
Vandaag. Ik stap uit de Bruna naar buiten en zie hoe een ietwat verward uitziend figuur met fiets en al op het betonnen bankje op het plein probeert te landen. De fiets klettert tegen de grond, de man - een jonge vent nog - knalt met zijn hoofd tegen het beton. Naast hem zit een vrouw op het bankje, met een halfvolle (in haar ogen halflege) fles drank roerloos voor zich uit te staren. De man - een dakloze denk ik, niet zo'n vieze aangekoekte, maar met kortgeknipt haar en slechts hier en daar een bult en wat opgedroogd bloed - blijft al even roerloos liggen. 'Gaat het?', vraag ik. De kerel kijkt me grijnzend aan. Best een leuke lach eigenlijk, al mist hij een voortand. Hij kruipt onder zijn fiets vandaan, maar z'n been zit bekneld onder het frame. Toch schuift hij langzaam in een zittende positie. Ik pak het fietsstuur vast en trek de opvallend nieuw uitziende fiets van zijn been. En toen gebeurde het: 'BLIJF MET JE POTEN VAN MIJN FIETS AF!'
Zo. Daar kon ik het weer mee doen. Ik zal nog eens iemand helpen. Sorry hoor, dat ik besta.
Blijven helpen hoor, blijven helpen. *hart onder riem*
BeantwoordenVerwijderen