dinsdag 28 december 2010

Jason Donovan

Ik moest er altijd een beetje van braken, van het zoetsappige gekweel van Jason Donovan. Hij speelde net als Kylie Minogue in het eeuwigdurende Neighbours en zong precies dezelfde Stock Aitken & Waterman-liedjes als haar, die overigens weer even identiek klonken als de hits van Donna Summer, Rick Astley, ja wie niet in 1989. Zelfs Cliff Richard en Debbie Harry brachten Stock Aitken & Waterman-troep uit.

Maar waar Donna Summer langzaam van de radar verdween en Rick Astley ineens, waar Kylie zichzelf opnieuw uitvond als indie-zangeres, daarmee mislukte en terugkeerde als dansdeuntjesdiva, bleef het met Jason altijd aanmodderen. Hij sloeg een pleefiguur toen hij The Face aanklaagde omdat het fameuze popblad beweerde dat hij homo was. Daarna speelde hij een homo in een musical, en nog een, en een travestiet, en dat was het dan.

Was het zijn vlakke stem waardoor hij niemand meer opviel? Zijn saaie voorkomen? Zijn veel te snel verdwijnende jongenstrekken? Ja. Allemaal ja. Maar Jason blijft het proberen. Met zijn vroomste huisvadertronie staat hij op de cover van zijn nieuwste album, dat een eerbetoon moet heten aan de jaren tachtig.

Nou heb ik dat album natuurlijk meteen gedownload. Mijn iTunes sprong spontaan op slot, want wat ik hoorde was inderdaad nauwelijks te geloven. Nu hadden tracks als 'I Just Died In Your Arms Tonight' en The Cars' 'Drive (Who's Gonna Take You Home)' al last van de tand des tijds, maar Jason heeft het klaargespeeld dat soort middle of the road-ellende nóg vlakker en makker te laten klinken. Hoe krijg je het voor elkaar!

Het ultieme dieptepunt is 'Everybody Wants To Rule The World', met muziek die letterlijk uit een karaokemachine komt. Of nee, 'Right Here Waiting' is nog erger. Je gaat bijna terugverlangen naar die slechte oude tijd...



Ik zeg: control+alt+delete!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten