dinsdag 24 januari 2012

Vakantiebejaarden in Eilat

Eilat. Een Israëlisch toeristengat. Helemaal bovenin het uiterste puntje van de golf van Aqaba en vlak naast de grens met Jordanië ligt een klein stadje met daaromheen alleen maar gebergte en woestijn. Het water van de Rode Zee werkt al jaren als een lap op de stier van menig Europeaan. Van februari tot en met december is het hier vergeven van de Russen, Engelsen en – hoe kan het ook anders – Nederlanders.

Behalve in januari. Dan zijn er alleen wat weekenders uit het noorden van Israel die in Eilat hun keppeltje komen luchten. Een handvol Russen, omdat Russen namelijk de nieuwe Nederlanders zijn: die zijn ook overal. Maar de oude Nederlanders zijn er ook, en dat kun je letterlijk nemen. Op een paar uitzonderingen na zijn ze 65-plus.

Wij gaan meestal buiten het seizoen om op vakantie. Lekker rustig. Geen gezinnen met dreinende kinderen. Geen luidruchtige jongeren. Maar wel heel veel bejaarden dus. En die kunnen ZEUREN. Echt, overal zeuren ze over. Het begint al bij het inchecken. ‘Moet je dat mens daar zien. Die koffer is groter dan haarzelf. Gaat ze soms verhuizen?’ ‘Vast niet. Wie wil er nou in Israel wonen?' 'Ja, de zon is fijn, maar die mensen. Altijd zo onbeschoft met hun gebrabbel.' 'Als ik iemand niet kan verstaan dan denk ik altijd dat ze het over mij hebben.’ ‘Ja, zó onbeleefd.’

Eenmaal aan boord is het al niet veel beter. Het is te koud of te warm, het opstijgen gaat niet snel genoeg of juist te hard (‘Wat weer een ellende. Ik kiep bijna uit mijn stoel,’). ‘Vroeger mocht je tenminste nog gewoon roken aan boord. Nu moeten we vier uur wachten. VIER UUR!’ ‘Waarom moet je nu alweer naar de wc. Ik blijf maar opstaan. Kun je niet gewoon nu één keer goed gaan?’ ‘Die jongen daar is al zeker drie keer naar de wc geweest. Je zou er maar naast zitten. Doodmoe word ik ervan!’ ‘Wat? Moeten we betalen voor de koffie? Ach, die was toch al niet te zuipen. Ik drink wel water op de wc.’

‘Wat is het hier koud. Vorig jaar rond deze tijd waren we hier ook en toen was het veel warmer. En kan die airco uit? Dat is nu helemaal niet nodig. Ik heb toch al m’n winterjas aan. En waarom hobbelt dat busje zo? Al het ontbijt komt weer naar boven. Waar ze negen dollar voor vroegen. NEGEN DOLLAR! Mooi dat ik dat dus wél binnen probeer te houden. Wat een zonde van het geld. Vorig jaar hadden ze veel meer keus. Maar ja, dat was ook in een ander hotel. Halfpension hadden we toen. Maar dat doen we niet meer. Elke dag hetzelfde buffet met alleen maar van dat vieze kosjere vreten. Maar hier is het ook niet te doen. Er zijn niet eens plakjes ham om op brood te doen.’

‘En nu moeten we alwéér dat hele eind naar Petra. Want vorig jaar was het te druk om alles te zien. Dus moeten we nu nog een keer. Opgeteld bij elkaar kom je zomaar uit op 250 euro per persoon. En dat voor een paar ouwe rotsblokken. En natuurlijk moet Henk weer de hele tijd plassen. Ik zeg nog tegen Henk, ik zeg: ga nou even achter die struiken in het begin waar geen bewaking staat, maar dat dorst ie niet! Terwijl ik gewoon ga zitten hoor. Ik hang er gewoon zo’n lap voor. Zo eentje die ik op een markt heb gekocht. O ja, een hoofddoek heet dat. Zijn ze toch nog ergens goed voor. Maar ook in heel dat Petra is natuurlijk weer geen fatsoenlijke kop koffie te krijgen.’

‘Vorig jaar ook al niet. Toen had ik mijn eigen koffie meegenomen. Ja, gewoon in een thermoskan. Ik zeg nog tegen Henk, ik zeg, dat moeten we dit jaar ook weer doen. Maar Henk zei tegen mij, hij zei: weet je nog dat ik vorig jaar om het half uur moest pissen omdat die koffie van jou zo sterk was? Ja, kon ik ook niet weten. Ik had mijn koffiefilterschep niet bij me dus moest het op de gok. En van gokken houden we niet, hè Henk? Ja, wel van bingo. Maar het entertainment in Eilat dóet geen bingo. Nee, dan hadden we naar Spanje gemoeten. Daar is tenminste fatsoenlijk entertainment. Hier was dit jaar niet eens een kennismakingsbijeenkomst! Nu moesten we zelf alle nieuwe stellen bij het zwembad langs om kennis te maken.’

‘Er lagen ook twee jongens bij ons zwembad. Van die homo’s, dat zag je zo. Vinden we altijd heel gezellig hoor, homo’s. Maar dit waren geen leuke homo’s. Ze zeiden bijna niks terug nadat ik ze had uitgelegd waar je wél lekkere koffie kon halen! En toen ik zei dat ik homo’s altijd zo gezellig vond, zei de ene: nou, er zijn anders genoeg ongezellige homo’s hoor. En daarna zette hij z’n koptelefoon op!'

'De andere wilde wel aardig doen, dat zag je zo. Ik zei nog tegen hem, ik zei: ga nooit bij Giraffes eten. Daar hebben ze niet eens patat, maar van die rare rijstdingen. Soezie en zo. Daar is niks aan, en al helemaal niet in Eilat. Die ene jongen met de koptelefoon zei toen dat ie juist dol was op soezie. Gewoon om mij te sarren. Nee, voor mij was de lol er helemaal af. Voor straf heb ik de rest van de vakantie geen woord meer tegen ze gezegd. Ja, ik weet zeker dat ze dat héél jammer vonden.’

dinsdag 17 januari 2012

Zweedse meisjes, het vervolg: Sita het Hongaarse meisje

Lees eerst het vorige verhaal over de Zweedse meisjes. Dit is dus het vervolg.

Aangezien het mentorvader- en -moederschap ons goed was bevallen, bedachten Nina Rosa en ik ons geen moment toen zich in het nieuwe studiejaar wederom een mentormeisje aandiende. Deze keer had het lot bepaald dat we een Hongaarse studente ter opvang kregen, Sita genaamd.

Sita was een donkerharige schone met ravissant zwart haar. Als ze lachte tenminste. De eerste vijf minuten deed ze dat nog volop, al was ze na een week nog steeds vermoeid van de uitputtende reis die haar van een Hongaars bergdorpje naar Utrecht had geleid. We maakten kennis met een kopje thee en om het ijs te breken stelden we haar nieuwsgierig de ene vraag na de andere. Sita vroeg niets terug. Na een minuut of tien was ze het eenzijdige verhoor zat en ze zei: 'Dat hoeven jullie allemaal niet te weten.'

Een paar dagen later informeerden we voorzichtig bij het Buitenlandsestudentenhuis op het Janskerkhof hoe het Sita beviel, hier in Nederland. Ze had al die dagen binnen gezeten, ook al hadden we haar gewezen waar het postkantoor was. We waren op dat moment nog vast voornemens haar de Afsluitdijk te laten zien en een oer-Hollandse maaltijd voor haar te koken. Toen nog wel.

Gedurende een periode van drie maanden hebben we om de zoveel dagen geprobeerd contact te leggen met Sita. Vaak schold ze mopperend in de telefoon wat voor koud kutland Nederland was. En dat iedereen vervelend tegen haar deed. En waarom hier geen goulashsoep in ruime hoeveelheden voorhanden was. Waarom ik stiekem naar haar vriendje had gegluurd toen hij een paar dagen over was uit Hongarije (wat overigens niet zo was, de jongen had de uitstraling van een hork met z'n platvissengezicht). Waarom iedereen hier Nederlands sprak. Waarom haar huisgenoten zo vervelend waren. En zo ging het vaak nog even door.

Het lachen was Sita totaal vergaan. Het schone was er dus wel vanaf. En dat ravissant zwarte haar hing inmiddels in vette slierten om haar hoofd. Zo verwaterde het contact, dat op het eind tot een onverwachte climax kwam. Sita had namelijk besloten ons te trakteren op een afscheidsetentje! Dat ze wegging moest inderdaad groots gevierd worden.

We belden aan. Een buitenlandse student (een hele leuke, aardige, Jessica en Jenny-achtige) deed open en stuurde ons door naar Sita's kamer. Daar lag ze, languit op de grond met het gezicht naar de vloer. Bezorgd vroegen we of het wel goed met haar ging. Sita deelde haar kamer met een Amerikaanse Kimberley. Zo'n doorsnee Natalee Holloway-kloon die haar helft van de kamer had behangen met roze schilderijlijstjes vol vriendinnenfoto's. 'Zo lig ik hier altijd', zei Sita. 'Dan hoef ik die stomme blije foto's van Kimberley of hoe ze ook heet niet te zien.'

Zwaar geïrriteerd ging Sita ons voor naar de keuken. Ze viste een vieze pan uit de gootsteen en hield deze voor de vorm onder een lauwe waterstraal. Daarna mikte ze de pan voor de helft vol met macaroni, gooide er wat blokken kaas en bevroren spinazie door en zette hem op het vuur. Na een kwartier was het 'eten' 'klaar'. Na een half uur stonden we weer buiten, nadat we Sita omstandig hadden bedankt voor de feestelijke maaltijd. Voor de vorm telefoonnummers uitwisselen konden we niet meer opbrengen.

En zo eindigde het o-zo vrolijke mentorverhaal in een debâcle. Aan een nieuwe lichting studenten zijn we dan ook nooit begonnen.

Homotherapie

De Inspectie voor de Gezondheidszorg stelt een onderzoek in naar een organisatie die therapie zou aanbieden waarin homo’s leren hun ‘zondige’ geaardheid te onderdrukken.

Ja ja. Het staat er echt. Als tegenwicht daarvoor bied ik mijn diensten aan: mensen die zich als hetero onderdrukt voelen kunnen hier juist homo worden. Let wel: het gaat niet alleen om uiterlijk vertoon. We gaan je complete geaardheid veranderen. Als Tot Heil Des Volks het kan, kunnen wij het zeker!

Het pakket bestaat uit een cursus 'Leer Voguen als Madonna', een proseccoproeverij en het perfect stylen van een Ken-Barbiepop. Voor het serieuze datingwerk krijgen kandidaten een account op Gaydar, Grindr en Gayromeo en op de eerste date via een oortje opdrachten ingefluisterd: 'NU over Lady Gaga beginnen!' 'Zeg tegen je date dat z'n haar op dat van dingetje van Glee lijkt' (verzin hier een acteur naar keuze).

Voor de liefhebber zijn er niet-verplichte cursussen als 'Iedereen kan zingen als Cher-met-autotune' en 'Metamorfoos jezelf als Liza Minnelli.' Sowieso doen we veel aan drag, want in iedere homo schuilt immers een diva?

Uiteraard kan de cursist zich overal voor verzekeren. Meer algemene zaken als 'leren lopen als een homo' (zo hetero mogelijk maar wél op Prada-hakken) en 'leren eten als een homo' (cock) worden standaard vergoed door het basispakket. Ook alle gebruikelijke grooming maakt daar deel van uit: de spray tan, de body hair trimmer en de anusbleekset.

In de aanvullende verzekeringspakketten zitten de minder gebruikelijke gaygerelateerde zaken als kaartjes voor de Toppers (vanzelfsprekend krijgen alle aantoonbaar homoseksuele mannen korting), kniebeschermers voor op de parkeerplaats, de cursusfilms Philadelphia/The Wizard of Oz/Abba in Australië/A Single Man, Crisco, een basisabonnement op XTube en het kookboek 'Natural Harvest'. En vergeet ook het Gay Pride-pakket niet, met een leren veterslip, een supersoaker en een verenboa.

Ik moet nog even een marketingconcept schrijven en een businessplan, maar aanmelden is nu al mogelijk via @jbartelds op Twitter.

zondag 15 januari 2012

Zweedse meisjes

Ik studeerde journalistiek. Hoe we precies op een studentenbeurs beland waren weet ik niet meer, maar voor we het wisten hadden Nina Rosa en ik ons opgegeven als mentor voor buitenlandse studenten. En waarom we dat deden weet ik ook niet meer. Onder parallelle omstandigheden hadden we er nooit meer van gehoord en waren we direct vergeten wat we nu weer gedaan hadden. Maar nog geen maand later waren Nina Rosa en ik de onwennige ouders van twee kersverse mentorkinderen.

Zweedse meisjes waren het, Jessica en Jenny. We stelden ons voor hoe ze eruit zouden zien: allebei blond, de haren in vlechten of staartjes en allebei op z’n minst in een rok met een zwierige petticoat eronder. Erboven zo’n bloesje met pofmouwen zoals je ze kent van zonovergoten zomerweiden op posters die Zweedse natuurtaferelen moeten voorstellen. Het zouden twee vrolijk giechelende meisjes zijn, die we maar wat graag de weg naar het postkantoor zouden willen wijzen. Want dat stond in de taakomschrijving van ons mentorschap: de meisjes wegwijs maken in het gevaarlijk drukke Utrecht. Ze zouden niet alleen vrolijk zijn, maar ook verlegen en een beetje verdrietig van de heimwee. Met kopjes thee en kaakjes konden we ze liefdevol troosten als ze daar na een dag hard studeren aan toe waren.

We hadden afgesproken onder het beroemde blauwe klappertjesbord op Utrecht Centraal. Het meeting point puilde uit van de mensen, maar welke zoekende blikken de onze ook kruisten: nergens keken vier blonde poppenogen ons aan. Wel stonden er opeens twee grote kortharige vrouwen voor ons. De een had sproeten die overgingen in vuurrood piekhaar, de ander zwarte krullen die uit haar brutale gezicht sprongen. Enthousiast klampten ze ons aan: ‘Our new Mummy and Daddy!’

Onze droom lazerde in duizend stukken uit elkaar. Exit lieftallige meisjes, enter twee brutale vrouwen die zich op hun beurt verbaasden over ónze schattigheidsfactor: ik had waarschijnlijk witgeblondeerd haar en Nina Rosa droeg vast haar lange zwarte avondjurk. Het doel van Jenny en Jessica's reis was snel duidelijk. Ze schreven een thesis over het softdrugsbeleid in Nederland. Hoewel ze zelf niet per se van de jointjes waren, kon je de coffeeshop naar ze horen lonken.

Aanvankelijk hielden we het contact vrij zakelijk, door ze direct naar het postkantoor te sturen. Dat moest immers. Maar al snel bleven Jessica en Jenny plakken in het Lombokse studentenhuis waar Nina Rosa haar kamer had. De weken daarna namen we ze steeds vaker op sleeptouw, als we het Utrechtse nachtleven afstruinden. Meestal begonnen we in de Wolkenkrabber, een smal pijpenlaadje waar gays en lesbo´s de boventoon voerden.

En daar gebeurde het. Jessica had bepaalde ideeën over Nederlandse mannen en die moesten op de een of andere manier gecheckt worden. Ze had daarom wat Nederlandse zinnetjes geleerd om indruk te maken op de heren. Gefrustreerd over het feit dat ze alwéér in een gaybar stond, besloot Jessica dan maar een homo te versieren. Ze legde haar been in haar nek (want dat deed ze nou eenmaal), haalde dat been weer los, liep vervolgens naar de bar en zei tegen de eerste de beste jongen: ‘Ik wil jou aanraken, niet aanranden.’ De schrik in de ogen van die arme jongen zal ik niet snel vergeten.

Tussen de Nederlandse mannen en Jessica is het nooit wat geworden.

woensdag 11 januari 2012

Mediacircus


Het Groot Lexicon der – bijna – Vergeten Bekende Nederlanders. Met een naam die klinkt als een klok begonnen Roelof en ik alweer anderhalf jaar geleden aan een megalomaan project. Een allesomvattend overzicht moest er komen van ALLE bekende Nederlanders die bijna vergeten zijn. Voor iedere gedoofde ster moest gelden dat het de gemiddelde Onbekende Nederlander een ahaaa-moment zou opleveren. Wie was Amanda Spoel ook alweer? Leeft Fred Emmer nog? En hoe gaat het nu met Jody Bernal?

Al snel hadden we een lijst met achthonderd namen. Van obscure figuren als Hansje Ravenstein en Joekie Broedelet tot presentatoren als Rolf X. Wouters en Frank Masmeijer, die iedereen nog wel kent maar al jaren uit beeld zijn verdwenen. Na de zomer gingen we van start. Op de website Lichtuitspotuit.nl verscheen vanaf augustus dagelijks een Bijna Vergeten BN’er. Dat het aansloeg, was te merken aan de reacties op Facebook en Twitter. Bijna dagelijks stroomden de verzoeken binnen. Sommige tweeps stuurden zelfs complete Word-documenten met tientallen suggesties. Het werkdocument – met als titel Tetske’s Ossewaardeparadijs – wordt nog wekelijks aangevuld met nieuwe namen.

We hadden een eenvoudig Tumblr-blogje in elkaar gehackt. Dat moest professioneler. Goede man Niels werd ingeschakeld, die tijdens de kerstdagen vanuit Australië een slick ogende site optuigde. Op 2 januari gingen we live. Voor een stukje extra publiciteitsbeleving stuurden we een persbericht de wereld in.

En toen ging het los. Diezelfde middag werd ik gebeld voor een interview in het AD. Een dag later belde De Pers en weer een dag later stond er een verhaal in het Parool. Best grote stukken ook nog. Inmiddels was Roelof te horen geweest in de bestbeluisterde ochtendshow van Nederland, bij 3FM en bij QMusic. Zelf kwam ik in de uitzending bij BNN Today op Radio 1 en bij Prem in zijn ochtendshow, ook op Radio 1. Verder haalden we verschillende websites, en ook nog de VPRO-gids.

Naarmate de week vorderde naderde ons mediacircus zijn climax. Vrijdagmiddag was ik bijna twintig minuten te horen op Amsterdam FM (zie uitzending vrijdag 16.00 uur), maar het absolute hoogtepunt was de uitzending van Spijkers met Koppen van afgelopen zaterdag (luister vanaf 13.10 uur). In een afgeladen café (er zat een paar honderd man klapvee) werden Roelof en ik aan de tand gevoeld over sterren als Dodi Apeldoorn, Marceline Schopman en Rebecca Loos. Het werd onbedoeld hilarisch toen Roelof presentator Felix Meurders alvast op de lijst zette voor het Lexicon. Het werd onbedoeld ranzig toen ik de anekdote over Rebecca Loos en een varken oplepelde. Dolf Jansen: ‘Zeg je nou dat Rebecca Loos een varken heeft afgetrokken?’ ‘Eh, ja?’ Felix Meurders: ‘Daar geloof ik niks van!’ Ik: ‘Het is echt waar, er zijn beelden van!’ Roelof: ‘En dat is allemaal te zien op Lichtuitspotuit.nl!’

Tot zover onze fifteen minutes of fame. Overigens zijn er ook beelden van ons te zien. In SBS Shownieuws. Het zou een item worden van een paar minuten, maar we zijn teruggesneden tot ongeveer twintig seconden. Niet met je ogen knipperen dus.

Wie weet wat er nog volgt. We hopen op een boek, een scheurkalender, een bord- of een kwartetspel. En op nog meer fanmail van BN’ers. Tot dusver hebben alleen Tetske van Ossewaarde en Ronnie Tober iets van zich laten horen, waarvoor dank ;-).

O wat is het toch fijn om een mediahoer te zijn!

zaterdag 31 december 2011

Happy twintigtwaalf!

Van bloggen is het de laatste tijd niet veel gekomen. Druk met andere zaken. Voor volgend jaar beloof ik hier weer wekelijks iets neer te pennen. Of ik die belofte ook daadwerkelijk hard ga maken zien we dan wel weer.

Tot die tijd: geniet net als ik van dit prachtige, geweldige, bloedstollende nummer van de Irrepressables uit 2008. Het stond het hele jaar bovenaan vele playlists en de video van kunstcollectief PAG is een lust voor het oog.



Hier nog een keer, in een langere versie en met de originele videoclip.

vrijdag 9 december 2011

De beste albums van 2011

Zie hier mijn overzicht van de 36 beste albums van het afgelopen jaar. Veel 'vage' muziek dit jaar, vandaar per album een korte omschrijving. Het commentaar is deels gerecycled, want een groot aantal platen besprak ik al op de muziekpagina van gay glossy Winq.

1. Processory - Change Is Gradual
De Finnen Jori Hulkkonen en Jerry Valuri maken elektronische droompop met diepgang. Ze putten hierbij schaamteloos uit de eighties-archieven van de New Romantics. Denk aan de overdadig georchestreerde ballads van Tears for Fears, de laag-op-laag stapelende Godley & Creme en de fluffy productie van Spandau Ballet. Hun hedendaagse soortgenoten vind je bij Gayngs en M83, die net als Processory aardig experimenteel te werk kunnen gaan. Maar laat je hierdoor niet weerhouden, want het album vormt in zijn geheel een warme, romantische muziekdeken voor zwoele zomeravonden en later dit jaar voor bij het haardvuur. Mét sax-solo's, en dat is een aanbeveling.



2. M83 - Hurry Up, We're Dreaming
Als er iemand is die muziek episch kan laten klinken, is het Anthony Gonzalez van M83. Geef je eraan over en je voelt de zwaar georchestreerde tracks keihard bij je binnenkomen.

3. The Weeknd - House of Balloons
Progressieve R&B voor na het uitgaan. Nakateren op donker ingekleurde, druggy technosoul. Over het gezelschap achter The Weeknd is weinig bekend, wat alleen maar bijdraagt aan het mysterieuze van deze muziek. 'You wanna be high for this.'

4. Destroyer – Kaputt
Zowel arty als grappig en tegelijkertijd retro en futuristisch. Liedjes met trompetsolo’s en melancholische zang die soms aan Roxy Music doen denken.

5. Danger Mouse & Daniele Luppi – Rome
Geïnspireerd door de muziek van oude spaghetti westerns. Met zang van Norah Jones en Jack White (van de White Stripes). En dat is moooooi.

6. Araabmuzik - Electronic Dream
Als hiphop-producer zorgde Aarabmuzik voor de comeback van rapper Cam'ron, als soloartiest zoekt hij het totaal ergens anders: bij de kazige haargel-house van Jam & Spoon (Right in the Night) en Culture Beat- en Capellla-klonen. Hij vervormt samples en loops tot kunstwerken waar je niet op kunt dansen, maar fijn op kunt relaxen.


7. James Blake - James Blake
Met Limit To Your Love scoort James Blake een van de meest onwaarschijnlijke Top 40-hits in West-Europa. In Nederland haalt zijn dubstep-ballad zelfs de toptien. De afgelopen jaren leverde Blake enkele EP's af die zeer van elkaar verschilden. Wat ze gemeen hadden waren Blakes virtuoze pianospel en een melancholisch elektrogevoel. Op zijn eerste album laat Blake zich van een meer toegankelijke kant zien.

8. Metronomy - The English Riviera
Denk aan de seventies jazzrock van Steely Dan, maar dan met de sounds van nu: Junior Boys en Phoenix.

9. Katy B - On A Mission
Een van de fijnste dancetracks van 2010 was Perfect Strangers van het Britse dubsteppioniers Magnetic Man. Op deze single was Kathleen Brien te horen, die inmiddels als Katy B een solocarrière nastreeft. Haar muziek is een aanstekelijke combinatie van dubstep, R&B, pop en dance. Loeiende bassen, opzwepende beats, met hulp van Ms Dynamite en wederom de magnetische mannen.

10. Gil Scott-Heron & Jamie XX - We're New Here
In mei ging Gill Scott-Heron dood. Producer Jamie Smith van The XX geeft zijn breekbare soulstem een minimale elektronische sound mee. En dat werkt.

11. Light Asylum - In Tension EP
Heel zelden komt er een band voorbij waarvan je denkt: WOW! Dit is anders! Light Asylum is zo'n band. Alsof Grace Jones ineens als frontvrouw van Joy Division opduikt, met een serie tracks die zowel pikdonker gothic als ultralicht elektronisch klinken. Zangeres Shannon Funchess zingt letterlijk alsof haar leven ervan afhangt in lang uitgesponnen, fraai opgebouwde nummers die door partner Bruno Coviello subtiel van lichte synthezisertoetsen worden voorzien.

