dinsdag 12 mei 2015

Kansloos netwerken bij het UWV

Ik ben alweer ruim een jaar druk aan het werk, maar vorig jaar heb ik drie maanden zonder gezeten. Achteraf een heerlijke periode, want het was van 1 mei tot 31 juli alleen maar mooi weer. Maar na mijn niet-verdiende ontslag moest ik een WW-uitkering aanvragen en kwam daardoor in een ambtelijke molen terecht. Althans, dat dacht ik van tevoren.

De regel is dat je vlak voor je laatste werkdag begint met je aanvraag. Ik bel dus met het UWV en kreeg een heel aardige jongen aan de lijn. Hij vertelde wat ik doen moest, en dat kon gelukkig allemaal online. Tien jaar geleden zat ik in een soortgelijke situatie (nu werd één FTE wegbezuinigd, toen een hele afdeling). Destijds moest ik me met een enorme stapel formulieren, waaronder alle loonstrookjes uit mijn hele werkzame leven, melden bij een kantoor waar een mannetje achter een loket zat. Dat mannetje vertelde me op welke vacatures ik het best kon solliciteren. En hoe ik een sollicitatiebrief het best kon beginnen. Echt, de betutteling. Het viel me mee dat ik geen uitbrander kreeg omdat ik me pas om vijf over negen had gemeld in plaats van negen uur stipt. Dat kon ook niet, want het hek voor het gebouw zat nog op slot.

Hoe anders was de situatie nu. Vol goede moed maakte ik een DigiD aan, meldde me aan bij iets dat Netwerkplein ofzo heette en stuurde een pdf-versie van mijn paspoort de ambtelijke molen in. Dat was allemaal op mijn eerste dag als steuntrekkende werkloze. In het telefoongesprek had de aardige jongen aangekondigd dat er voor hoger opgeleiden zoals ik speciale bijeenkomsten waren. Daar zouden ze allerlei handige tips geven die hielpen bij het vinden van een nieuwe baan. 'Moet ik me tot die tijd nog ergens melden?', vroeg ik. 'Nee hoor', zei de aardige jongen. De bijeenkomst was op 14 juni. 'Maar het kan in de tussentijd geen enkele kwaad om alvast een beetje om je heen te kijken, natuurlijk', lachte de jongen.

Het werd 14 juni. Om 15.00 uur stipt meldde ik me bij een groot, glanzend pand op Amsterdam Sloterdijk. Ik had een plukje mensen verwacht dat net als ik op een 'werkcoach' zat te wachten. In plaats daarvan kwam ik in een ruimte terecht waar zeker zestig mannen en vrouwen vertwijfeld om zich heen stonden te kijken. Wat bleek: dit was een 'netwerkmeeting'. Vandaag gingen we leren hoe we online netwerken als LinkedIn en (whoehoe) misschien zelfs Twítter konden inzetten om te netwerken. En wie weet hadden we ook nog wel iets aan elkaar.

Wat er toen gebeurde was werkelijk te bizar voor woorden. Echt, Toren C was zelfs niet weggekomen met de volgende scène. Twee dames - eentje eind twintig, de ander eind dertig - in bloemetjesjurken met een witte legging eronder vroegen ons in het midden van de ruimte te gaan staan. 'De muur aan de overkant is het noorden van Nederland, de muur aan ónze kant is het zuiden. Nu moet iedereen gaan staan waar hij geboren is.' Als een schooljuf klapte de oudste van de twee in haar handen. Ongemakkelijk begonnen de aanwezige steuntrekkers door elkaar heen te bewegen. Een van de aanwezigen klom in een hoek van de zaal op een vensterbank. 'Wat doe jij nou?', kirde de jongste schooljuf. Ietwat schaapachtig volgde het antwoord. 'Ik kom uit Curacao.' Dat was lachen geblazen. Overigens kwamen de meeste mensen gewoon uit Amsterdam en omstreken, dus halverwege de achtermuur stond een pluk mensen elkaar in de nek te hijgen. 'Nu moeten jullie gaan staan waar je hebt gestudeerd'. En hup, daar dook de rest ook op het kluitje Amsterdammers.

Gelukkig mochten we ons daarna weer door de zaal verspreiden. De dames gingen ons uitleggen waarom LinkedIn handig was. 'Wie van jullie heeft LinkedIn?' 59 van de zestig vingers gingen de lucht in. 'En wie van jullie heeft Twitter?' Een stuk of tien handen bleven over. 'Twitter is anders hartstikke handig hoor. Als je ons volgt op Twitter kun je hele interessante vacatures tegenkomen.' Vervolgens ontstond een discussie in de zaal over het zoeken van werk via internet. Of dat niet gewoon via vacaturesites kon. Maar toen bleek dat het bij de sollicitatieverplichtingen óók telde als je je LinkedIn-profiel bijwerkte, verstomde het gemor.

Na een kwartier gezwatel over sociale media pakten beide schooljuffen een mandje. De twintiger deelde oranje usb-sticks uit, de dertiger blauwe. De oudste riep vervolgens: 'Hou nu allemaal je usb-stick in de lucht. Zestig verbaasde armen zwaaiden omhoog. 'Willen degenen met een oranje usb-stick in een kring gaan staan?' Aarzelend kwam een kring tot stand. 'Willen degenen met een blauwe usb-stick een kring vormen om de oranje mensen heen?' zo gezegd, zo gedaan. 'Nu tel ik tot drie en draaien alle oranje mensen zich om. Je stelt je voor aan degene die tegenover je staat en dan ga je met die persoon netwerken!' Nog voor ik What The Fuck kon denken klonk het 'Een! Twee! Drie!'.

Een soort van jongen of een man draaide zijn vlassnor naar me toe. 'Hi! Ik ben Stacey.' Stacey bleek middenin een metamorfose van man naar vrouw te zitten, of andersom. Ik heb het niet durven vragen. Maar Stacey moest een periode overbruggen van een studie psychologie en een postdoctoraalachtig iets. Leuk voor Stacey, maar ik had nog steeds geen zicht op een baan. Toen blies de oudste schooljuf op een fluitje, dat ze tot dusver ongezien om haar nek had hangen. 'Nu schuiven we allemaal twee personen op naar links!' Nu stond ik over een ex-directeur van een dure bank, denk aan Lanschot of iets dergelijks. Ik viel maar meteen met de deur in huis. 'Vind jij deze bijeenkomst net zo idioot als ik?' Gelukkig kreeg ik bijval.

Na weer vijf minuten ging het fluitje opnieuw. 'Op de usb-stick staan alle formulieren die je nodig hebt bij het Netwerkplein. En nu is het tijd voor de borrel!'

Ik heb nog nooit zo snel een zaal zien leegstromen….

(Dit verhaal schreef ik in 2011)

1 opmerking: