woensdag 6 oktober 2010

Stokrozenplaag


In mijn straat woedt een stokrozenplaag. Of eigenlijk in heel Amsterdam, nu ik er goed op let. Maar speciaal in mijn straat woekert het onkruid alle kanten op. Voor wie niet weet wat een stokroos is: de stokroos is een sprietige, fletsgroene stengel met bobbels erop die een lengte van ruim twee meter kan bereiken. Meestal doet hij dat niet en ligt hij geknakt over het trottoir.

Van de stokrozen die wél hun lengte weten te bereiken, springen na maanden van welig tieren ineens de bobbels open. Eruit tevoorschijn komen slap hangende bloemen in kleuren van versleten gordijnen: lichtpaars, vaalbruin, oudroze, zeg maar de sombere kant van de verfwaaier met pasteltinten.

Waar mensen in verre buitenlanden de stokroos meteen in maart de kop indrukken, koesteren mijn buren hun stengels alsof het zonnebloemen zijn. De een heeft zijn stengel gespalkt met een lat, de ander bindt er wekelijks een iets langer touwtje om zodat zíjn stengel in ieder geval knakbestendig is. Intussen slalommen wij door het woud van stengels over de stoep naar huis.

Hoe het zover heeft kunnen komen? Dat is volledig te danken aan ons ijverige stadsdeel, Oost (toen nog Zeeburg). Om de saamhorigheid in de buurt te bevorderen riep Stadsdeel Oost een bijzonder fenomeen in het leven: de Geveltuintjesdag. Op een zonnige dag in april werden we opgeroepen naar een plein te komen om aldaar stekjes en zaadjes met buren en omwonenden uit te wisselen.

Een jaar of wat geleden kwam de gemeente met tuingerei in de aanslag per huis een stuk stoep afbakenen van veertig centimeter breed, waarbinnen de buren hun versgeruilde stekjes en zaadjes mochten planten. Dergelijke geveltuinen zie je nu overal, maar nergens staan er zoveel stokrozen in als bij ons in de straat. Verschillende overburen hebben zelfs een tuinbank in hun geveltuin gezet zodat ze onder hun stengel van het weer kunnen genieten.

De Geveltuintjesdag heeft de saamhorigheid niet bevorderd. Natuurlijk, we groeten elkaar op straat en nemen pakjes voor elkaar in ontvangst. Maar het komt geen seconde in me op om een buurman of -vrouw te complimenteren met het feit dat zijn/haar stengel nog fier overeind staat en niet geknakt is zoals bij die andere buren. Integendeel: komend voorjaar sluip ik 's nachts de straat op met een onkruidverdelgend gif. Weg ermee!

(Oja, de bovenstaande foto heb ik van Google getrokken. Dit is niet mijn straat.)

2 opmerkingen:

  1. Over pakjes aannemen gesproken: ik zit dodelijk ziek thuis op dit moment. En het viel me op dat bezorgers dit kennelijk in de gaten houden. Ik zit al de hele dag pakjes aan te nemen voor buren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ze komen op de geur af. De geur van griep. Gordijnen dicht en niet open doen!

    BeantwoordenVerwijderen