dinsdag 24 januari 2012

Vakantiebejaarden in Eilat

Eilat. Een Israëlisch toeristengat. Helemaal bovenin het uiterste puntje van de golf van Aqaba en vlak naast de grens met Jordanië ligt een klein stadje met daaromheen alleen maar gebergte en woestijn. Het water van de Rode Zee werkt al jaren als een lap op de stier van menig Europeaan. Van februari tot en met december is het hier vergeven van de Russen, Engelsen en – hoe kan het ook anders – Nederlanders.

Behalve in januari. Dan zijn er alleen wat weekenders uit het noorden van Israel die in Eilat hun keppeltje komen luchten. Een handvol Russen, omdat Russen namelijk de nieuwe Nederlanders zijn: die zijn ook overal. Maar de oude Nederlanders zijn er ook, en dat kun je letterlijk nemen. Op een paar uitzonderingen na zijn ze 65-plus.

Wij gaan meestal buiten het seizoen om op vakantie. Lekker rustig. Geen gezinnen met dreinende kinderen. Geen luidruchtige jongeren. Maar wel heel veel bejaarden dus. En die kunnen ZEUREN. Echt, overal zeuren ze over. Het begint al bij het inchecken. ‘Moet je dat mens daar zien. Die koffer is groter dan haarzelf. Gaat ze soms verhuizen?’ ‘Vast niet. Wie wil er nou in Israel wonen?' 'Ja, de zon is fijn, maar die mensen. Altijd zo onbeschoft met hun gebrabbel.' 'Als ik iemand niet kan verstaan dan denk ik altijd dat ze het over mij hebben.’ ‘Ja, zó onbeleefd.’

Eenmaal aan boord is het al niet veel beter. Het is te koud of te warm, het opstijgen gaat niet snel genoeg of juist te hard (‘Wat weer een ellende. Ik kiep bijna uit mijn stoel,’). ‘Vroeger mocht je tenminste nog gewoon roken aan boord. Nu moeten we vier uur wachten. VIER UUR!’ ‘Waarom moet je nu alweer naar de wc. Ik blijf maar opstaan. Kun je niet gewoon nu één keer goed gaan?’ ‘Die jongen daar is al zeker drie keer naar de wc geweest. Je zou er maar naast zitten. Doodmoe word ik ervan!’ ‘Wat? Moeten we betalen voor de koffie? Ach, die was toch al niet te zuipen. Ik drink wel water op de wc.’

‘Wat is het hier koud. Vorig jaar rond deze tijd waren we hier ook en toen was het veel warmer. En kan die airco uit? Dat is nu helemaal niet nodig. Ik heb toch al m’n winterjas aan. En waarom hobbelt dat busje zo? Al het ontbijt komt weer naar boven. Waar ze negen dollar voor vroegen. NEGEN DOLLAR! Mooi dat ik dat dus wél binnen probeer te houden. Wat een zonde van het geld. Vorig jaar hadden ze veel meer keus. Maar ja, dat was ook in een ander hotel. Halfpension hadden we toen. Maar dat doen we niet meer. Elke dag hetzelfde buffet met alleen maar van dat vieze kosjere vreten. Maar hier is het ook niet te doen. Er zijn niet eens plakjes ham om op brood te doen.’

‘En nu moeten we alwéér dat hele eind naar Petra. Want vorig jaar was het te druk om alles te zien. Dus moeten we nu nog een keer. Opgeteld bij elkaar kom je zomaar uit op 250 euro per persoon. En dat voor een paar ouwe rotsblokken. En natuurlijk moet Henk weer de hele tijd plassen. Ik zeg nog tegen Henk, ik zeg: ga nou even achter die struiken in het begin waar geen bewaking staat, maar dat dorst ie niet! Terwijl ik gewoon ga zitten hoor. Ik hang er gewoon zo’n lap voor. Zo eentje die ik op een markt heb gekocht. O ja, een hoofddoek heet dat. Zijn ze toch nog ergens goed voor. Maar ook in heel dat Petra is natuurlijk weer geen fatsoenlijke kop koffie te krijgen.’

‘Vorig jaar ook al niet. Toen had ik mijn eigen koffie meegenomen. Ja, gewoon in een thermoskan. Ik zeg nog tegen Henk, ik zeg, dat moeten we dit jaar ook weer doen. Maar Henk zei tegen mij, hij zei: weet je nog dat ik vorig jaar om het half uur moest pissen omdat die koffie van jou zo sterk was? Ja, kon ik ook niet weten. Ik had mijn koffiefilterschep niet bij me dus moest het op de gok. En van gokken houden we niet, hè Henk? Ja, wel van bingo. Maar het entertainment in Eilat dóet geen bingo. Nee, dan hadden we naar Spanje gemoeten. Daar is tenminste fatsoenlijk entertainment. Hier was dit jaar niet eens een kennismakingsbijeenkomst! Nu moesten we zelf alle nieuwe stellen bij het zwembad langs om kennis te maken.’

‘Er lagen ook twee jongens bij ons zwembad. Van die homo’s, dat zag je zo. Vinden we altijd heel gezellig hoor, homo’s. Maar dit waren geen leuke homo’s. Ze zeiden bijna niks terug nadat ik ze had uitgelegd waar je wél lekkere koffie kon halen! En toen ik zei dat ik homo’s altijd zo gezellig vond, zei de ene: nou, er zijn anders genoeg ongezellige homo’s hoor. En daarna zette hij z’n koptelefoon op!'

'De andere wilde wel aardig doen, dat zag je zo. Ik zei nog tegen hem, ik zei: ga nooit bij Giraffes eten. Daar hebben ze niet eens patat, maar van die rare rijstdingen. Soezie en zo. Daar is niks aan, en al helemaal niet in Eilat. Die ene jongen met de koptelefoon zei toen dat ie juist dol was op soezie. Gewoon om mij te sarren. Nee, voor mij was de lol er helemaal af. Voor straf heb ik de rest van de vakantie geen woord meer tegen ze gezegd. Ja, ik weet zeker dat ze dat héél jammer vonden.’

5 opmerkingen:

  1. ROFLMAO @ "Als ik iemand niet kan verstaan dan denk ik altijd dat ze het over mij hebben"! :-D Ik heb ooit in een staat van extreme pissigheid wel eens verkondigd dat dat de essentie van de Nederlandse volksaard is, maar da's een beetje onaardig. #Poessienielief

    En verder wilde ik melden dat dit stuk mijn dag gemaakt heeft. #briljant

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Poelekie: Echt, Nederlanders in den vreemde, ze zijn verschrikkelijk! Maar ook weer dankbaar columnvoer. Ik las ooit in HP een verhaal over de gemiddelde Nederlander. Met een illustratie van Jack Spijkerman ernaast, met z'n verongelijkte smoel. Sindsdien zie ik hem altijd en overal.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Fantastisch en heel herkenbaar:-)

    Tip:

    'De laatste Liefde van Mijn Moeder' van Dimitri Verhulst vertelt over een Vlaams koppel dat naar het Zwarte Woud op vakantie gaat. Hilarisch. Dit stuk zou een prima inleiding kunnen zijn op 'De Laatste Liefde van Mijn Moeder - deel 2'. Een Vlaamse familie naar Eilat!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hoi Ton,

    Leuk, dank voor de tip! Ga ik eens achteraan, ben dol op lezen!

    BeantwoordenVerwijderen