zondag 17 juli 2011

De week van de wansmaak

Eerder schreef ik over gruwelijke zomervakanties. Normaal gesproken plan ik mijn reizen graag om de voorgeschreven vakantieperiodes heen, zodat het er in ieder geval niet stikt van de schreeuwende kinderen. Het risico dat je daarbij loopt, is dat je tussen de bejaarden zit. Zo bleek bijvoorbeeld tijdens een weekje Spanje. We hadden heel bewust de costa's vermeden waar ouden van dagen tot ver in juni overwinteren. Het hielp slechts weinig. Overwinterende bejaarden zitten overal...

Via via hadden we een huisje geregeld in Rojales, een klein dorpje niet ver van Alicante. Het was een typisch Spaanse nederzetting met een kerkje en een plein, wat huisjes, een bakker, een slager en een Spar. Ons huisje bevond zich even buiten het dorp, in een betonnen enclave. Toen we de parkeerplaats op reden, kregen we al een vaag vermoeden van hoe de week eruit ging zien. Over de achterbalkons hingen roodbruinverbrande zestigplussers. Verveeld staarden ze vanonder hun wasgoed naar de lucht, op zoek naar een wolk. We waren de enigen met een Spaans kenteken. De rest van de auto's was afkomstig uit Nederland, Duitsland en hier en daar Groot-Brittannië. De meeste auto's zaten onder een dikke laag stof: een teken dat ze al wekenlang niet van hun plaats waren geweest.

We arriveerden nogal laat. We hadden geen proviand meegenomen, maar gelukkig was er een restaurant binnen de muren van de enclave. Vlak voor sluitingstijd bleken de Nederlandse uitbaters gelukkig nog bereid ons een maaltijd voor te willen zetten. En wat voor één! Mijn bestelde bami bleek te bestaan uit met ketjap overgoten spaghetti, een zak soepgroenten en gekookte kip. Tuurlijk, een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Maar het evenementenbord bij de voordeur had ons eigenlijk al moeten alarmeren.

Dit stond erop:

Woensdagavond: Bingoavond!
Donderdag: Nederlandse meezing-karaoke!
Vrijdag: Vang je eigen visdag!
Zaterdag: Tante Jannie's verjaardag!

Eronder soortgelijke borden voor de Duitse en Engelse cliëntèle, maar het was duidelijk dat de Nederlanders hun stempel hadden gedrukt op het lokale uitgaansleven.

De dagen erna besteedden we onder meer met hangen aan het zwembad (erin zwemmen werd getolereerd, maar niet van harte: je zou het middagdutje van de Duitse buurvrouw zomaar kunnen verstoren). Ook pakten we de auto, op zoek naar authentieke Spaanse dorpjes met dito restaurants. Dat laatste viel nog niet mee. Alle etablissementen die we aantroffen, waren overgenomen door Duitsers en Nederlanders. Traditionele tapas of een schaal paëlla? Ho maar. Schnitzels konden we krijgen, of een garnalencocktail. Carpaccio met ananas. Ook op de kaart: 'aardappel, groente en vlees.'

Het bontst maakten de toeristen het in het plaatsje Torrevieja. Terwijl enkele oudere Spanjaarden zichzelf en hun paarden in traditionele klederdracht in optocht door het dorp joegen, lagen de Westerse bejaarden te bakken op een omheind stuk strand. Middenin het dorp, wel te verstaan. Hoe dat eruit zag: lillend blotemensenvlees, bijeengehouden door minuscule stukken textiel. Topless oma's die hun zeemleren decolletés inwreven met walmende zonnecrèmes. Bierbuiken op badslippers.

Geen van allen keurde de Spaanse folklore een blik waardig. De meesten staarden verdwaasd naar een denkbeeldig punt aan de hemel, sommigen naar een sportpagina in de Telegraaf of een tabloid. En dat heet dan vakantievieren. We hebben er kostelijk om gelachen, maar dit was eens en nooit weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten