dinsdag 3 mei 2011

Lucide dromen die eindigen in geschreeuw

Ik weet niet of meer mensen hier last van hebben, maar af en toe haalt mijn onderbewustzijn een nare mindfuck met me uit. Dan droom ik dat ik wakker schrik, maar niet in de werkelijke wereld. De slaapkamer, de omgeving en de situatie komen ongeveer overeen met de werkelijkheid, maar net niet helemaal. Hoewel ik weet dat er iets niet klopt, lukt het me pas na een tijdje die situatie zo te beïnvloeden dat ik écht wakker word.

De positieve kant van het verhaal is dat dit af en toe gebeurt met leuke dromen. Dat ik denk: 'Hé, dit is mijn droom. Laat ik eens kijken hoe diep ik onder water kan of hoe hoog de lucht in. Hoe hard ik kan vliegen, enzovoort. Zo heb ik ooit een complete stad in Toscane verkend in een levende Google Streetview-situatie. Ik kan me nog herinneren dat ik me afvroeg waarom de mensen in die stad lampenkappen op hun hoofd droegen. En hoe fijn het was om drukke kruisingen te passeren door er gewoon overheen te zweven. Maar soms komt het ook voor dat een nachtmerrie eindigt in woest geschreeuw.

Dit gebeurde er vannacht. In het huis van mijn ouders was een social media-bijeenkomst belegd. De woonkamer zat vol met honderd bezwete marketeers, die het al snel niet meer uithielden in de oververhitte woonkamer. Ze stonden met z'n allen te roken in de keuken. Ik vond dat het er stonk en begon een paar enorme vuilnisbakken leeg te laden. Bruine smurrie droop er aan alle kanten uit. Vuilniszakken met verrot voedsel, bedorven vlees, maden, vliegen. Al snel begonnen we met z'n allen te stikken.

Ik strompelde naar buiten. Daar stond mijn zus met haar kinderen. Ik raakte om iets met haar in conflict en gaf haar voor het oog van de hele groep mensen een lel. Vervolgens begon zij me op allerlei manieren zwart te maken. Ik vluchtte weer naar binnen, waar mijn moeder me met een bierfles tegen mijn slaap sloeg.

Op het volgende moment was de meeting voorbij en gingen we met z'n allen naar een soort kinderpretpark. De entree was bereikbaar via een trap die steeds steiler werd. Op het laatst werd het een klim over bemoste blokken ijzer, die eindigde in een donkere ruimte met ronde, metalen wanden. Het bleek het ruim van een Boeing.

Plotseling stonden we oog in oog met zwaarbewapende mannen in rode pakken die ons het ruim incommandeerden. Een voor een werden we levend in een lijkzak gepropt. Om ons heen hoorden we kinderen huilen die van hun ouders gescheiden werden. Geschreeuw, gegil. Ik probeerde mijn familie niet uit het oog te verliezen, maar het was al te laat. Ik lag in een dichtgeritste lijkzak te midden van een krioelende hoop lotgenoten, die zich al stompend en schoppend probeerden te bevrijden. Intussen meldden de commando's dat het ongeveer 2,5 uur vliegen was naar New York. Maar ik wist nu al dat we die stad nooit levend zouden bereiken.

Toen ik voelde dat ik stikte, schrok ik wakker. Niet in onze slaapkamer, maar op een vreemde zolder. Ik probeerde me te oriënteren op het licht, maar alles wat ik zag was een bed met roodwitte lakens. Zelf was ik tegen het plafond gespijkerd. Inmiddels had ik wel door dat dit allemaal niet echt was, dus ik probeerde me los te rukken. Ik landde in mijn eigen bed, maar daar werd ik ruw omklemd door een tiental armen die me stevig in mijn kussen drukten. Aan het voeteneind stond mijn vriend, volledig aangekleed.

'Haal me hieruit!' Schreeuwde ik op z'n hardst. Maar mijn vriend deed niets. In plaats daarvan verschrompelde zijn gezicht en zakte zijn kleding als een lege huls in elkaar. 'Maak me wakker!' schreeuwde ik nogmaals, en toen lukte het eindelijk. Op het eind weet ik precies wat echt is en wat niet, maar mezelf eruit bevrijden gaat niet altijd even makkelijk.

Hoog tijd dus om het winterdekbed op te ruimen en een raampje open te zetten :-).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten