maandag 18 juli 2011

Vakantie in een huisje

Lekker weg in eigen land. Dat kan op talloze manieren. Laten wij nou net iets hebben bedacht waardoor we nooit, maar dan ook nooit meer bij een particulier in een huisje willen...

Het was nog in de tijd dat lang niet alles op internet stond. Wanneer we nu iets zouden boeken, willen we tenminste dertig mogelijkheden bekijken en zeker zoveel foto's van accomodaties voorbij zien komen. Maar in 2003 vertrouwden we nog blind op de pagina's met mini-advertenties in de Volkskrant.

Aan de telefoon klonk ze precies zoals we hadden verwacht van iemand die huisjes verhuurt naast een boerderij in het Overijsselse Holten. We verdachten haar er zelfs van haar accent extra aan te zetten voor net dat beetje extra couleur locale. Of de bungalow nog vrij was, in het derde weekend van juni. 'Ja hooooowa.' Of we zelf voor handdoeken moesten zorgen. 'Neeeeee hoooowa.' Beddengoed? 'Ooooook nie.' Dus alles is geregeld? 'Jaaa hoooowa!'

Voor de zekerheid hadden we er alvast bij gezegd dat er twee mannen in het huisje zouden overnachten. Maar ook dat was 'geeeeeen prooooobleeeem hooooowa!' Toch keek de uitbaatster enigzins verschrikt toen we eenmaal waren gearriveerd. Ze strompelde naar buiten op van die witleren klompen (strövels genaamd). Ietwat ongemakkelijk ging ze ons voor. De bungalow bleek zich te bevinden in een hoek van een boerderij, dus niet 'vlakbij de bossen' zoals de advertentie had beloofd. Het uitzicht: een weiland vol koeien zoals je dat 90% van de tijd vanuit de trein gewend bent.

Gehaast liet de vrouw zien hoe het gasfornuis werkte (net of we van plan waren daar te gaan koken) en maakte zich als een haas uit de voeten. Daar zaten we dan. In een bedompt hok met donkerbruine kurkmuren. Langs de ene wand een keukenblok waarvan de deuren half uit de voegen hingen. Het keukengerei bestond uit gietijzeren en tinnen potten en pannen, die gehavend en gedeukt uit de kastjes kletterden. Dan de zithoek. Twee verschoten bankstellen van donkerbruin ribfluweel, een houten schommelstoel met kromme spijlen en een salontafel met een ingelegd marmermozaiek. Oranje vitrages en bruine gordijnen maakten het geheel af. In een pitrieten lectuurmand lagen halfverscheurde Libelles en kruiswoordpuzzelboeken. We hebben werkelijk ons best gedaan iets te vinden dat er nog een beetje toonbaar uitzag, maar nee: zelfs de plinten van het huisje waren lelijk!

Van de drie nachten zijn we er twee gebleven. Het bed was namelijk klam en bovendien behoorlijk doorgezakt. Bovendien werkte de verwarming voor geen meter. Van uitslapen of uitrusten kwam al helemaal niets, aangezien er iedere ochtend vanaf een uur of zeven met donderend geraas op het land gewerkt werd.

Toen we een ochtend te vroeg afscheid namen van de klompenvrouw, vergat ze - waarschijnlijk van opluchting - te vragen waarom we nu al weggingen. En of het bevallen was. Het zei denk ik al genoeg dat het gastenboek vol jubelverhalen op 'onze' pagina opvallend leeg is gebleven. Nee, een dergelijk primitieve huisjesvakantie kan ik werkelijk niemand aanraden...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten