stapel schoteltjes voor mijn neus.

Ik kijk naar links. Voor de Cultuurrelativist ligt een telefoon met daarop een sticker. 'De Mars der Beschaving' staat erop. Even word ik afgeleid door twee latina's die de trap bij de ingang opkomen en plaatsnemen aan de bar tegenover ons. Mevrouw naast mij roept iets te luid: 'Zou dat nepbont zijn? Dat is toch geen echt bont hè? En als het nepbont is, dan nóg! Dat trek je toch niet aan? Het idee alleen al dat je de suggestie wekt dat je in doodgeknuppelde dieren rondloopt!'

De meisjes doen alsof ze niks horen. De Cultuurvrouw richt haar pijlen daarom maar weer op haar soortgenootjes. 'Moet je ons toch eens zien zitten! Terwijl heel Europa in puin ligt zitten wij hier lekker sushi te eten. In Griekenland kan dat straks niet meer hoor! En in Nederland misschien ook niet. Geniet er nou maar lekker van. Hier, ik heb steeds de duurste schoteltjes genomen. Hahaha, wat nou, crisis!'

De Cultuurrelativist staat op. 'Jij betaalt, toch?', roept ze naar de man naast haar. 'Ik moet weg.' Bij het opstaan had ze me al ruw in m'n zij gepord met haar elleboog. Nu slaat ze haar jas tegen me aan, waarbij mijn schoteltjes bijna van de bar lazeren. Daarop trekt ze zonder iets te zeggen haar tas onder de bar vandaan. Mijn kruk wankelt, maar ik blijf overeind. Na een luidkeels 'DOE-DOEI' verdwijnt mevrouw de Cultuurrelativist uit beeld.

Beschaving? Laat me niet lachen...