Beste single van het jaar is Light Asylum's Dark Allies, een repeterend dance-monster om bijna bang voor te worden.



12. Beyoncé – 4
De eerste single Run The World (Girls) komt in eerste instantie wat weird over, met z'n stuiterende Major Lazer-beats en repeterende rateldrums. De bonustrack Schoolin’ Life heeft een fijn foute 80s rocksound, Love on Top glijdt lekker binnen en Countdown is gewoon stand-out Beyoncé.


13. Black Keys – El Camino
Lekker ranzige rock, met orgels, koortjes en nog veel meer vertier.

14. tUnE-yArDs - W H O K I L L
Normaal ben ik nooit zo van folk, maar als het wordt gemixt met funk, R&B en afropop: yummie!

15. Bombé and Mr. Caribbean - James Drake
Het werkt: de muziek van James Blake en Drake zijn door een blender gehaald en vormen samen een geluid dat beide muzikanten recht doet.

16. Jessica 6 - See The Light
Een spin-off van Hercules & Love Affair. Denk disco, denk New York. Met wederom een gastbijdrage van Antony Hegarty.

17. Nicolas Jaar - Space Is Only Noise
Downtempo soundcollages met lagen jazz, hiphop, house en lounge. Relaaaxed….

18. Jamie Woon – Mirrorwriting
UK Bass wordt de muziek van Jamie ook wel genoemd. Hij maakt er bij vlagen een feestelijk rave-achtig geluid van. Op andere momenten klintkt ie melancholisch nineties-retro.


19. Com Truise – Galactic Melt
Achter dit geniale pseudoniem gaat de uit Princeton, New Jersey afkomstige Seth Haley schuil. Hij maakt instrumentale tracks die het midden houden tussen staccato soundtracks van computergames uit de eighties tot atmosferische midtempo chill-out grooves. De een wordt er bloednerveus van, de ander doet er een tripje op.

20. Kate Bush - 50 Words For Snow
Veel muziek brengt ze niet uit, maar als er iets komt is het raak. Langdurende ballads zijn het waarop haar stem deze keer fraai fragiel klinkt. Haar zoon en Elton John zingen ook mee, al had dat laatste niet per se gehoeven.

21. Neon Indian - Era Extraña
Bijna net zo episch als M83, maar dan met zeezieke synthesizers, Mario Brothers-geluiden en gelaagde soundscapes. En dan gaat het in de teksten ook nog eens over eenzaamheid en verbroken relaties…


22. Toro Y Moi - Underneath The Pine
Beetje Brian Eno-achtig wel, deze laptop-achtige drones die soms ineens heel erg akoustisch voor de dag komen.

23. Pinch & Shackleton - Pinch & Shackleton
Alsof een grote muziekcomputer je in het donker van een afstandje toegromt. Kom je dichterbij, dan walsen de reggae-achtige loops dwars over je heen.

24. Azari & III - Azari & III
Feest! Denk aan de house van Steve ‘Silk’ Hurley en Todd Terry. Soms slaan ze even rechtsaf een poppaadje in, maar in de beste tracks herleeft de rave van de eerste helft van de jaren negentig.


25. Cat’s Eyes – Cat’s Eyes
Met The Horrors maakt frontman Faris Badwan duistere garagerock. Voor dit project werkte hij samen met Rachel Zeffira, een klassiek geschoolde sopraanzangeres. Het resultaat: dromerige nachtmuziek die Julee Cruise en Twin Peaks in herinnering roept. Maar ook sixtieshelden als Lee Hazlewood en Nancy Sinatra. Gloomy, doomy, spooky.

26. Adele – 21
Nooit gedacht dat ik een voor mijn smaak zó mainstream album zo mooi kon vinden. Die stem…

27. SBTRKT – SBTRKT
James Blake en Jamie Woon zorgden ervoor dat dubstep een mainstream publiek heeft bereikt. SBTRKT borduurt hierop voort. Toegankelijke pop is het, gezongen door een trits gastvocalistes, met hier en daar een spooky soundeffect, een doffe drumklap of een dreigend rommelende bas.


28. The Horrors – Skying
Beetje gothic, beetje new wave, beetje navelstaren. Indie eyelinerpop.

29. Ill Skillz - Nectar & Ambrosia
Drum ‘n Bass die nergens klinkt alsof het weer 1997 is. Gewoon je kop in de speaker steken en stuiteren maar!

30. Drake – Take Care
Elektro-R&B waarin het af en toe behoorlijk spookt. Die Drake is een gevoelig mannetje. Met hersens ook nog, bovendien. Beste track is het duet met Rihanna, die zelf met een album kwam waarvan maar een paar tracks echt beklijfden.

31. Tom Waits - Bad As Me
De oude troubadour is terug. Z’n rommelpotterig geproduceerde liedjes zijn rafelige chansons. Z’n stem vertelt per track een heel verhaal.


32. Panda Bear – Tomboy
Alsof de zon ineens gaat schijnen. Orchestrale meerstemmige harmonieën, gemaakt van één stem. Voor op het strand of in bed. Ga in ieder geval in de ligstand om deze muziek te beleven.

33. The Field - Looping State Of Mind
Axel Willner maakt mini-minimale techno die hij voorziet van samples en geluidsflarden die hij in een loop hangt zodat het bijna klinkt als trance. Maar dan héél rustige trance. Muziek om per koptelefoon in een vage vibe mee te geraken.

34. Pictureplane - Thee Physical
Beetje onduidelijk wat de Pictureplaners nou eigenlijk willen: een vette dansplaat neerzetten of een op elektropunk gestoeld album. Het ene liedje neigt naar hitparadepop, het andere naar ouderwetse shoegaze. Maar toch klopt het allemaal bij elkaar.

35. Oneohtrix Point Never – Replica
Afstandelijke robotstemmen, lawaaierige samples, stemflarden. Klinkt vaag, en dat is het ook. Maar toch levert het een collectie miniaturen op die zó als een sci-fi soundtrack kunnen dienen.

36. Yelle - Safari Disco Club
Geen zuchtmeisje maar een zingmeisje. Robyn, maar dan in het Frans.

zaterdag 3 december 2011

De junks next door

Vier dagen per week werk ik in een kantoor dat grenst aan een opvangcentrum voor daklozen. Volgens internet biedt HVO-Querido 'opvang, woonbegeleiding en dagactiviteiten aan mensen die dat nodig hebben. Dat kunnen dak- en thuislozen zijn, verslaafden, of mensen met psychiatrische problemen en gezinnen in nood.' Heel goed dat ze er zijn, maar sommige van mijn collega's fietsen of lopen liever een blokje om als ze boodschappen gaan doen bij de Albert Heijn op het lelijkste plein van Amsterdam, het Delflandplein.

Ik niet. Ik heb namelijk een fascinatie ontwikkeld voor alles wat men raar of afwijkend vindt. Ik loop juist graag langs het vermakelijke biotoopje voor de ingang van het pand. Vaak ook extra langzaam zelfs. Gedurende het halfjaar dat we nu op deze locatie zitten heb ik al aardig wat mafs meegemaakt met 'mijn' junks next door. Zo hangt er een oude gerimpelde donkerbruine neger rond met een enorme witte baard. De Zwarte Sinterklaas noem ik hem. Hij doet niet veel meer dan rondzwalken over het rijtje tegels voor het grote pand, maar dat dan wél met zo'n statig trage Sinterklaas-tred. Wat gun ik die man zijn eigen Witte Piet. *

Dan is er de Skelterman. Dit is een figuur van een jaar of veertig dat rondrijdt op een voertuig waarvan ik even niet meer weet of het nou een rolstoel is of een trike-voor-beginners. De Skelterman schept er genoegen in rondjes om je heen te rijden, terwijl hij je omstandig begroet. Negeer je zijn geschreeuw, dan begint ie je uit te schelden. Soms heeft hij z'n dag niet. Dan racet hij recht op je af. Wijk je uit naar links, dan pakt hij je op links. Voor rechts geldt hetzelfde. Uiteindelijk is de Skelterman alleen te ontwijken door ver opzij te springen en weg te rennen. Zijn reactie: 'Ha! Weer gewonnen!'

Er is ook een troetel-Marokkaantje in het opvangcentrum. Dit is een joch van een jaar of twintig dat bij het geringste zonnestraaltje z'n shirt uittrekt om z'n sixpack te flashen. Bij hem vraag ik me af wat ie daar te zoeken heeft. Als Gordon hem ziet, neemt ie alsnog een zwerver in huis.

In HVO-Querido bestaan op het eerste gezicht geen klasseverschillen. Het Marokkaantje praat net zo makkelijk met de Zwarte Sinterklaas als met de twee tandeloze wijfjes die je in het voorbijgaan om een centje vragen. Een van de twee vroeg laatst: 'Ga je naar de Albert Heijn?' Ja, zei ik. 'Kun je dan een zak drop meenemen?' Sorry, zei ik weer. Drop is veel te verslavend.

Mijn laatste contactmomentje dateert van afgelopen donderdag. Bij het verlaten van de tramhalte fladderde er vanuit het niets een gezette, in grijze joggingkleding gehulde homo tegen me aan. Het was zo'n typische lossepolsjes-homo uit de oude doos. Hij tikte me op de arm en gilde met overslaande stem: 'Joehoe, haaaai!'

Ik keek hem vriendelijk doch dringend aan: 'Ehm… ikke niet hoor.'


*De man op de foto hierboven is niet de Zwarte Sinterklaas, maar gewoon iemand die ik via Google heb opgeraapt.

maandag 28 november 2011

Contact!

Er wonen duizenden mensen in mijn iPhone. Mensen die ik heel goed ken, maar ook vage bekenden. Of mensen waarvan ik alleen het gezicht ken van een foto. Mensen die mij in een beperkt aantal tekens vertellen waar ze aan denken, wat ze doen en wie ze zijn. Waar ze uithangen, vaak en vooral.

Soms belt een van die mensen mij op of ik hem/haar, al gebeurt dat stukken minder dan een jaar of tien geleden. Vaker stuurt zo iemand een bericht, meestal via Whatsapp. Maar ook sms en zelfs e-mail zijn nog altijd in zwang.

Op mijn iPhone vechten Facebook, Twitter en Instagram om aandacht. Foursquare hobbelt er een beetje achteraan. Op Facebook zitten de mensen die ik 'echt' ken of waarmee ik veel heb getwitterd. Dit zijn vrienden, bekenden, bekenden van vrienden en vice versa, maar ook familie of fervente Twitteraars waarvan ik er een aantal inmiddels ook 'in real life' heb gezien.

In het begin was dat best onwennig. Staat er ineens een Dennis voor je neus die in 3D en in schaal 1:1 weliswaar sprekend lijkt op zijn twitter-avatar, maar IRL een stuk beweeglijker is. Of toen ik voor het eerst bij Bas op bezoek ging in het UMC. Rol je ineens een ziekenhuisbed door de gangen van het hospitaal, op weg naar de rookruimte. Met in dat bed iemand die je op Twitter al heel vaak heb gesproken, maar in deze setting toch een vreemde voor je is. De keer dat ik met zangeres Krause naar de Parade ging. Dat ex-collega Wesley en ik uit eten gingen en daar pas constateerden dat we elkaar bij Wanadoo eigenlijk nooit hadden gesproken. Naar de boekpresentatie van Marianne Zwagerman, waar de een na de ander op me af kwam: 'Hé, ben jij @jbartelds?' En zo zijn er dit jaar vele ontmoetingen geweest met de meest uiteenlopende figuren, waaraan ik inmiddels warme contacten heb overgehouden.

Facebook is dan een handig follow-up-platform. Daar deel je toch meer de dingen die wat persoonlijker zijn dan op een flapuit-medium als Twitter. Dat is tenminste hoe ik Twitter gebruik, naast het pluggen van blogs als deze. Wat vervolgens weer reacties oplevert, vaak uit onverwachte hoek en altijd leuk om te krijgen.

Foursquare is meer een dingetje om tips te vergaren. Voor wie het niet kent: je checkt ergens in en deelt dit vervolgens met je vrienden op Facebook en/of je followers op Twitter. Wat ik niet doe: mij gaat het alleen om de wachtwoorden voor gratis Wifi en eventuele andere voordeeltjes. Er zijn mensen die wél alles delen, soms vanuit een ´kijk mij eens hip bij Trouw staan'-mentaliteit, soms uit pure verveling. Die laatsten zijn het ergst. Die checken in bij ieder viaduct, elke bushalte, bij pompstations en verkeersknooppunten. Pure timeline-vervuiling is het. Uit pure irritatie krijgt zo'n figuur meestal meteen een block.

Mijn laatste ontdekking is Instagram, een appje waarmee je foto's kunt bewerken en die van anderen kunt 'liken'. In het begin likete ik de wolkenluchten en zonsondergangen nog, nu focus ik me meer op leuk uitziende types met al even leuke, persoonlijke foto's. Het grappige is dat sommige Instagram-followers nu ook met me twitteren en zelfs de eerste Facebook-contacten zijn alweer aan het ontstaan.

Hoewel ik meer op Twitter zit dan Facebook, heeft die laatste mijn absolute voorkeur. De app rammelt af en toe, maar hoe leuk is het dat je na tien jaar ineens weer bij Sonja en Stefan op de bank zit na een hernieuwde FB-kennismaking? Of dat ik kan volgen waar goede vriend David nu weer uithangt voor z'n werk? En de idiote opmerkingen van mijn tweejarige nichtje, die ik niet hoef te missen vanwege de updates van mijn zus uit Ierland?

Ten slotte dit: een kerstkaart die ik op mijn zeventiende stuurde naar klasgenootje Paula en die ze vorige week via Twitter als een boomerang terugbezorgde. Dat ik dat ding ooit gemaakt had was ik compleet vergeten...

maandag 21 november 2011

Theaterpubliek

Ik kom nog wel eens in het theater. Nu valt het misschien in Amsterdam niet zo op, want daar is het theaterpubliek nog redelijk gemêleerd. Een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam en een optreden van Claudia de Breij trekken aardig wat jongeren. Maar ga je naar iets obscuurs van een miniscuul gezelschap, een voorstelling van een minder bekende cabaretier of naar de schouwburg in Amstelveen, dan vallen een paar dingen meteen op.

1. Bijna iedereen is oud. Mensen schuifelen met hun looprek via de rolstoelingang naar binnen. Vaak vallen ze na tien minuten al in slaap, waarna ze af en toe verschrikt opveren bij geschreeuw of lawaai afkomstig van het podium. Om je heen hoor je het gereutel van verterende maaltijden en onophoudelijk gerochel. Of keihard gesnurk, van de bejaarde achter je die overal stoïcijns doorheen slaapt.

2. De mensen die niet oud zijn, zien er allemaal hetzelfde uit. Het zijn bijna allemaal vrouwen, want mannen gaan liever niet naar toneel. Die vrouwen lijken ook allemaal op elkaar. Ze doen niet aan mode, maar hebben een persoonlijke smaak ontwikkeld. Die houdt het midden tussen lekker praktisch en excentriek. Denk aan een pantalon met iets wijd wapperends erop: een trui in tien groentinten, een blauwgrijze pashmina of een flodderbloes. Het haar: sowieso praktisch, maar wel met iets van verf erin.

3. Er zijn natuurlijk wel een paar mannen. De mannen die met hun vrouw mee moesten houden vaak hun jas aan tot het doek opgaat. Alsof er tot die tijd nog ontsnapping mogelijk is. Alle andere mannen zijn homo en horen bij elkaar.

4. Meestal is er geen pauze. Wordt de voorstelling wel onderbroken, dan begeeft de meute zich en masse naar de bar. Vervolgens is het goed uitkijken geblazen: overal om je heen rammelende kopjes en schoteltjes en mensen die koffie over zichzelf morsen. Of over elkaar. Ondanks de verbouwing is de bar van de Kleine Komedie berucht. Het zal niet de eerste keer zijn dat iemand met een half koffieservies van de twee traptreden lazert.

5. Na de pauze zijn er vaak stoelen leeg. Sommige mensen zijn wakker geworden en naar huis gegaan. Anderen vonden er domweg niks aan. Aan het geroezemoes te horen kent bijna iedereen de acteurs persoonlijk of heeft er een persoonlijke herinnering aan. ‘Halina was zó goed in dat en dat stuk van vijf jaar geleden.’

6. Grote ergernis van zeker de helft van het publiek: degene naast je die de armleuning opeist door er met de elleboog overheen te gaan hangen.

7. Het applaus. Publieksveteranen springen in de houding en scanderen bravo, ongeacht hoe slecht het stuk was. Anderen blijven stug zitten en geven met een afgemeten gezicht aan wat ze ervan vonden: zoals altijd was het weer niks. Maar als het werkelijk geweldig was, worden acteurs of cabaretiers beloond met een minutenlang doordaverend applaus, waardoor de stoïcijnse bejaarde uit punt één alsnog kwijlend wakker schrikt en als een duracelkonijntje begint mee te klappen.

zondag 13 november 2011

Werken bij Joop

Bijna was ik een commerciële mediahoer geweest. Het is alweer een eeuwigheid geleden dat Joop van den Ende TV10 oprichtte. Het was in de tijd dat RTL Véronique net was begonnen en Van den Ende wilde daar een ´Sterrennet´ tegenover zetten. Ron Brandsteder, Jos Brink, Henny Huisman, André van Duin, Sandra Reemer, ja zélfs Harmen Siezen: allemaal gingen ze mee met Joop. Het doel: een volwaardige tv-zender op poten zetten met al wat scoorde op de Publieke Omroep.

Toen ik las dat TV10 ook op zoek was naar minder bekend personeel, aarzelde ik natuurlijk geen moment. Wat had ik mijn sollicitatiebrief graag teruggelezen, want ik heb geen idee wat ik er op 14-jarige leeftijd allemaal heb uitgekraamd. Het was in ieder geval serieus genoeg voor de HR-afdeling van TV10 om mij uit te nodigen voor een gesprek.

