vrijdag 15 juli 2011

De trut en de neger

Meteen toen ze door een uitgang de tram binnenglipte zag ik het al: dat is een vervelend oud wijf. En ja hoor. Braaf inchecken deed ze dan nog wel, maar toen ze op een drafje een lege plaats inpikte waar een andere, nog veel oudere dame langzaam naartoe stommelde, wist ik het: dit was een trut.

Ze zat aan de andere kant van het gangpad, schuin tegenover me. Haar gele haar hing in vette slierten over de kraag van haar vaalrode windjack. Ze droeg een rugzak in eenzelfde onbestemde kleur, waarvan de rits halfopen hing. Ze had bij zich 1) een fles bio-vruchtensap, 2) een donkerbruine inklapplu in dito hoes en 3) een in zwart/wit uitgevoerde brochure waarin een veganistische kookcursus werd aangeprezen. Aangezien ik volzit met vooroordelen, had ik een instant hekel aan het mens.

Vanachter haar met regendruppels bedekte sjempotglazen loerde ze om zich heen. Haar bergschoenen had ze breeduit in het gangpad geparkeerd en om de zoveel tijd slaakte ze geïrriteerd een zucht. Tja, dacht ik. Áls je al zo lelijk bent, zorg dan ieder geval voor een fatsoenlijke presentatie. Dat maakt het allemaal net even wat sympathieker. Maar het kon het kreng waarschijnlijk weinig schelen hoe ze op anderen overkwam.

Halte Leidseplein. Het werd tijd om uit te stappen. Ik hield me staande in het gedrang door met één hand de stang naast de uitgang vast te pakken, terwijl ik met de andere mijn ov-chipkaart uit m'n broekzak probeerde te vissen. Toen stond het kreng op en probeerde onder mijn arm door te kruipen. Ik wankelde maar hield mijn poot stijf. 'Laat me d'r es langs!', bitste het kreng. 'Mevrouw, het is hier druk. Ik val bijna om', zei ik terug. Toen het kreng weer, op luide toon: 'HORK!'

Dit kan leuk worden, dacht ik nog. Scherp zijn. 'Mevrouw, u bent brutaal.' Meestal werkt die tactiek: volwassenen, die een stuk ouder zijn dan ik, aanspreken op een toon alsof het kleine kinderen zijn. Maar het kreng was niet van haar stuk te brengen. Ze riep nog een keer: 'Laat me er langs, hork!' 'Mevrouw, als ik een hork ben, dan bent u een stuk chagrijn.' 'Ik ben helemaal niet chagrijnig. Volgens mij heb je het over jezelf.' Ik keek haar quasi-geamuseerd aan en zei: 'Wedden dat ik niet chagrijnig ben?' Waarop zij antwoorde, waarschijnlijk hintend op mijn - in haar ogen - totale gebrek aan manieren: 'Je bent in ieder geval een stuk jonger dan ik.' Tijd voor revanche. 'Ja inderdaad. Dat is duidelijk te zien. Nou, daag.'

Ze zei nog netjes 'Daag' terug ook. Dat het ook heel anders kan, bleek een dag later. Wederom stond ik in een volgepakte tram vol natgeregende mensen. Het was net als die dag daarvoor een gedrang van jewelste. Bij het uitstappen stond plots een strakgestylede neger van een jaar of dertig naast me. Boven ons loeide de verwarming alsof het januari was. Hij bracht z'n mond naar mijn oor en fluisterde met iets te veel lucht: 'Heet hè?'.

Ik stapte uit. Op een roze wolk zweefde ik naar huis, z'n warme stem na-resonerend in mijn oor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten