vrijdag 8 oktober 2010

Het verhaal van Kriebeltje

Eens, lang geleden, carpoolde ik met twee collega's van Amsterdam naar Vianen en weer terug. We werkten destijds bij het immer hectische World Online en een rit van en naar het kantoor duurde regelmatig drie kwartier tot een uur. Chauffeur Bart trakteerde ons in het begin op smooth jazz of allerlei freaky shit van Frank Zappa uit de seventies, maar dat ging al snel vervelen. Vanaf dat moment was de opdracht: hoe gekker, slomer of crappier de muziek, hoe beter.

Een periode van totale filegekte brak aan. Op de heenreis blèèèrden we mee met Baccara, de terugweg ging van start met Luv'. Al snel kenden we het repertoire van alle wanstalige damesgroepjes uit ons hoofd en schalde het over de Nederlandse snelwegen: 'You're very welcome in Waldooooooooooolalaaaaaaa', Ooohooo Ahaaaa you're such a casanooooooovaaaaa'. Of we kreunden mee met Baccara's Yes sir, I can boogie ('boogie woogie, all night loooooong'). Even tussendoor: het leukste Baccara-lied is The Devil Sent You to Lorado, vanwege de schrikeffecten van de zangeressen. Na deze zin slaken de dames een bang gilletje: 'Because he knew that you were there (Huuuh!) (Waaah!). Kijk zelf:



Het gaat in dit verhaal niet over Baccara, maar om Kriebeltje. Hoofdredacteur Henk verkondigde op een sombere dag dat zijn neef geen leven had als gay in het homovijandige Israël. Om aan zijn hel te ontsnappen kon de neef bij zijn oom aan de slag. Er werd een mooie functie voor hem verzonnen en ze leefden nog lang en gelukkig. Maar toch niet helemaal...

Even terug naar onze autoavonturen. Chauffeur Bart zat in zijn vrije tijd in een band en vervoerde alle muziekinstrumenten in de kofferbak van zijn enorme Volvo. Het duurde dan ook niet lang voordat we met z'n drieën helemaal losgingen: sambaballen, tamboerijn, het woodblock en de triangel zorgden ervoor dat onze muzikale vreugde tot het kookpunt steeg. En toen kwam het verzoek van Henk. Of zijn neef mocht meerijden.

Het mocht.

De eerste drie dagen hielden we het bij een enkele triangel-tingel of een stiekem klopje op het woodblock. Ook de muziek werd aangepast aan onze nieuwe gast: enkel en alleen nog Nederlandse meuk, zodat hij snel aan onze cultuur zou wennen. Denk hierbij aan de Dolly Dots, Frizzle Sizzle, Linda, Roos & Jessica en Bonnie St. Claire. Het duurde maar even voordat de neef zijn eerste tamboerijn vasthield en al snel was hij de gangmaker van het gezelschap. Sterker nog: hij hield niet meer op met herrie maken.

Na een tijdje begonnen verschillende dingen op te vallen. Z'n haar - nou ja haar, een kale kop met een comb-over - zat altijd slordig. Hij droeg iedere dag hetzelfde, ietwat smoezelige pak. Ook had hij elke dag hetzelfde plastic AH-tasje bij zich met daarin zijn werkspullen. Langzamerhand begon het een beetje mossig te ruiken als de neef bij ons in de auto stapte. We werden er eigenlijk een beetje kriebelig van - et voilà: zijn bijnaam was geboren.

Vanaf toen veranderde er iets. Zodra Kriebeltje op de sambaballen dook probeerden we hem af te remmen. Kriebeltje niet teveel laten bewegen, luidde het nieuwe devies. Maar hij was niet te stoppen: vanaf de achterbank smeekte Kriebeltje kirrend om Baccara als chauffeur Bart een kalmerende jazz-cd had opgezet. En daar gingen we weer...

Op een dag was Bart vrij en geen chauffeur. We zaten met Kriebeltje in de bus. Aangezien er geen muziek was, besloot Kriebeltje dat het tijd was voor een gesprek. Het werd één grote klaagzang. Zijn vriend, een veel oudere man, commandeerde hem rond en gaf hem er ongenadig van langs. Hij woonde in een huis waarvan de eigenaren hem opsloten in zijn kamer als er bezoek was. Ze parkeerden de vuilniszakken op Kriebeltjes bed: aan hem de taak het huis schoon te houden. En hij miste Israël zo: 'I wish I was dead! I wish I wasn't gay! Please let me be normal, I wish I was straight!', druilde Kriebeltje. Maar gelukkig had hij ons nog. De ritjes van en naar Vianen waren voor hem het hoogtepunt van de dag en wij waren zijn redding geweest de afgelopen weken.

De volgende ochtend kwam Kriebeltje weer naar de oppikplaats, voor de ingang van het park. Bij ons rees het vermoeden dat hij daar inmiddels menig nacht geslapen moest hebben. Ja hoor, hij stonk weer een dagje mossiger dan gisteren. En wat had hij er weer een zin in, liefst Luv' vandaag. Zo zaten we opgescheept met een steeds verder verloederende Kriebeltje, die al z'n frustraties hysterisch van zich af sambabalde. Dat laatste stukje geluk wilden, nee kónden we hem gewoon niet ontnemen.

Toen vertrok hoofdredacteur Henk naar het nieuwe hoofdkantoor in Rotterdam. Zijn neef kreeg daar weer een ander zelfverzonnen baantje. De transfer kwam als een geschenk uit de hemel. We hebben nooit meer iets van Kriebeltje vernomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten