maandag 11 april 2011

Hoe het eten van een hotdog had kunnen uitlopen op wilde seks

Gisteren zat ik te eten bij Toko MC. Waarschijnlijk kwam het door het lekkere weer, maar menig terraszitter had 'm om 18.30 uur al aardig zitten. Maar wat er toen binnenkwam aan lallend volk was moeilijk te geloven. Een rood aangelopen kerel met drankwallen tot op z'n knieën en een vrouw die niet meer recht uit haar ogen kon kijken, laat staan lopen. De man vertrok vrij snel naar buiten, waarna de vrouw een oudere man aan een andere tafel begon lastig te vallen. Eerst probeerde ze haar tong in de mond van de man te proppen en toen dat niet lukte duwde ze haar hoofd in zijn kruis. Niet lang daarna smeerde ook deze man 'm naar buiten. De vrouw tolde door de ruimte, sloeg dubbel tegen de bar en landde uiteindelijk op een bank, waarna ze in slaap dreigde te vallen. Toen het personeel haar naar een taxi begeleidde, keerde de rust weder.

Deze situatie deed me denken aan een incident van enkele jaren geleden. Ik was wezen stappen in Utrecht en kwam met de nachttrein aan in Amsterdam. Nu is het CS 's nachts hermetisch afgesloten, op één uitgang na. Hier staat - heel strategisch - pontificaal een hotdogkraam die inspeelt op de broodnodige behoefte van de nachtelijke reizigers. Zo stond ik dus een broodje hotdog te nuttigen, toen er naast mij een vrouw opdook.

'Hoe kom je daaraan?', vroeg de vrouw, die ik zo'n 55 jaar schatte. Ze droeg een sexy bedoelde outfit met veel soorten dierenprint. Het platinablonde, kapotgepermanente haar had uitgroei. De lipstick was in de lijntjes rond haar mond gelopen en ook haar oogmake-up hing uit het lood. 'Kijk eens naast je?', zei ik tegen de vrouw, terwijl ik naar de hotdogkraam knikte. 'O, maar dat ken ik niet betalen hoor'. Ik bood haar mijn laatste stuk hotdog aan, dat ze gretig uit mijn handen trok. 'Waar zijn we hier ergens?', vroeg de vrouw. 'Bij het Centraal Station, waar moet je heen?' 'Naar Noord. Met de pont.' Nu stond mijn fiets toevallig aan de achterkant van het station, dus ik zei: 'Kom, geef me een arm, dan loop ik met je mee. Ik moet ook die kant op.'

Zo slingerden we samen onder het spoor door, waar ze me prompt stilhield. 'Wat ben jij eigenlijk lief!' Ja ja, kom, loop door, sputterde ik. 'Nee echt, kom hier.' Haar hand gleed richting mijn kruis en de hotdogrestjes op haar gezicht zaten ineens op dat van mij. 'Je mag wel bij mij blijven slapen hoor. Je bent liehiehief!', lalde de vrouw in mijn oor. 'Sorry, ik ben homo. Aan mij heb je dus sowieso niks vanavond.' Oké, misschien een slap excuus om me achter te verschuilen. Ze nam er dan ook geen genoegen mee. 'Geeft niks, ik bekeer je wel!', en ze duwde zich tegen me aan. Ik pakte haar weer stevig bij de arm en we marcheerden verder. 'Mooi niet. Jij gaat naar jouw huis en ik ga naar mijn huis.'

Terwijl de vrouw al dreinend achter me aan slenterde, kwam het platform met de pontjes in zicht. 'Kijk, daar is het. Mijn fiets staat hier. Succes verder hè?' 'Hé, niet weggaan! Ah toe!' 'Jawel. Niet in het water vallen hè?' Terwijl ik die laatste woorden uitsprak dacht ik: als ik haar maar niet op ideeën breng. Nadat ik m'n fiets had losgekoppeld ging ik toch maar even kijken. Er zaten drie dronken meiden op een rij en verder stond er alleen de tas van de vrouw. Het zou toch niet... Ik vroeg of ze een blonde vrouw hadden gezien. 'O, dat oude wijf. Die is even pissen. Wij letten op haar tas.'

In de verte hoorde ik haar gillen: 'Is dat die leuke jongen weer? Vraag hem zijn telefoonnummer! Ik móet met hem bellen!' Het nummer dat ik heb gegeven klopte, op een haar na.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten