dinsdag 27 april 2010

'Young Lebanese drive through devastated neighborhood of South Beirut, 15 August 2006'



Geen idee waarom, maar ik moet de laatste tijd vaak aan bovenstaande foto denken. Een groep jonge Libanezen keert terug naar hun sjiitische wijk in Beiroet om de situatie in zich op te nemen na Israëlische bombardementen. Persfotograaf Spencer Platt won er de World Press Photo mee in 2006. Is het de schaamteloze decadentie? De over de top gestylede Paris Hilton-klonen? De totaal met de rest van het tafereel contrasterende cabrio? Zoals ik al zei: geen idee. Maar een prachtige foto is het. Nog steeds.

maandag 26 april 2010

Gleeeeeee!

Al een paar maanden volg ik Glee via internet. De serie - een soort High School Musical maar dan met volwassen humor - is aan het uitgroeien tot een enorme hit. Het brengt nieuwe doelgroepen (lees: jongeren) die nauwelijks nog muziek kopen in contact met artiesten die ze anders nooit hadden gekend.

Glee is een hitmachine die in het eerste seizoen al drie albums heeft uitgebracht. Eigentijdse versies van tracks van Boston (Don't Stop Believin') staan ineens in de hitlijsten, terwijl de originele nummers ook weer populair worden.

Niet gek dus, dat artiesten als Billy Joel en Madonna gretig hun complete back catalog rechtenvrij afstaan. En het werkt: de aflevering 'The Power of Madonna' was het best bekeken tot nu toe en volgende week staat het bijbehorende album waarschijnlijk op 1 in de Amerikaanse albumlijsten.

Ook shows als Idols en X-Factor hebben een dergelijk effect, maar de impact van Glee is wereldwijd veel groter. Het eerste seizoen wordt wereldwijd uitgezonden in zo'n twintig landen. Wanneer volgt Nederland?

Hier een remake van Madonna's Vogue, waarbij de video bijna beeld voor beeld is gekopieerd.

Chip Chop Awards

Leuk: de Chip Chop Awards. Een reclameprijs die in een hele lading categorieën wordt uitgereikt, maar dan niet alleen aan de gevestigde orde. Iedereen mag meedoen. Het gaat naast de geijkte dingen als 'best packaging design' of 'best viral' om persiflages, nep-commercials, remakes, bewerkingen, noem maar op. Categorieën hebben klinkende namen als 'best work for any brand you haven't a hope of winning', 'best use of bad taste'.

Hier alvast één genomineerde in de categorie 'best viral', de rest vind je hier.

zondag 25 april 2010

Too good to be forgotten (I)

Lieve here god, bedankt voor het scheppen van de iPod. Want naast verschillende vormen van liefde en voedsel heeft een mens eigenlijk niets anders nodig. Ja, muziek natuurlijk, maar als een iPod eenmaal is gevuld kom je de prachtigste dingen tegen: muziek met een herinnering of juist nieuwe ontdekkingen. Het eerste deel van een serie: too good to be forgotten.

Mike Francis - Survivor
Geen idee of dit ooit iets heeft gedaan, maar in 1983 was dit vaak op de radio. Typische eighties fluff die anno nu nog even lekker klinkt als toen. Francesco Puccioni zoals ie eigenlijk heet, zingt omfloerst over een italoballadbeat met een vette synthesizerpiano halverwege.


Lenny Kravitz - What Goed Around Comes Around
In deze slepende shuffle doet Lenny z'n beste Curtis Mayfield-imitatie. Met een geïmproviseerde sax-solo waar je kippenvel van krijgt. (Insluiten mag niet van YouTube, luister hier).

De La Soul - A Rollerskating Jam Named 'Saturdays'
Geweldige groove, die uitmondt in een jamsessie zoals je ze maar weinig hoort tegenwoordig. Van het tweede album, genaamd De La Soul is Dead. Inderdaad, daarna hebben we weinig van ze vernomen, wat erg jammer is.


Patti LaBelle - Yo Mister
Met LaBelle maakte ze in de seventies furore als funkdiva. Haar latere solowerk bleek in de jaren tachtig minder populair, maar er zitten toppers tussen: luister bijvoorbeeld naar Love You, Need You, Want You, of het duet met Michael McDonald, On My Own. Maar ik ga voor het gortdroog door Prince geproduceerde Yo Mister.


Radio Earth - Distant Land
Eens, lang geleden, heette 3FM nog Radio 3 (daarvoor Hilversum 3). Elke omroep had z'n eigen uitzenddag. De VARA had de dinsdag, met als hoogtepunt de Verrukkelijke 15. Luisteraars konden een briefkaart insturen met daarop hun favoriete hit van dat moment. Het leverde een lijstje op dat naast grote hits veel alternatiefs te bieden had. Deze track schopte het in 1987 alleen in deze lijst vrij ver, daarbuiten bleven ze vrijwel ongedraaid.


Amazulu - Excitable
Aan een track van deze reggaebabes is de titel van dit blogje ontleend. TGTBF was een kleine hit in Nederland voor deze eendagsvliegen. Excitable is minstens net zo zonnig en deed het altijd goed onder items in reisprogramma's over het Carribisch gebied.


Boy George - The Crying Game
Na de Culture Club en kilo's heroïne kwam het eigenlijk nooit meer goed met Boy George. Hij scoorde een paar solohits, waarvan dit er eentje was. Probeer een beetje door die malle pruik heen te kijken, want het is echt een prachtige versie van dit nummer, dat oorspronkelijk werd gezongen door Dave Berry. Maar deze Pet Shop Boys-productie maakt er een glamorous geheel van, wat eigenlijk gek is want het komt uit een zware film over de IRA.


Urban Dance Squad - Deeper Shade of Soul
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig scoorde dit Nederlandse collectief wereldwijd met een hybride van funk, rap en rock. Een comeback zat er een paar jaar geleden slechts in voor één optreden, maar wat jammer dat ze geen muziek meer maken!


Stephen Simmons - Tears Never Dry
Meestal ben ik niet zo van de glibberige ballads, maar met een melodie als die van Tears Never Dry ga ik meteen overstag.


Garbage - Androgyny
Shirley Manson was de voorvrouw van dit rockdingetje uit de jaren negentig. Ze maakten wat bozige muziek als Only Happy When it Rains en Stupid Girl, maar leuk werd het pas toen ze de elektronica ontdekten. Voor velen was Garbage toen al over het hoogtepunt heen, maar ik vind Androgyny nog steeds een van hun beste singles.

Het lege huis

Bijna driekwart jaar staat het huis leeg, nu. Eerst woonden ze hier met z'n tweeën, daarna hij alleen. Toen ook mijn schoonvader ging, was het huis leeg. Lang niet alle spullen staan er nog, maar toch is het nog steeds onmiskenbaar hun huis. De brievenbus vol post, die niet meer beantwoord zal worden. De ooit smetteloze vitrinekast vol 'dingen om neer te zetten', nu onder een fijn laagje stof. Geen planten, geen eten in de koelkast, alles wat leeft is naar buiten verbannen.

Kasten met dozen met daarin kleinere dozen die op hun beurt weer spullen bevatten. Spullen van een vorige generatie. Speldenkussens. Een speeldoos met er bovenop een roterende ballerina van porselein. Kerstversiering in alle trends van de laatste 25 jaar. Koektrommels met alleen nog kruimels. Een walkman, die er met veel moeite heel langzaam Una Paloma Blanca uitperst. Een tekendoos vol aquarelspullen. Uitgescheurde recepten, verzameld in een map. Handleidingen van broodroosters uit 1980. Een leeg schrift met een uitgescheurde pagina waarop staat: 'Ik schrijf je deze brief omdat...' en verder niets. Vulpennen zonder inkt. Het bed met daarop een sprei, alsof het vanmorgen nog is opgemaakt. De verzameling van twee mensenlevens, die nog even niet in restanten wil veranderen.

Buiten gaat het leven gewoon door. De buurvrouw heen-en-weert met haar nieuwe knie over de oprit, haar hond buitelt door het veel te hoge gras. De brievenbus kleppert: alweer een ongelezen krant. Het Te Koop-bord schittert in de zon. Pas als dat bord is verdwenen, zal het lege huis ook pas écht leeg moeten zijn. Tot die tijd kijken we af en toe naar de klok, die niet meer tikt.

zaterdag 24 april 2010

Bevers

Gisteren stond er een boodschap op mijn voicemail. Iemand was ongerust omdat ik al meer dan een week niets had gepost. Soms heb je dat: even een week geen zin of inspiratie. Bovendien ben ik druk met het afronden van diverse werkzaamheden: eind volgende week vier ik mijn afscheid bij MarketingTribune.

Voorlopig heb ik alleen een droomfragment in petto. Let op.

We liepen door een dierentuin. Ergens halverwege zaten drie honden in een kooi. Ze konden vliegen, en dat was maar goed ook: onderin de kooi zaten namelijk ook nog twee bevers. Hele boze bevers waren het, die agressief naar de honden hapten. We keken onbewogen toe, tot degene met wie ik was het volgende zei: 'Als je je voeten in die bevers steekt, zijn het net uggs.'

Dat was raar wakker worden...

Hieronder de drie mafste dierenfoto's van de beste celebrityblogger ter wereld: Michael K. van DListed. Als hier geen nieuwe berichten staan kun je dus altijd daar kijken!



donderdag 15 april 2010

Malle kindernamen

Zo'n beetje iedereen om mij heen is in verwachting. Bij deze wil ik iedere aanstaande vader en moeder op het hart drukken hun zuigeling géén idiote naam te geven. De heersende trend is dat het eigenlijk niet gek genoeg kan. Met dank aan onze celebrities. Google maar eens op 'crazy baby names' en de geijkte rijtjes komen voorbij. Enkele dieptepunten:

Apple: Chris Martin and Gwyneth Paltrow
Bronx Mowgli: Pete Wentz
Fifi Trixibell: Bob Geldof and Paula Yates (also parents to Peaches and Pixie)
Heavenly Hiraani Tiger Lily: Paula Yates and Michael Hutchence
Jermajesty: Jermaine Jackson and Alejandra Genevieve Oaziaza
Moon Unit: Frank Zappa, also father to Dweezil and Diva Muffin
Moxie CrimeFighter: Penn Jillette (also father to Zolten)
Pilot Inspektor: Jason Lee and Beth Riesgraf
Poppy Honey: Jamie and Jules Oliver (also parents to Daisy Boo)
Zuma Nesta Rock: Gwen Stefani and Gavin Rossdale

In Nederland kunnen ze er ook wat van. Denk bijvoorbeeld aan Bickel, het zoontje van Martijn Krabbé. Of aan de zoons Mercedes en Benz van Emile Ratelband. Maar ook Onbekende Nederlanders tonen hun wansmaak als het gaat om naamgeving. In het dorp waar ik ben geboren liep een tweeling rond met de namen Puck en Muck. Ook was het een tijdje trend om je kind een sletterige soapnaam te geven, zoals Kimberley of Kelly voor meisjes en Damian voor een jongetje. Laatst las ik dat iemand op school voor Boefje werd uitgescholden - zijn ouders hadden hem Rover genoemd.

Gisteren was ik bij Kaka Passa, de theatershow van Sanne Wallis de Vries. Zij voerde een zichzelf hip vindende dertiger op, die haar kind Bille had genoemd. Bille! Het had precies het beoogde effect: de zaal lach dubbel. Nooit je kind Bille noemen dus. Of Wolfje. Of Pingwin. Of Johnita. Of Ananas.

woensdag 14 april 2010

dinsdag 13 april 2010

Afscheid van onderweg



Op 1 mei eindigt mijn contract. Dat betekent dat ik op zoek moet naar ander werk. Ook zal ik niet langer dagelijks van het Amsterdamse Oostelijk Havengebied naar het Stadshart van Amstelveen fietsen. Eens kijken, wat zal ik zoal gaan missen?

Het deel tot aan de Berlagebrug valt mee, daar kom ik ook zonder werk in Amstelveen vaak genoeg langs. Maar bij het Rivierstaete-gedrocht aan de President Kennedylaan houdt de stad zo'n beetje op. Vanaf daar is er natuur.

Het ritje langs de Amstel duurt vanaf dat punt een minuut of tien, maar er valt genoeg te zien. Het De Het De Het De Het De Mirandabad en -paviljoen. Het Martin Luther King-park. Een Amstelbewoner heeft de naast zijn woonark gelegen oever tot tuin omgetoverd met een heuse waterval - alsof er nog niet genoeg water om hem heen stroomt. Begraafplaats Zorgvlied, waar dooie BN'ers, schrijvers en charlatans kriskras door elkaar liggen. Vanaf de weg is een gebroken zuil te zien: een ietwat simpel doch treffend symbool voor de vergankelijkheid. Verderop enkele villa's, al meer dan een jaar omgeven door antiworteldoek. Doe daar wat aan, denk ik dan, maar misschien is dat juist heel sjiek: dat je zelfs je eigen tuin niet tolereert.

We gaan verder. Onder de Ring A10 door. Raadselachtige graffiti roept op tot protest, maar mist hier alle zeggingskracht. De doelgroep bestaat hier uit werkfietsers, wielrenners, vissers, roeiers en hardlopers die zeker niet en masse een vuist zullen maken tegen welk werelds onrecht dan ook.

