zondag 25 november 2012

Bizarre jeugdherinneringen

Waarom kan ik me bijna niets meer herinneren van leuke verjaardagsfeestjes uit mijn jeugd, maar wel heel veel vreemde andere dingen? Gek hoe je kindergeheugen werkt als een zeef die zogenaamde hoogtepunten laat glippen en totaal onbelangrijke details in je hoofd laat rondspoken. Want waarom weet ik bijvoorbeeld nog dat ik, een jaar of negen, achter mijn vader aanliep in de Haagse Panorama Mesdag, bedelend om een smartiedrol? Juist, met een d, al ging dat per ongeluk. Dat wist ik zeker en dat weet ik nu nog, maar het lukte me keer op keer niet het woord normaal uit te spreken. Niet gek dat mijn vader mijn verzoek compleet negeerde.

Een andere herinnering gaat over het broertje van een jongen uit mijn klas, dat niet kon poepen. Er mankeerde iets aan zijn darmstelsel of in ieder geval aan de ontknoping daarvan. Zijn rectum moest daartoe worden opgerekt. Of dat operatief ging of door middel van oefeningen, vertelt mijn herinnering er niet bij. Wel dat hij meerdere keren naar het ziekenhuis moest. Mijn moeder had hem daarom een kaartje gestuurd met op de achterkant de vraag: 'Ben je nu op de helft?' Ik kreeg daar behoorlijk enge associaties bij.

Nog één in het genre kinderziektes. Een meisje op school had een groot gat in haar arm, ter hoogte van haar elleboog. Er zat zwart spul op. Nu denk ik teerzalf of iets anders, toen dacht ik dat zoiets uit je lichaam liep indien dat besmet was. De juf had namelijk gezegd dat we niet aan de wond mochten zitten vanwege infectiegevaar. Dus dachten we met z'n allen dat ze besmettelijk was. Wat gebeurde er: precies ik moest naast dat meisje zitten. Natuurlijk kwam ik met de wond in aanraking en ik wist niet hoe snel ik naar de wc moest om mijn arm af te spoelen. Ik heb zeker nog een maand mijn hele lichaam gecontroleerd op de uitstorting van enge zwarte sappen.

Nu ik het zo opschrijf zijn het herinneringen die voortkomen uit gene, walging of angst. Of ik me dan niets vrolijks kan herinneren? Jazeker wel. We speelden altijd bij een vriendje op zolder. Daarvoor moesten we over de balken lopen, de vloer zelf was half vergaan. Achterop die zolder stond een grote ijzeren kast. Daarin lag een helm. Opa's helm. Daar speelden we mee, maar ik moest zweren dat ik er nooit iets over zou zeggen. Tegen niemand. Dus dat deed ik dan ook niet. Maar hij stond best leuk, die helm, op mijn blonde, arische kinderhoofdje.

woensdag 14 november 2012

Een weekendje bij Estelle en Badr

Zondagavond.
- Oooh Badr!
- Oooh Estelle!
- Oooh Badr! Ik kan niet meer lópen.
- Blijf jij maar lekker liggen schatje. Of wil je nog een keer?
- Vuistdiep!

Maandagochtend.
- Oooh Badr! Heb jij ook zo'n honger?
- Oooh Estelle. Ja. Ga je wat lekkers voor me maken?
- Tuurlijk Badr. Ik ga een ei voor je koken, dat is goed voor de eiwitten, hihihi. AU!
- Wat is er schatje?
- Ik kan echt niet meer lopen!
- Lieve schat ik heb maanden in de gevangenis gezeten. Je doet je focking best maar!
- Au, ja, ik ga al….

Een half uur later.
- Jezis Estel! Dat is toch geen gekookt ei! De binnenkant is helemaal blauw!
- Dat zei Koen Everink laatst ook al! HAHAHA!
- GEEN GRAPPEN NU! IK BEN SERIEUS! Na al dat gevangenisvreten een ei. Is dat te veel gevraagd?

Maandagmiddag.
- Sorry van die kopstoot, Estel.
- Jij hebt heel wat goed te maken, mannetje! Kom, we gaan shoppen in de PC Hooftstad.
- Ik heb nog steeds niks fatsoenlijks te eten gehad.
- Ga ik regelen.
- Maar je kan niet koken.
- Toch ga ik het regelen. Wacht maar af.

Estelle, aan de telefoon.
Ja, hai Tim, Estelle hier. Je moet me helpen. Ik word helemaal gek van die man. Nee, tuurlijk wil ik hem niet kwijt. Maar één zo'n weekend in drie maanden is meer dan genoeg, ik ga helemaal stuk. We komen straks bij je lunchen. Sein jij de politie in? Dan komen ze hem vanavond weer halen en kan ik rustig herstellen. Nou doei, lieverd!

dinsdag 13 november 2012

Even bellen met Mariska van Kolck

Zeg Maris, waarom doet Leco jou eigenlijk niet?
‘Lieve schat, dat heb ik toch helemaal niet nodig? Ik kan dat gewoon zelf.’

Dacht je dat Sylvie en Yolanthe ook alles zelf bedenken?
‘Neeeeeeee, maar dat zijn nog van die meisjes. Die moeten nog een eigen stijl ontwikkelen. Ik heb dat allang in mijn vingers.’

Hoe zou jij je stijl omschrijven?
‘Ik pas mij altijd honderd procent aan aan mijn omgeving. Jij weet natuurlijk dat ik een prachtig programma presenteerde over dagtochtjes in Nederland, kom, hoe heet het ook alweer. Wekelijks zag je me in de weer op tandems, kerktorens of imkerbezoek. Dan trek ik natuurlijk een lekker makkelijke bodywarmer aan en grote wollen vesten.’

Dus toen je hoorde dat de André Hazes-musical in première ging…
‘Heb ik me geen moment bedacht. Die Raggel is natuurlijk bloedordinair, dus ik dacht: daar móet ik overheen. Dus wat heb ik gedaan: mijn vooronder gecontroleerd op zijkantlekkage, uit met die slip en gáán met die banaan!’