Aangezien ik zelf op school zat, handelde mijn moeder het eerste telefoongesprek af. Nee, er stond geen leeftijd in de brief. En ja, 14 jaar was eigenlijk iets te jong voor een medewerker van een nieuwe tv-zender. Bovendien zou het reizen vanuit het oosten des lands mij op die leeftijd zeker gaan opbreken.

En zo werd mijn tv-carrière in de knop gebroken. Als troost kreeg ik nog wel een officiële afwijzing van Mr. Van den Ende himself. Al ben ik die brief inmiddels ook kwijtgeraakt…

zondag 6 november 2011

Loopcam

Leuke app: Loopcam. Hier mijn videoreportage van gisteravond, vanuit het raam van De Ondeugd. De Ferdinand Bolstraat.



 

woensdag 2 november 2011

Beschaving anno 2011

Restaurant Zushi, woensdagavond, een uur of half acht. We zitten aan de ronde bar, met voor ons een lopende band waarop schoteltjes met allerhande sushi voorbij slakkegangen. De barkrukken staan vrij dicht naast elkaar, waardoor lichamelijk contact met een onbekende buurman of -vrouw onvermijdelijk is. Gelukkig zijn de meeste mensen zo beleefd zich te verontschuldigen als ze op de een of andere manier even wat meer ruimte nodig hebben.

Zo niet de 'dame' links naast mij. We noemen haar voor het gemak maar even Mevrouw de Cultuurrelativist. Ze had me al vernietigend aangekeken voordat ik plaatsneem op de lege kruk naast haar. Haar stapel lege schoteltjes staat pontificaal voor mijn neus. Een serveerster zet deze subtiel een eindje naar links, maar met een ferm handgebaar schuitft de Cultuurrelativist ze weer terug in de oude positie.

Luid tetterend zet ze haar gesprek voort. 'Wat een heeeeeerlijk eten hebben ze hier. Ik ga zo DIE daar nemen!' Om haar woorden kracht bij te zetten duwt ze haar arm bijkans in mijn gezicht en priemt met haar vinger naar een schoteltje met gyoza's. 'Echt, moet je zien hoeveel bordjes ik al op heb', giert ze naar haar gezelschap, rammelend met het de stapel schoteltjes voor mijn neus.

Ik kijk naar links. Voor de Cultuurrelativist ligt een telefoon met daarop een sticker. 'De Mars der Beschaving' staat erop. Even word ik afgeleid door twee latina's die de trap bij de ingang opkomen en plaatsnemen aan de bar tegenover ons. Mevrouw naast mij roept iets te luid: 'Zou dat nepbont zijn? Dat is toch geen echt bont hè? En als het nepbont is, dan nóg! Dat trek je toch niet aan? Het idee alleen al dat je de suggestie wekt dat je in doodgeknuppelde dieren rondloopt!'

De meisjes doen alsof ze niks horen. De Cultuurvrouw richt haar pijlen daarom maar weer op haar soortgenootjes. 'Moet je ons toch eens zien zitten! Terwijl heel Europa in puin ligt zitten wij hier lekker sushi te eten. In Griekenland kan dat straks niet meer hoor! En in Nederland misschien ook niet. Geniet er nou maar lekker van. Hier, ik heb steeds de duurste schoteltjes genomen. Hahaha, wat nou, crisis!'

De Cultuurrelativist staat op. 'Jij betaalt, toch?', roept ze naar de man naast haar. 'Ik moet weg.' Bij het opstaan had ze me al ruw in m'n zij gepord met haar elleboog. Nu slaat ze haar jas tegen me aan, waarbij mijn schoteltjes bijna van de bar lazeren. Daarop trekt ze zonder iets te zeggen haar tas onder de bar vandaan. Mijn kruk wankelt, maar ik blijf overeind. Na een luidkeels 'DOE-DOEI' verdwijnt mevrouw de Cultuurrelativist uit beeld.

Beschaving? Laat me niet lachen...

maandag 24 oktober 2011

Het mysterie van de makelaarsjongen

Aan de Weteringschans is een kantoortje gehuisvest waar om de zoveel tijd een nieuw bedrijf in trekt. Jaren geleden zat er een low budget telecomaanbieder die reclame maakte met een foto van Beau van Erven Dorens. Een naaktfoto wel te verstaan. De presentator droeg slechts een paar cowboylaarzen en een witte slip. Deze foto hing meer dan levensgroot tegen de oranjerood geverfde achterwand van het kantoortje. Ongeveer een jaar lang hebben de medewerkers van het betreffende bedrijf - Scarlet, blijkt na enig gegoogle - naar het blote lijf van Beau moeten kijken en moeten wennen aan een oranje werkomgeving. Wat doet zoiets met je, vraag ik me dan af.

Na Scarlet was het een komen en gaan van nieuwe hopefulls. Sinds enige tijd is het kantoor compleet gestript. Er staat alleen een glazen bureau in de ordentelijk witgeschilderde ruimte met daarop een laptop. Er zit tegenwoordig een makelaar. En die zit er echt. Letterlijk. Altijd. Het is een jonge vent nog, met een keurig overhemd aan en een nette pantalon. Zijn krullende haar is wat langer in de nek. Je ziet 'm in wezen zo wegrijden op z'n hippe makelaars-Vespa. Maar dat doet ie dus niet. Hij hangt daar maar voorover, languit over zijn bureau. Z'n ogen prikken bijna in het beeldscherm van de laptop, terwijl z'n benen op onnatuurlijke wijze om de poot van de bureaustoel zitten verstrengeld.

Wat zou hij daar de hele dag doen? Funda F5'en om te zien hoeveel potentiële klanten op zijn huisjes hebben geklikt? Spelletjes? In zijn houding wijst niets erop dat ie aan action games doet en voor patience lijkt ie me nog te jong. Twitteren? Facebooken? Als ik de hele dag alleen op een kantoortje zou zitten, had ik ook behoefte aan contact. Twitteren en FB'en is dus vrij logisch. Zou hij overigens wel eten, overdag? En drinken? En hoe pakt hij dat dan? Ik heb hem in ieder geval nog nooit iets zien doen behalve voorover in z'n laptop hangen.

Het is dus een groot mysterie wat hij de hele dag doet, en nu wil ik het weten ook. Misschien moet ik maar eens op zoek naar een nieuw huis, zogenaamd. Zal ik een afspraak maken?

dinsdag 18 oktober 2011