Langs het water vissers dus. Een zwijgzame mensensoort is dat, mannen die gehuld in windjack of regenpak urenlang naar hun dobber staren en af en toe broodkorsten naar de meerkoeten keilen. Even voor de Kalfjeslaan zit trouwens een enorme kolonie van die beesten op de wal. Ze ruziën met eenden, duiven en kraaien die er op hun beurt een sport van maken de fietsers voor de wielen te vliegen.

Dan, vlak voor de Kalfjeslaan een typisch toeristendecor. Links over het water gaat een pontje (althans: de suggestie wordt gewekt met een vlonder, het betreffende vaartuig heb ik nog nooit in het echt gezien), rechts staat een rietgedekte molen met eromheen een buslading Japanners/Duitsers/Britten die er foto's van maken. Uiteraard ontbreekt een perfect onderhouden tulpenbed niet.

Om op de Kalfjeslaan te komen kun je twee dingen doen: langs uitspanning-met-lange-wachttijden Klein Kalfje of een stuk afsnijden door Het Natuurgebied. Dit is een zandweggetje en tevens broedgebied van een vogelpaar met een knobbel op hun hoofd. Hoe ze heten, heb ik nooit kunnen achterhalen, dus noem ik ze de Poelifinario's.

De Kalfjeslaan zelf is recht en lang met aan weerskanten natuurlijke begroeiing, water en hoge bomen. Er staan een paar huizen, waarvan de laatste vóór het fietspadgedeelte al meer dan een jaar in verbouwing is. Zielig vind ik het, voor die mensen. Maar zielig vooral ook voor hun buren, die ook problemen moeten hebben met hun andere buren: daar staat namelijk een tuinkabouter pontificaal king of the world te zijn in de voortuin.

Bij de hockeyvelden staat het Wake Up Light-gebouw, dat 's avonds precies zo is verlicht als de bekende wekker van Philips. Honderd meter verder is aan de overkant van het water een grasveld. Het is de hang-out van een mannetjesfazant. Er zijn eigenlijk nauwelijks dieren waarbij ik meteen aan eten denk, maar bij het idee van een gebraden fazant loopt het water me in de mond. Het arme beest zit daar totaal onwetend schrille piepgeluiden te maken, terwijl ik hem het liefst eigenhandig in de pan wil hakken.

Me afvragend hoe ik aan een jachtgeweer kom, beland ik al fietsend in Amstelveen. Hier zijn meerdere touropties, maar meestal ga ik voor het Spoorlijntje. Maar eerst kom ik nog langs de computer says no-makelaar, waar een mevrouw in een makelaarsbloes al meer dan anderhalf jaar onafgebroken naar haar beeldscherm staart. Langs het spoor is het een gekwinkeleer van jewelste, al vermoed ik dat er hier en daar luidsprekers in de bomen hangen om de Amstelveners te plezieren: soms klinken die merels en lijsters wel érg overdreven, exotisch of ringtone.

Op de brug over de A9 bedwing ik de neiging om naar beneden te spugen en dan ben ik er bijna. Voor het ROC staat een groepje ondervoede tienermeisjes te flirten met scooterjongens, op het plein maakt de dorpsgek er weer een flinke zooi van en dan ben ik binnen. Meestal is dan net de koffie op, maar soms heb ik geluk.

maandag 12 april 2010

Glazen deur

Wel eens per ongeluk geprobeerd door een glazen deur te lopen?

Met dank aan Urlesque.com.

Wachten bij de apotheek

Ping! De schuifdeur van apotheek Zeeburg is zo afgesteld dat ie bij elke voorbijganger openspringt. Ping! Zoeffffff. Ping! Achter de balie staan vier medewerkers opgesteld. Alle vier kijken ze glazig naar de bijsluiter van een recept. Dan loopt er eentje naar achteren, blijft daar tien minuten tegen een kast aanhangen en verdwijnt vervolgens volledig uit het zicht.

Er zijn zo'n vijftien klanten binnen. Patiënten. Allemaal houden ze nauwlettend in de gaten wie de eerstvolgende ná hun is, zodat ze precies weten wie voordringt. Af en toe galmt een ringtone door de verder zwijgende menigte. En natuurlijk Ping! Zoefffff. Ping!

Het nummertjestrekapparaat is al vijf jaar leeg. Al even lang staat het elektronische bord aan de muur op nummer 90. Het lijkt eerder een mededeling: er zijn nog 90 wachtenden voor u. Ping! Een mevrouw is aan de beurt. Ze schuifelt met haar looprek naar baliemedewerker nummer drie. 'Ik ben op zoek naar glijmiddel. Voor mijn vagina.' Nu is dat wel de laatste plek om naar glijmiddel te zoeken, bedenk ik. Mijn gesmoorde lach valt gelukkig samen met een Ping! Zoefffff. Nummer drie gaat nu zuchtend op zoek naar een plastic kruk, klimt erop en schuift wat tubes opzij. 'Op waterbasis?' Zo keutelen ze samen nog een tijdje door, waarna de vrouw afdruipt (moet ik alweer lachen).

Dan gaat opnieuw een telefoon. Frans Bauers Heb je even voor mij schalt door de apotheek. 'Hai met Cindy! Wat? In de apotheek! Moet ik voor jou ook nog wat meenemen? Nee ik kan nu niet naar buiten. Ik ben bijna aan de beurt en ik sta hier al 25 minuten. Doe die rooie onderbroek maar aan. O wacht ik ga je hangen, ik ben aan de beurt en er hangt een bordje bij de balie dat je daar niet mag bellen. Nou, doe-doei!' Triomfantelijk stapt Cindy naar baliemedewerker nummer drie. Wat één en twee aan het doen zijn is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt nog het meest op pantomime. Samen voeren ze een toneelstuk op dat in het teken staat van wijzen naar de hoge kast. Ping! Klotedeur...

De temperatuur loopt inmiddels lekker op. De 90 wachtenden voor mij zetten het op een gezamenlijk zweten, net als de 90 wachtenden na mij. Dan, ineens, ping!, gaat het snel: maar liefst vier van de vier medewerkers roepen 'volgende alstublieft'. Er ontstaat een run op baliemedewerker nummer drie, aangezien zij al die tijd het minst traag op en neer heeft gesloft. Ik mag bij nummer vier. Ze kijkt me glazig aan, tikt mijn geboortedatum in de computer en Ping! Zoefff! daar ga ik al bijna door de deur naar buiten. Vier zegt echter: 'Oh...' en kijkt me nóg glaziger aan. 'Wat is er loos?', vraag ik dan maar. 'De bestelling is denk ik niet doorgekomen.' 'Kijkt u dan even bij de vorige bestelling, die is namelijk precies hetzelfde.' 'Nee meneer, ik heb echt een nieuw recept nodig.'

Het voelt als een afgang. 25 minuten ben ik een wachtende geweest om nu zonder resultaat Ping! naar buiten te zoeven. Niemand kijkt me meewarig na, behalve nummer vier. Maar dat komt omdat ze altijd zo kijkt.

Tante Sidonia in een trappelpak



Het was 1990. Grote delen van Nederland waren nog onbekabeld. Helemaal buiten de dorpskernen moesten mensen zich behelpen met enorme Astra-satellieten die in een open veld bij harde wind van het dak lazerden. Mijn grootouders gingen begin dat jaar overstag. Vanaf toen zaten wij bij familiebezoek aan de buis gekluisterd - tot het moment dat we thuis ook een schotel kregen.

Tijdens het zappen gaf opa commentaar op hetgeen er zoal voorbij kwam. We bleven hangen bij MTV, wat voor mij in die tijd een soort heiligdom was. Het hele jaar 1990 was er eigenlijk maar één videoclip op MTV te zien: Groove is in the heart van Deee-Lite. NL1: zap. NL2: zap. RTL+: zap. Pro Sieben: zap. MTV: Deee-Lite. Opa: 'Kijk, daar hebben we dat wichtje ook weer.'

Ik moest eraan denken toen ik dit weekend World Clique weer eens afstofte, het eerste album van Deee-Lite. Wat was er zo leuk aan dit gekke Amerikaanse groepje? Allereerst natuurlijk Groove is in the heart, een van de lekkerste feestnummers ever: totale gekte, Bootsy Collins op een toeter en springen maar!

Dan de act. De Amerikaanse Lady Miss Kier zag er met haar psychedelische viscosejurkjes en catsuits uit als Tante Sidonia in een trappelpak. De Russische Super DJ Dimitri droeg door Miss Kier gemaakte platform boots en had een soort vlechten die doorliepen in z'n baard. De derde was DJ Towa Tei, een Japanner met zo'n hoornen bril die nu iedereen opheeft.

Samen maakten ze drie albums, maar World Clique was het leukst. House grooves, vette seventies p-funk, George Clinton, de eerder genoemde Bootsy: het was een potpourri van alles wat dansbaar was. Met de act erbij één eclectisch geheel dat helemaal klopte.

Kier en Dimitri gingen in 1993 uit elkaar. De band sneuvelde toen ook, waarna alledrie een solocarrière startten. Towa Tei had in 1998 het meeste succes met het album Sound Museum, een electroplaat met bossanova-invloeden. Leuk was de eerste single, GBI (German, Bold, Italic), waarop Kylie Minogue was te horen. Kylie was eind jaren tachtig beroemd vanwege een reeks Stock Aitken & Waterman-hits en zat in een carrièredip. Je zou GBI kunnen zien als een voorzichtige eerste comeback: in de video schuivelt ze in een slechtzittend Geishapak met papieren vogels op haar hoofd over parkeerplaatsen en door achterbuurten van een grauwe Amerikaanse stad.

Lady Kier werd in het nieuwe millennium succesvol als DJ. Ik heb haar één keer live mogen meemaken in Paradiso, waar het dak eraf ging met een mix van disco en eightiesdingen als de Tom Tom Club. In 2003 klaagde ze Sega aan omdat de gamesgigant een karakter had ontwikkeld dat sprekend leek op Lady Miss. Ze verloor de zaak en moest flink dokken. De ironie wil echter dat ze later de rechten van Groove is in the heart aan Sega heeft verkocht. Het poppetje waarvoor ze Sega had aangeklaagd doet er nu een dansje op.

Love - een vage commercial met Lady Kier in de hoofdrol


Interview 1990


Power of Love


Groove is in the heart


Towa Tei feat. Kylie Minogue - GBI (German Bold Italic)

zaterdag 10 april 2010

Op auto-avontuur op Urk

Er moet een nieuwe auto komen. Deze keer wordt het waarschijnlijk een oude. Een hele oude. Na enig speurwerk kwamen we uit bij een hobbyist die in z'n vrije tijd prehistorische Mercedessen verzamelt en opknapt.

Terwijl we het weekend normaalgesproken in slow motion beginnen, scheurden we nu al voor tienen door de polder. De Mercedesman woonde namelijk in Urk, of erop, zoals je eigenlijk moet zeggen. Nu schijnen de mensen op Urk nogal christelijk te zijn en degene die ons de Mercedesman had getipt had ons vooraf gewaarschuwd niet al te veel te vloeken. Nu doen we dat toch al niet, maar ik was voorbereid op een stap terug in de tijd - niet alleen dus vanwege die Mercedes-klassiekers.

Even tussendoor: mensen die klagen dat het Groene Hart dichtslibt met bebouwing moeten naar de Flevopolder verhuizen. Er staan precies dezelfde vinex-huizen, maar dan met heel veel groen eromheen. Ideaal voor mensen die zelf een groen hart hebben. Maar dat terzijde. We kwamen aan op het bedrijventerrein naast Urk, alwaar de Mercedesman zijn garage had.

Het eerste beeld wekte meteen een Ot-en-Sienachtig vertrouwen. Een meisje in een poppig jurkje stond een enorme Scania met daarop 'Fresh Fish' af te boenen met een ouderwetse emmer sop. Eromheen dartelden twee jongetjes van een jaar of zeven, acht, beiden gekleed in een blauwe overall en klossend op gele klompen. Hadden ze vijftig kilometer noordelijker gewoond, dan waren ze ongetwijfeld Hielke en Sietse genoemd, maar hier op Urk was het gewoon Aart en Henk, waarschijnlijk omdat hun grootvaders (en die van hun) ook zo heetten.

Die klompen bleken trouwens een familiedingetje, want ook de Mercedesman liep erop. We bewonderden enkele stationwagons uit het begin van de jaren tachtig en bleven hangen aan een model dat z'n leven had gesleten in het warmere deel van de Verenigde Staten. Superzwaar, hier en daar wat gehavend, maar hij draaide nog als een zonnetje. Terwijl de Mercedesman het voertuig (een diesel turbo uit 1981) al bellend op de brug takelde, gaven de jongetjes commentaar: 'Kijk, vader, naar die band!' Huh? Kindertjes die hun pappa anno 2010 vader noemen?

De Mercedesman reed zelf uiteraard ook in een Mercedes uit de oude doos, en zoals dat gaat met klassiekers hangt er altijd wel een anekdote aan vast. Meestal zijn hier teloorgegane leden van het Koninklijk Huis bij betrokken en inderdaad: deze slee was ooit eigendom geweest van onze eigen schavuit van Oranje, prins Bernhard. Jammer genoeg was de Amerikaanse stationwagon lang zo mooi niet als Gerts eigen exemplaar (of eigenlijk die van Bernhard dus).

Op de terugweg via Lelykstad (tikfout, maar hij blijft) zijn we toch maar even bij een 'gewone' occasion-outlet langs gereden. Het vergt dus nog enig nadenkwerk voor we beslissen of het antieke blik er daadwerkelijk komt.

vrijdag 9 april 2010

R.I.P. Malcolm McLaren

Jammer hoor, dat ie dood is. Een markante persoonlijkheid, die naast een hele hoop bagger (Buffalo Girls en andere slechte imitatie-hiphop) ook veel leuks heeft uitgebracht. De punkwinkel bijvoorbeeld, samen met Vivienne Westwood. De Sex Pistols, die in 1977 met hun versie van God Save The Queen shockeerden. Maar het leukst vond ik Bow Wow Wow, een new wave-achtig groepje dat begin jaren tachtig hits scoorde met Man Mountain, Go Wild in the Country en I Want Candy. McLaren was de manager. Solo deed hij ook nog van alles, met Madame Butterfly en z'n Vogue-exercities als hoogtepunten.











donderdag 8 april 2010

Een Gucci-kettingzaag en een kattenmasker

Twee jaar geleden was ik in Cannes om daar het jaarlijkse reclameprijzenfestijn bij te wonen. De uitreiking van de Cannes Lions zal de meeste bezoekers worst wezen: het gaat ze om de feestjes. Mij ook natuurlijk, maar het allerleukst vond ik het interview dat ik had met de mensen van het Japanse reclamebureau Hakuhodo.

De avond ervoor was ik met mijn collega door Hakuhodo uitgenodigd op het dakterras van een hotel, alwaar honderden Japanners en een enkele westerling elkaar rond het zwembad vermaakten. We babbelden wat met een Aziatische Michael Jackson-lookalike, gingen op de foto met een Japanner die verkleed was als condoom en sloegen hier en daar wat sushi met wodka achterover.

Om elf uur stipt was het feest afgelopen. De Japanners - waarvan enkele in het zwembad waren gesprongen - dropen letterlijk af en wij gingen naar een volgend soiréetje alwaar Craig David z'n hits er in een akoestische set doorheen jakkerde.

De volgende dag hadden we een lichte kater, maar de mensen van Hakuhodo waren kraakhelder. Ze gingen ons uitleggen hoe zij als reclamebureau holistisch te werk gingen. Erg interessant allemaal, zo bleek toen ik later mijn memo's uitwerkte, maar tijdens het gesprek was ik vooral bezig met Cindy Gallop. Zij, een ravissante verschijning uit New York, had de Hakuhodo-mensen onder haar vleugels genomen. Ze zorgde ervoor dat er geen stiltes vielen en ving waar nodig het gebrekkige Engels van de Japanners op.

Bij het afscheid gaf iedereen ons een visitekaartje, zo ook Cindy. Onder haar achternaam stond heel toepasselijk: 'Why walk when you can gallop?' Leuk bedacht, vond ik. En het werkt, want nu, bijna twee jaar later, kwam ik haar naam weer tegen op Adfreak.com en ik dacht: die ken ik toch? Wat blijkt: die Cindy is Heel Erg Rijk. Echt Veel Te Rijk. Jaloersmakend Rijk. Wansmakelijk Veel Geld heeft ze.

Met al die bakken geld heeft ze haar appartement op Manhattan door high end interieurdesigners laten inrichten. Het resultaat: een combinatie van plaatsvervangende schaamte en dat-wil-ik-ook-hebberigheid. Cindy wil thuiskomen in een huis dat bij nacht lijkt op een hippe bar in Shanghai. Verder heeft ze een opgezette bever, een Gucci-fiets, een Chanel-geweer, een Gucci-kettingzaag en een in goud gevangen Gucci-krokodil. Overal liggen dooie dieren, vermomd als haardkleed of plaid. In haar boudoir een spiegel met de tekst: 'God is not the only one watching'. Op de vensterbank een serie parfumflessen in de geuren 'jasmin et cigarette' en 'putain des palaces'.











Ergens op haar site staat dat Cindy mannen betaalt voor seks. Eens kijken of ik Cindy's kaartje nog heb, dan wip ik even langs voor een kop koffie uit haar zilveren Miele Espressomachine. Of we rijden een rondje met de Gucci-fiets om haar met zwart leer beklede bed. Of ik zet haar kattenmasker op en trek haar groengeverfde bontjas aan. Zou ze me nog kennen? Hier een foto-overzicht, hier meer informatie over Cindy. Hier haar project 'Make love not porn' en hier haar goededadenproject 'If we ran the world'.

Bold Color, Small Space: The Black Apartment | Cindy Gallop > for Dwell > by Gary Nadeau from gary nadeau on Vimeo.

dinsdag 6 april 2010

Een kassière die ECHT tegen je praat

Hoe kan het dat de ene vestiging van Albert Heijn een oase van rust is, waar géén vakkenvullers voor je voeten lopen maar desondanks alle artikelen op voorraad zijn, terwijl in een ander filiaal het rotte fruit en de kartonnen troep zich opstapelen? Het is een van de raadselen des levens die nodig eens ontrafeld zou moeten worden.

De Albert Heijn bij mij om de hoek is groot. Heel groot. Niet zo groot als de Mega-Jumbo-Super-Albert Heijn in de Maxis in Muiden, maar toch een Albert Heijn van het kaliber nummer vijf. Dat zou moeten betekenen dat zo'n beetje alles wat Albert Heijn verkoopt daar te koop moet zijn, maar de koriander is áltijd op. Of ik kan het nergens vinden, want sinds de herindeling van de winkelvloer vier jaar geleden ben ik zoekende.

Het begon zo leuk. De AH had een dubbele deur aan de kant van het winderige plein aan de voet van de brug naar het Java-eiland. Eenmaal binnen was het behaaglijk. Je keek over de ananassen, guaves en andere exotische vruchten uit over het IJ. Maar al snel bleek het uitzicht voor teveel afleiding te zorgen en werden alle ramen zorgvuldig dichtgekit.

Bovendien kun je van buiten niet zien hoe het er binnen aan toegaat. Vakkenvullers teisteren in groepjes de gangpaden, die per definitie volstaan met dozen. Er liep ooit een vakkenvuljongen rond die zo vies naar zweet stonk dat het aan hem lag wat we die dag niet aten: stond hij bij de groente-afdeling, dan aten we uit de diepvries en vice versa. Ik durf zelfs te beweren dat het immer rottende fruit (waarom is dát nooit op?) aan hem te danken was.

Steeds vaker liep ik honderd meter verder naar de C1000, maar voor sommige producten móet je nu eenmaal naar AH. Sinds kort weer met iets meer plezier. Er is namelijk een klein wonder gebeurd. Mijn gehate filiaal heeft sinds kort namelijk een kassameisje in dienst dat ECHT TEGEN JE PRAAT! En dan niet van die geprevelde zinnetjes als 'bonuskaart airmiles?' of 'voetbalplaatjes erbij', nee, een heuse conversatie met mij als klant!

Ik was door de jaren gewend aan twee types kassières: de Fatima's die vanonder hun hoofddoek alleen met elkaar praatten (luid gillend: 'Waar ga je vanavond? Ik moet Moes sms'en dat ie mij ophaalt met z'n scooter') of het type Zwanet (zo heet ze echt). Zwanet had rode vlekken in haar nek, tilde zuchtend een fles cola over de scanner en klaagde over haar kassa-arm en dat ze al meer dan twaalf uur (lees: jaar) achter die kassa zat en dat het eigenlijk allemaal maar kut was wat ze daar zat te doen.

Claudia is anders. Ze knikt me vriendelijk gedag, geeft gepast commentaar op de boodschappen ('Ooh lekker, kiwisap!' of 'Daar is het echt weer voor hè, erwtensoep'), pakt spontaan haar bonuskaart als ik de mijne weer eens vergeten ben en neemt uitvoerig afscheid.

Dus ga ik nu altijd bij Claudia. Ik neem de stinkende vakkenvullers, de troep en het verrotte eten voor lief om met Claudia over de boodschappen te praten. Iets in mij zegt dat Claudia snel verkast naar een oase-van-rust-Albert Heijn, omdat ze anders verpietert tussen Zwanet en de Fatima's. Ik zal haar daarom vanavond een klein kusje geven. Misschien blijft ze dan wat langer.

Falende ouders

Wat errug! Wat errug! Oddee.com heeft weer een leuk lijstje verzameld: the 15 Worst Parenting Fails.




Hier de rest.